H3: Hermeneutiek en verstehen Flashcards

1
Q

Hermeneutiek

A

Studie van de interpretatie van (geschreven) teksten, in het bijzonder op het gebied van literatuur, religie en recht
Gadamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drie kenmerken van hermeneutiek

A
  1. Belang van historiciteit
  2. Biedt weerstand tegen de naïve verleiding van het objectivisme
  3. Realisme: toegankelijk via dialogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heidegger

A

Het zoeken naar waarheid en zekerheid ontkent eigen historiciteit en eindigheid
Kritiek op empirisch wetenschappelijke benadering
We zijn altijd gesitueerd in geschiedenis en dragen deze onvermijdelijk mee en kleurt zo blik op wereld
Hermeneutische cirkel heeft ontologische betekenis (structuur van werkelijkheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gadamer

A

Nadruk op begrijpen en interpreteren: sleutelconcepten van hermeneutische epistemologie
Er bestaat een realiteit buiten ons, maar we krijgen daar alleen toegang toe door dialoog
Geen relativist: er bestaat een wereld los van onze geest (realisme)
Hermeneutische cirkel heeft ontologische betekenis (structuur van werkelijkheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Anti-objectivisme

A

Er is geen stabiel vooraf gegeven object of wereld die kan gekend worden in een zekere waarheid
De echte waarheid bestaat niet
Historische, hermeneutische reactie tussen object en subject
Nooit neutrale waarnemers want bewust zijn van vooroordelen (dit veronderstelt neutraal standpunt, dus redenering heft zichzelf op)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Betekenisveld

A

Er bestaat niet zoiets als een enkelvoudig, ongerelateerd betekenisvol element
Taylor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hermeneutische cirkel

A

Een woord heeft in de hermeneutiek geen vaste betekenis, het is afhankelijk van de context
Leidt van het algemene naar de specifieke betekenis en weer terug
Naar elementen kijken, maar elementen in hun geheel zien (holisme)
Volledige objectiviteit kan nooit worden bereikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Schleiermacher

A

Hermeneutische cirkel heeft methodologische betekenis (hoe werkelijkheid opvatten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wittgenstein

A

Wetenschap is een levensvorm: manier om naar de werkelijkheid te kijken
Wetenschap is een taalspel: je hanteert een soort taal, waarin betekenis van dingen duidelijk wordt
Wetenschap gaat over feiten, menselijk gedrag vergt meer dan ‘pure data’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Taylor

A

Niet alles moet hermeneutiek zijn (↔ Gadamer), er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende wetenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Drie methoden om naar de wetenschappen te kijken

A
  1. Alles empirisch wetenschappelijk benaderen
  2. Sommige wetenschappen hebben een andere benadering nodig (bv. hermeneutische benadering voor humane en sociale wetenschappen)
  3. Alles moet volgens de hermeneutische methode begrepen worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dilthey en Taylor

A

Elke wetenschap heeft een eigen methode nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Dreyfus

A

Natuurwetenschappen zijn juist succesvol door de context niet mee te nemen
Sociale wetenschappen hebben wel de context nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rorty en Gadamer

A

Pleiten voor universele hermeneutiek: attitude en positie, dus niet alleen gepaste methode
Hermeneutiek als algemene houding
Geen onderscheid tussen natuur- en humane wetenschappen, moeten zelfde methode gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hessen

A

Menselijke en sociale factoren zijn in alle wetenschappen essentieel
Feiten zijn altijd theorie-afhankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sociaal constructionisme

A

Waarheid van bewering hangt af van relatie van die bewering tot de wereld: een bewering is waar als deze de werkelijkheid accuraat beschrijft
Onafhankelijke werkelijkheid buiten het bewustzijn
Alle kennis is sociaal geconstrueerd en hangt af van dialogen (taal) → objectieve kennis is onmogelijk: alles is een interpretatie

17
Q

Vier opvattingen over waarheid

A
  1. Correspondentietheorie
  2. Coherentietheorie
  3. Consensustheorie
  4. Pragmatisme
18
Q

Correspondentietheorie

A

Realisme
Er bestaat een werkelijkheid buiten ons (ontologische vraag)
Hoe kunnen we de werkelijkheid kennen (epistemologische vraag)

19
Q

Coherentietheorie

A

Idealisme en relativisme
Wetenschappelijke theorieën vormen een coherent en logisch geheel
De waarheid van een bewering hangt af van zijn relaties tot andere beweringen en niet van zijn relatie tot de werkelijkheid

20
Q

Consensustheorie

A

Relativisme, sociaal constructionisme
Waarheid is wat we onderling, in interactie met elkaar afspreken

21
Q

Pragmatisme

A

Waarheid heeft te maken met succes van wetenschap en praktische consequenties
Mens als handelend wezen, handelen in dienst van oplossen van praktische problemen
Focus op verbinden van praktijk en theorie (staan niet los van elkaar)

22
Q

Retoriek

A

Billig: wetenschappelijk debat (betekenis) staat in relatie met argumentatie context → tegen wie is het argument gericht?

23
Q

Billig

A

‘Mensen categoriseren hun concepten, waardoor ze altijd vooroordelen hebben want laten zich leiden door stereotypen en veralgemeningen’
→ Zet zich hier tegen af: je bent als mens in staat om altijd een andere positie in te nemen

24
Q

Discursieve psychologie

A

Psychologische fenomenen (emotie) zijn interpersoonlijke discursieve praktijken
Geen emoties te zien in onze hersenen
Om emoties te begrijpen, moet je mensen erover laten praten

25
Q

Kritische psychologie

A

Niet-empirische vorm van psychologie die kritiek uit op maatschappij
Engageert zich om mensen te emanciperen
Verduidelijkt termen met brede formulering want iedereen definieert het anders