H1: Kenmerken van de moderne wetenschap Flashcards
‘Psychologie’
Letterlijk: ‘studie van de ziel’
Filosofen en religieuze denkers worstelen met de aard van de ziel
Voorkeur voor ‘geest’ ipv ‘ziel’
Invloed van epistemologie
Hoe mensen de wereld kunnen kennen
Heeft te maken met gewaarwording, perceptie, geheugen en denken
Huidige domein: cognitieve psychologie
Invloed van ethiek
Hoe mensen zich zouden moeten gedragen
Ethische vragen hangen sterk af van de visie die men heeft op de menselijke aard
Psychologische vragen die deels kunnen beantwoord worden
Invloed van biologie
Inspiratie voor het creëren van onafhankelijke wetenschap
Idee dat functies van geest afhankelijk zijn van onderliggende hersenprocessen (19de eeuw)
Cognitieve neurowetenschap laat psychologen terugkeren naar fysiologie
Invloed van evolutieleer
‘Wat is de functie van de geest in de strijd voor het bestaan door natuurlijke selectie?’
Newtoniaanse stijl
Definieert wetenschappelijke benadering als het onderzoek naar een beperkt aantal wetten waarvan geobserveerde regelmatigheden in de natuur kunnen afgeleid worden
Wetten zijn samenvattingen van werkelijkheid
Vooral uitkomsten zijn doorslaggevend
Geen hypothesen: wil geen achterliggende mechanismen verzinnen
Positivisme (Comte)
Wetenschap als enige bron van geldige kennis
Observeerbare feiten die gelden, niet de hypothetische verklaringen
Enkel descriptie, geen verklaringen
Afwijzing van alle kennis die niet controleerbaar is
Wetten zijn samenvattingen van observaties
Predictie (gebeurtenissen voorspellen) en controle (van natuur)!
Drie soorten verklaringen
- Deductief-nomologische verklaring
- Hermeneutisch begrijpen
- Functionele en teleologische verklaringen
- Causale benaderingen
Deductief-nomologische verklaring
Afleiding uit wetmatigheden
Over objectief en rigoureus testen van wetmatigheden
Wiener Kreis model
Groep wetenschapsfilosofen die mede basis legde voor logisch positivisme
Probeerden demarcatie aan te brengen tussen wetenschap en non-wetenschap
Impliceerde strikte voorwaarden voor theorieën en verklaringen
Hempel-Oppenheim model
(= Deductief Nomologisch model)
Opvolger van Wiener Kreis model
Wetenschappelijke verklaringen zien als logische argumenten
Gebeurtenis verklaren betekent dat je die gebeurtenis (explanandum) kan onderbrengen onder een algemene wet (explanans)
Verklaring bestaat uit het tonen dat het voorspeld kon worden (verklaren = voorspellen)
Sluit aan bij instrumentalisme: van elk theoretisch begrip moet kunnen worden aangegeven hoe het kan gemeten worden
Problemen met het D-N-model
- Er wordt niet gekeken naar hoe wetmatigheden er komen en inductieprobleem (zwarte kraaien) is niet opgelost
- Geen onderscheid tussen echte wetmatigheden en accidentele veralgemeningen
- Observaties zijn niet theorieneutraal: veronderstellingen maken obv reeds aanwezige kennis
- Eis van volledige verifieerbaarheid zorgde voor problemen (breekbaar, brandbaar, …) dus vervangen door eis van confirmatie: uitspraken moeten empirische consequenties hebben
- Deductie is een puur formele relatie: niet elke deductie is een verklaring (in D-N-model: voorspellen = verklaren)
Drie posities redenen vs verklaringen
- Radicale materialisten: dergelijke redenen niet nodig, alleen neuronale processen
- Redenen opvatten als oorzaken: mentale gebeurtenissen zijn oorzaken van observeerbare gedragingen
- Redenen toch onherleidbaar: niet volledig herleidbaar tot pure materiële elementen of mentale processen
Hermeneutisch begrijpen
Verstehen: begrijpen, kunnen inbeelden
Typisch voor humane wetenschappen: psychologen doen dit als ze met mensen praten
Kan enkel vanuit eigen culturele, sociale, morele achtergrond
Ideografisch: op individu gericht
Hermeneutische cirkel
Een cyclus tussen het begrijpen van de bredere culturele achtergrond en de details van een cultuurproduct
Twee benaderingen hermeneutisch begrijpen
- Klassieke (nomothetische) benadering: uitspraken over groepen
- Ideografische benadering: op particuliere individu, geldt voor die persoon in die specifieke situatie ; geen algemene wetmatigheid (ideosyncratisch)
Functionele teleologische verklaringen
Functies en doelen
Het doel wordt gezien als verklaring voor een fenomeen
Twee soorten functies binnen de functionele benadering
- Causale rol (hoe?): nadruk op operatie en interactie van structurele elementen en bijdrage tot systeem, evolutionaire rol irrelevant
- Geselecteerde functies (waarom?): verwijzen naar selectie voor specifiek effect als etiologie