H2 Flashcards

1
Q

Politieke organisatie die soevereine autoriteit heeft over de bevolking van een bepaald gebied

A

Staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Politiek-culturele eenheid van een groep mensen die gemeenschappelijke kenmerken en belangen hebben

A

Natie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een groep mensen die eenzelfde cultuur, religie, taal en geschiedenis delen. Ze hebben in grote mate hetzelfde mens- en wereld beeld, dezelfde waarden en normen en dezelfde culturele identiteit

A

Volk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een juridische of ethische band met een staat of volk

A

Nationaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pasgeboren kind krijgt nationaliteit van ouders

A

Jus sanguinis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pasgeboren kind krijgt nationaliteit van geboorteland

A

Jus soli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Door geen staat beschouwd als onderdaan

A

Staatloze (apatride)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een al dan niet fysieke scheidingslijn tussen 2 landen, staten of gebieden

A

Grens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Moeilijk te passeren barrière die van nature 2 gebieden scheidt

A

Natuurlijke grens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gemaakt door mensen en vastgelegd in verdragen

A

Kunstmatige grens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het overheidsbeleid, de totstandkoming van dat beleid en de effecten ervan

A

Politiek (andries hogenhof)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Keuzes nemen die doelbewust verandering aanbrengen in de samenleving

A

Politiek (centraal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De staat is de enige instantie die legitiem fysiek geweld mag gebruiken om het recht af te dwingen, de orde te handhaven en burgers te beschermen

A

Geweldsmonopoly

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Overheid controleert alle domeinen van maatschappelijk leven door inzet leger, politie en geheime diensten. Staatshoofd gebruikt strikt geweldsmonopoly

A

Politiestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Overheid kan rechtsorde en openbare diensten niet garanderen, gebrek aan gezag —> armoede, criminaliteit, extremistische bewegingen en toeristische groeperingen

A

Falende staat (failed state)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Regering en overheidsinstanties hebben de middelen of politieke wil niet om veiligheid en bescherming van burgers te garanderen, overheidsaangelegenheden op effectieve wijze te beheren om stijd aan te binden met armoede onder de bevolking

A

Kwetsbare (of fragiele) staten