H3 D-N Flashcards
1
Q
die Note
A
Het cijfer
2
Q
Die Aufgabe
A
De opdracht
3
Q
Lernen
A
Leren
4
Q
Spanisch
A
Spaans
5
Q
Also
A
Dus
6
Q
Der Klassenlehrer
A
De mentor
7
Q
Das Referat
A
De spreek beurt
8
Q
Der Unterricht
A
De les, het onderwijs
9
Q
Das Fahrrad
A
De fiets
10
Q
Malen
A
Schilderen
11
Q
Draußen
A
Buiten
12
Q
Das Klassenzimmer
A
Het klaslokaal
13
Q
Nur
A
Alleen maar
14
Q
Immer
A
Altijd
15
Q
Oder
A
Of