H3 Flashcards
Neuronen buiten CZS
Clusters
Neuronen in het centrale ZS
Nuclei of kernen
Samtatorische beweging
Sprongsgewijze verplaatsing AP in gemyeliniseerde axonen
Neurotransmittor bij neuro musculaire synaps
Acetylcholine
Neuro-neurale synaps
Individuele neuronen krijgen input van vele verschillende axonen -> EPSP IPSP
EPSP
Brengt MP dichter bij de drempelwaarde voor een AP
De amplitude van de EPSP neemt af naarmate deze van de synaps weg beweegt
IPSP
Brengt doelcel verder van de drempelwaarde van AP
Door instoom Cl- en uitstroom K+
Waar hebben synapsen meeste invloed?
Thv de axonheuvel, hier is de dichtheid van Na+ kanalen het grootste. Ook ligt de drempelwaarde voor AP hier veel lager
Temporale summatie
Gebeurt wanneer er 2 EPSP kort na elkaar aankomen bij dezelfde synaps. Ze worden hierdoor bij elkaar opgeteld.
Spatiale summatie
Wanneer EPSP en IPSP, die gelijktijdig aanwezig zijn, opgeteld worden
Indeling neurotransmittors ahv MG
- Kleine moleculen: AZ, acetylcholine (worden gemaakt aan zenuwuiteinde en zijn belangrijkste in CZS)
- Grote moleculen: endorphines,…
Neuropeptiden
Er zijn veel verschillende soorten en ze worden aangemaakt in het cellichaam en getransporteerd tot axoneinde
AZ
Glutamaat en GABA
Excitatorisch en inhibitorisch
Biogene amines
Bv histamine of serotonine
ATP
Zit bij alle neurotransmittors en wordt mee uitgespuwd
Ionotrope receptoren
Receptor is integraal deel van ionenkanaal
Metabotrope receptoren
G-proteine als second messenger
Neuromodulatie
Second messenger systemen van neurotransmittors die andere intracellulaire functies beoefenen
Veneuze sinussen hersenen
Op plek waar dura mater splitst
Spinale zenuwen, opsplitsing
Dit gebeurt op 2 niveaus:
Het gebeurt vlak voor we het ruggemerg ingaan; dorsale en ventrale tak richting dorsale en ventrale hoorn
Het gebeurt ook net buiten de wervellichamen waar je ook een dorsale en ventrale tak hebt