H3

Question 1

Een bestuursvorm waarbij 1 persoon, 1 partij of groepering nagenoeg alle macht in handen heeft

Answer 1

Dictatuur

Question 2

Dictators proberen hun image te verbeteren door prestigeprojecten

Answer 2

Personencultus

Question 3

Meest zuivere vorm van een dictatuur waarbij 1 leider alle macht in handen heeft

Answer 3

Autocratie (persoonlijke dictatuur)

Question 4

Wanner de macht in handen van 1 partij is

Answer 4

(Institutionele dictatuur) eenpartijstaat

Question 5

Wanneer het leger de macht van de zittende regering overneemt

Answer 5

Militaire dictatuur

Question 6

Wanneer de greep van de overheid op de samenleving verslapt

Answer 6

Machtsvacuüm

Question 7

Wanneer de overheid te zwak is om controle over het gebied te bewaren

Answer 7

Krijgsheren

Question 8

Macht ligt in handen van de geestelijken

Answer 8

Clerocratie

Question 9

Bestuursvorm waarbij het staatshoofd door erfopvolging wordt aangeduid
(Komt van ‘monos’ (alleen) en ‘archein’ (heersen)

Answer 9

Monarchie

Question 10

Hierbij heeft de koning alle macht, geen grondwet of document dat zijn macht inperkt

Answer 10

Absolute monarchie

Question 11

Een bestuursvorm waarbij een absolutistische monarch beslissingen neemt ten voordele van het volk of wat hij denkt dat in het voordeel van het volk is

Answer 11

Verplichte despotisme

Question 12

Wanneer de rechten, plichten en taken van de koning duidelijk worden omschreven in de grondwet

Answer 12

Constitutionele monarchie

Question 13

Het zijn doorgaans communistische staten die evolueren naar een klassenloze maatschappij. De macht ligt bij het politbureau van de communistische partij en niet bij het volk

Answer 13

Volksrepubliek ( socialistische republieken)

Question 14

Deze republieken zijn niet democratisch. Zetten democratisch in naam maar hebben op dat vlak iets goed te maken

Answer 14

Democratische republiek

Question 15

Staat per staat duiden leden van elke politieke partij afzonderlijk de gedelegeerde aan die uiteindelijk de presidentskandidaat voor hun partij zullen kiezen tijdens een nationaal congres

Answer 15

Voorverkiezingen

Question 16

De dag waarop de eigenlijke presidentsverkiezingen plaatsvinden. Kiezer stemt op voorkeurskandidaat. Meestal meerderheidsstelsel

Answer 16

Election day

Question 17

Hieraan bestaan wettelijke regels die zowel gelden voor onderdanen als voor de overheid. Een rechtstaat aanvaard het recht als hoogste gezag

Answer 17

Rechtsstaat

Question 18

Een staatsvorm waarin de regering een verantwoordelijkheidsplicht heeft te opzichte van de volksvertegenwoordiger en waarin de regering slechts de bevoegdheden mag uitoefenen waartoe zij gemachtigd is door wettelijke bepalingen

Answer 18

Democratische rechtsstaat

Question 19

Stelt algemene regels op voor de organisatie van de samenleving en controleert de uitvoerende macht

Answer 19

Wetgevende macht

Question 20

Deze organiseert het dagelijks bestuur en zorgt ervoor dat de regels in concrete bestuursmaatregelen worden omgezet

Answer 20

Uitvoerende macht

Question 21

Deze beslist verschillen bij de toepassing van de algemene en concrete regels

Answer 21

Rechterlijke macht

Question 22

Meest oorspronkelijke vorm van democratie: het volk, meestal beperkt tot de burgers, bepaald zelf de regels. Er moeten geen volksvertegenwoordigers gekozen worden

Answer 22

Rechtstreekse of directe democratie

Question 23

Hierin laten de burgers zich vertegenwoordigen door volksvertegenwoordigers. Die onderhandelen de wetten en verdedigen daarbij de belangen van hun kiezers

Answer 23

Representatieve of indirecte democratie

Question 24

Een representatieve democratie waarbij de door het volk gekozen vertegenwoordigers samen een parlement vormen dat de wetgevende macht in handen heeft

Answer 24

Parlementaire democratie

Question 25

Representatieve democratie waarbij de overheid inspanning levert om alle lagen van de bevolking de mogelijkheid te bieden een zinvolle bijdrage te leveren aan het besluitsvormingsproces door informatievergadering, overleg en de uitwisseling van argumenten, petities en referenda

Answer 25

Participatieve of deliberatieve democratie

Question 26

Democratie waarbij politieke partijen veel macht hebben. Ze bepalen in grote mate wie er in het parlement zit, zetelen en sturen het handelen van de volksvertegenwoordigers en ministers

Answer 26

Particratie of partijendemocratie

Question 27

Dit is het gebied waarin dezelfde kieslijsten aan de kiezers worden voorgelegd

Answer 27

Kiesringen

Question 28

Een plaats in het parlement die wordt toegewezen aan verkozen volksvertegenwoordigers

Answer 28

Zetels

Question 29

Bevat de naam, geboortedatum en adres van al wie mag gaan stemmen

Answer 29

Kiezerslijst

Question 30

Dat je voor de partij kiest en dat je niet zozeer voor het bolletje te kleuren naast de naam van de kandidaat

Answer 30

Lijststem

Question 31

Stemmen om 1 persoon

Answer 31

Voorkeur of naam stem

Question 32

Georganiseerd door de overheid om bevolking rechtstreeks inspraak te geven bij concreet voorstel. Bij referenda rechtstreekse democratie

Answer 32

Referenda

Question 33

Door de overheid georganiseerd. Bevolking krijgt rechtstreeks inspraak bij concreet voorstel. Overheid houd er rekening mee

Answer 33

Volksraadpleging

Question 34

Grote bedrijven en middenveldgroepen proberen invloed uit te oefenen op beleidsmakers door lobbying. Lobbyisten verdedigen bedrijfsbelangen

Answer 34

Lobbying