H2 Flashcards
Politieke organisatie die soevereine autoriteit heeft over de bevolking van een bepaald gebied
Staat
Politiek-culturele eenheid van een groep mensen die gemeenschappelijke kenmerken en belangen hebben
Natie
Een groep mensen die eenzelfde cultuur, religie, taal en geschiedenis delen. Ze hebben in grote mate hetzelfde mens- en wereld beeld, dezelfde waarden en normen en dezelfde culturele identiteit
Volk
Een juridische of ethische band met een staat of volk
Nationaliteit
Pasgeboren kind krijgt nationaliteit van ouders
Jus sanguinis
Pasgeboren kind krijgt nationaliteit van geboorteland
Jus soli
Door geen staat beschouwd als onderdaan
Staatloze (apatride)
Een al dan niet fysieke scheidingslijn tussen 2 landen, staten of gebieden
Grens
Moeilijk te passeren barrière die van nature 2 gebieden scheidt
Natuurlijke grens
Gemaakt door mensen en vastgelegd in verdragen
Kunstmatige grens
Het overheidsbeleid, de totstandkoming van dat beleid en de effecten ervan
Politiek (andries hogenhof)
Keuzes nemen die doelbewust verandering aanbrengen in de samenleving
Politiek (centraal)
De staat is de enige instantie die legitiem fysiek geweld mag gebruiken om het recht af te dwingen, de orde te handhaven en burgers te beschermen
Geweldsmonopoly
Overheid controleert alle domeinen van maatschappelijk leven door inzet leger, politie en geheime diensten. Staatshoofd gebruikt strikt geweldsmonopoly
Politiestaat
Overheid kan rechtsorde en openbare diensten niet garanderen, gebrek aan gezag —> armoede, criminaliteit, extremistische bewegingen en toeristische groeperingen
Falende staat (failed state)