H3 - Kader + Relatie Flashcards

1
Q

Kader

A

Elke ontmoeting tussen twee of meer personen heeft een kader, dit impliceert de wederzijdse verwachtingen en de posities die hierdoor gedefinieerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie kader

A

Het kader grenst af wat zich buiten bevindt, en omlijnt de specifieke inhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kader - 4 hoofddimensies

A
  1. Tijd: frequentie en duur
  2. Ruimte en opstelling
  3. Regels
  4. Werkwijze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Twee basisingrediënten van de therapeutische relatie

A
  1. Vrije associatie of vrij spel
  2. Welwillende neutraliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vrije associatie of vrij spel (definitie)

A
  1. Vertellen of spelen over wat je bezighoudt. Adolescenten nemen vaak een tussenvorm
  2. Zonder te censureren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welwillende neutraliteit

A

= Vertrekken vaak vanuit concept abstinentie (zonder te oordelen)
1. NIET: neutraal en zwijgend aanwezig zijn
2. WEL: door houding te expliciteren
= Bij aanvang therapeutisch traject
= Momenten dat cliënt vragen heeft over of hinder ondervindt omdat je iets niet invult
= continue actieve receptiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Actieve receptiviteit

A

Niet gewoon nieuwschierigheid, maar we tonen actief interesse en openheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Twee theoretische perspectieven op de therapeutische relatie

A
  1. Nieuwe, specifieke objectrelatie
  2. Overdrachtsrelatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Overdracht definitie

A

(Intense) gevoelens van de cliënt ten aanzien van de therapeut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Twee functies van overdrachtsuitingen

A
  1. Weerstand tegenover het therapeutisch proces
  2. Communicatie aan de therapeut
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Overdrachtsinterpretaties / overdrachtsneurose definitie

A

In de relatie gaan we een interpretatie maken over wat er tussen de andere en jezelf gebeurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Representationele mismatch

A

Therapeut valt niet samen en reageert anders dan er wordt verwacht vanuit de interne representaties van de cliënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tegenoverdracht definitie

A

De emotionele reactie van de therapeut ten aanzien van de cliënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Supervisie

A

De positie van de derde die met een frisse blik en vanop grotere afstand kan zien wat er relationeel aan de orde is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly