H1 arm en rijk Flashcards
Assemblage bedrijf
Bedrijf waarin producten in elkaar worden gezet. Heet in Mexico maquiladora.
beroepsbevolking
Mensen die betaald werk (willen) doen.
bevolkingsdichtheid
Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer (inw/km2).
bevolkingsgroei
Toename of afname van de bevolking door geboorte, sterfte, emigratie en immigratie.
bevolkingsspreiding
De verdeling van mensen over een land of gebied.
bnp per inwoner
Het gemiddelde inkomen per inwoner per jaar. Je berekent het door het bnp te delen door het aantal inwoners van een gebied.
centrum
Begrip uit het centrum-periferiemodel: hoogontwikkeld, rijk land of gebied met veel economische en politieke macht.
dubbelstad
Stad die uit twee aan elkaar gegroeide steden bestaat. De twee delen kunnen door een grens van elkaar zijn gescheiden.
economische draagkracht
Het vermogen van de natuur om de gevolgen van menselijk handelen op te vangen, zonder dat het natuurlijke evenwicht wordt verstoord.
identiteit
Kenmerken van een persoon of een groep mensen die ze onderscheidt van andere personen of groepen mensen.
internationale arbeidsverdeling
De verdeling van het werk over verschillende landen.
koopkracht
Het aantal goederen of diensten dat iemand van zijn geld kan kopen.
liberalisering
Minder bemoeienis van de overheid met het bedrijfsleven, met als gevolg een betere marktwerking.
loonkosten
De totale kosten van het loon die betaald moeten worden om goederen of diensten te produceren.
migratie
Verhuizen van het ene naar het andere woongebied.
periferie
Begrip uit het centrum-periferiemodel: minder ontwikkeld gebied of land dat wordt gekenmerkt door afhankelijkheid, nadelige handelsrelaties, gebrekkige technologie en een lage productie.
ruimtelijk verschil
Verschil in inrichting van een gebied.
semiperiferie
Begrip uit het centrum-periferiemodel: gebied dat een tussenpositie inneemt tussen het centrum en de periferie. Het zijn vaak opkomende landen door de groei van de industrie.
afzetmarkt
Het aantal klanten dat producten wil kopen.
economisch machtsblok
Gebied dat economisch sterk is doordat er veel goederen worden geproduceerd en er een grote, koopkrachtige markt is. Voorbeelden zijn de Europese Unie en de Noord-Amerikaanse USMCA.
globalisering
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis, cultuur).
grensregio
Overgangsgebied tussen twee landen.
kapitaalintensief
Bedrijf dat dure productiemiddelen, zoals installaties, machines en gebouwen nodig heeft.
maquiladora
assamblagebedrijf
multiculturele samenleving
Samenleving van mensen uit verschillende culturen.
ontwikkelingskenmerk
Kenmerk waarmee je de armoede of rijkdom (het ontwikkelingspeil) in een gebied kunt meten.
ontwikkelingspeil
Het niveau van de armoede of rijkdom in een land of gebied. Behalve naar inkomen kijk je ook naar de mate waarin mensen kunnen voorzien in hun basisbehoeften (voedsel, gezondheid, onderwijs, huisvesting).
selectieve migratie
Migratie op basis van bijvoorbeeld leeftijd, inkomen en geslacht.
tariefmuur
Invoerrechten: geld dat je moet betalen om een product in te voeren.
vrijhandel
Handel tussen landen die volledig plaatsvindt volgens de wetten van vraag en aanbod. Het tegenovergestelde van vrijhandel is protectionisme.