H3 geluids-, evenwichts- en andere receptoren

Question 1

oorschelp

Answer 1

Trechervormig, uitwendig zichtbaar deel van het gehoororgaan dat bestaat uit elastisch kraakbeen bedekt in huid; vangt geluiden op en versterkt ze een beetje.

Question 2

rotsbeen

Answer 2

Hard en stevig bot dat de gehoororganen beschermt.

Question 3

gehoorgang

Question 4

smeerklieren

Answer 4

Klieren die oorsmeer produceren om de huid en het trommelvlies soepel en waterafstotend te houden.

Question 5

haartjes

Answer 5

Houden stofdeeltjes buiten, aan het begin van de gehoorgang.

Question 6

trommevlies

Answer 6

Dun gevoelig rond vlies met Ø=1cm, is voorzien van bloedvaatjes en zenuwvezels; trilt mee met geluidstrillingen en geeft die door aan het middenoor.

Question 7

gehoorbeentjes

Answer 7

Kleine botjes, heeft 3 delen - hamer, aambeeld, stijgbeugel - zorgen voor het versterken en vervoeren van geluidstrillingen van het trommelvlies naar het binnenoor.

Question 8

buis van Eustachius

Answer 8

Ongeveer 3-4cm lang en verbindt het middenoor met de keelholte; de buis regelt de drukverhouding tussen het middenoor en de buitenlucht, zodat het trommelvlies goed kan trillen.

Question 9

ovaal venster

Answer 9

Ovaal als vorm en is gelegen aan de basis van het slakkenhuis in het binnenoor; het venster ontvangt geluidstrillingen van de gehoorbeentjes en zet deze om in trillingen in het binnenoor.

Question 10

rond venster

Answer 10

Ronde opening, bevindt zich onder het ovaal venster in het binnenoor; dit venster absorbeert de geluidstrillingen die door het ovaal venster overgedragen.
-> trillingen ontsnappen

Question 11

voorhof

Answer 11

Komvormige structuur tussen de 3 halfcirkelvormige kanalen & het slakkenhuis; het vangt de geluiden op en leidt deze geluiden naar de gehoorgang.

Question 12

vliezig labyrint

Answer 12

Vlies gevuld met vloeistof dat zich binnen het benig labyrint bevindt; regelt het evenwicht.

Question 13

slakkenhuis

Answer 13

Spiraalvormige, buisachtige structuur die gevuld is met vloeistof, bevat haarcellen die reageren op geluid; zet geluidstrillingen om in elektrische signalen die naar de hersenen gestuurd worden voor verwerking.

Question 14

3 halfcirkelvormige kanalen

Answer 14

Gevuld met vloeistof, bevatten haartjes die reageren op bewegingen; evenwicht regelen door bewegingen van het hoofd waar te nemen.

Question 15

endolymfe

Answer 15

Vloeistof in de middengang van het slakkenhuis; doorgeven van trillingen en bewegingen die nodig zijn voor het gehoor en evenwicht.

Question 16

perilymfe

Answer 16

Vloeistof in de bovenste en onderste gang van het slakkenhuis; beschermt vliezige labyrint en geeft geluidstrillingen van het ovaal venster naar het slakkenhuis door + speelt een rol in de mechanische overdracht van geluid.

Question 17

onderste gang

Answer 17

Bevat perilymfe en helpt geluidstrillingen naar het rond venster te verplaatsen; de functie van deze gang is om geluidstrillingen te geleiden en om te zetten naar signalen die door de hersenen worden verwerkt.

Question 18

bovenste gang

Answer 18

Bevat perilymfe en draagt geluidstrillingen van het ovale venster naar het slakkenhuis; de functie van deze gang is om geluidstrillingen te geleiden en om te zetten naar signalen die door de hersenen worden verwerkt.

Question 19

middelste gang

Answer 19

Bevat perilymfe en helpt geluidstrillingen van het ovale venster naar het rond venster te verplaatsen; de functie van deze gang is
om geluidstrillingen te geleiden en om te zetten naar signalen die door de hersenen worden verwerkt.

Question 20

basaal membraan

Answer 20

Flexibel en beweegt mee met geluidstrillingen; ondersteunt het orgaan van Corti.

Question 21

membraan van Reissner

Answer 21

Dun, elastisch membraan die vloeistoffen in de verschillende gangen van het slakkenhuis van elkaar scheidt; scheidt bovengang van middengang en helpt bij overdracht van geluidstrillingen door het slakkenhuis.

Question 22

orgaan van Corti

Answer 22

Bevat haarcellen die reageren op bewegingen van het basaalmembraan en geluidsgolven omzetten in zenuwimpulsen; zet geluidstrillingen om in elektrische signalen die naar de hersenen worden gestuurd voor gehoorverwerking.

Question 23

gehoorzenuw

Answer 23

Bestaat uit zenuwvezels die impulsen van haarcellen in het slakkenhuis naar het gehoorcentrum in de hersenen geleiden; vervoert elektrische signalen naar de hersenen voor interpretatie als geluid.

Question 24

haarcellen

Answer 24

Hebben kleine haartjes die bewegen bij geluidstrillingen; zetten geluidstrillingen om in elektrische signalen die naar de hersenen worden gestuurd.

Question 25

geluidsgolf

Answer 25

Afwisseling van drukveranderingen in middenstof.

Question 26

toonhoogte/frequentie

Answer 26

aantal trillingen per seconde, wordt uigedrukt in Hertz (Hz)

Question 27

gehoorspectrum MENS

Answer 27

20 Hz - 20.000 Hz, MAAR verkleint naarmate we ouder worden

Question 28

ultrasone geluiden

Answer 28

> 20.000 Hz

Question 29

infrasone geluiden

Answer 29

< 20 Hz

Question 30

volume/geluidssterkte/geluidsintensiteit

Answer 30

uitwijking van een trilling, wordt uitgedrukt in decibel (dB)
-> verhouding op logaritmische schaal

Question 31

welke weg legt het geluid af?

Answer 31

-> gehoorschelp
-> goorgang
-> trommelvlies (meetrillen = resoneren)
-> gehoorbeentjes
-> ovaal venster
-> ovaal venster puilt uit
-> perilymfe komt in beweging tot aan rond venster + keert terug
-> endolymfe beweegt mee
-> haarcellen van het orgaan van Corti bewegen ten opzichte van het dakmembraan
-> elektrisch signaal ontstaat -> hersenen