H2: Waar ben ik? Flashcards

1
Q

Wat houdt het gedachtenexperiment ‘brein in een vat’ van Dennet in?

A

Dennet moet een gevaarlijke geheime missie doen, die kan leiden tot hersenschade. Zijn lichaam kan wel op pad gaan, maar zijn brein blijft achter in een vat. Tijdens de missie gaat er wat mis waardoor Dennets lichaam overlijd. Zijn brein wordt gekoppeld aan een nieuw lichaam. In zijn afwezigheid hebben de technici zijn brein gekopieerd op een computer. Hij merkt geen verschil of hij aan zijn ‘nieuwe’ brein is aangesloten of aan het brein op de computer. Waar is de ‘echte’ Dennet gebleven?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat vind Metzinger van het zelf?

A

Metzinger stelt dat niemand een zelf is of een zelf heeft. In de hersenen kom je namelijk niks tegen wat op een zelf lijkt. Het zelf moet worden begrepen als een verzameling hersenprocessen. Hij beweert dat we niets meer of minder zijn dan de activiteit van onze hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat vind Lamme van het zelf?

A

Lamme suggereert dat het brein de baas is in het brein, niet een zelf dat onze hersenen bestuurt. Wat we het zelf noemen is volgens hem niets meer dan een kwebbeldoos die onze keuzes achteraf probeert te rechtvaardigen door er een goed verhaal bij te verzinnen. De echte oorzaken van onze keuzes liggen allang vast in onze hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is breinreductionisme?

A

Breinreductionisme brengt het zelf terug tot de hersenen. Ze ontkennen niet dat we een ervaring van het zelf kunnen hebben, maar wel dat deze ervaring bewijs vormt voor het werkelijke bestaan van het zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe stelt Hume zich de menselijke geest voor?

A

Hij stelt zich de menselijke geest voor als een soort theater, waar verschillende ervaringen langskomen, wegglijden of samensmelten. Hij zegt er meteen bij dat dit een misleidend metafoor is; het theater bestaat niet echt. Daarnaast is er ook geen toeschouwer; er is geen ‘ik’ die alles waarneemt. Het ik is niets anders dan een bundel percepties die elkaar snel opvolgen en voortdurend in beweging zijn. Er is geen eenheid, omdat alle percepties van elkaar verschillen. Er is ook geen numerieke identiteit, omdat ze voortdurend veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het sceptische argument van Hume over het zelf?

A
  1. Alle ideeën zijn herleidbaar tot ervaringen (empirisme)
  2. Het idee van een stabiel en voortdurend zelf moeten we dus ook tot de ervaring herleiden.
  3. Percepties zijn vluchtig, niet stabiel en voortdurend anders.
  4. Daarom is er geen stabiel en voortdurend zelf.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe legt Hume uit dat we geneigd zijn om onszelf als een stabiel en voortdurend iets zien? voor de gek.

A

Hume wijst hiervoor op de verbeeldingskracht. Objecten die we waarnemen, die langzaam veranderen, noemen we hetzelfde terwijl ze dat niet zijn. Als iets opeens heel erg veranderd, denken we dat het een ander object is. Dat zeg niet dat dat dan ook zo is. We kunnen aan deze neiging toegeven, maar daarmee houden we onszelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen Hume en de breinreductionisten?

A

Het verschil is, is dat ze op verschillende plekken zoeken naar het zelf. Hume zoekt het zelf in de ervaring. Breinreductionisten zoeken het zelf in de hersenen. De overeenkomst is dat ze beide vinden dat het zelf moeten kunnen aantonen op basis van waarneming. Bij Hume via introspectie, bij de breinreductionisten via hersenactiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de kritiek van Kant op Hume?

A

Hume stelt dat we het zelf niet tegenkomen in de ervaring, daar is Kant het mee eens. Voor kant betekent dit nog niet dat het zelf niet bestaat. Kant zegt dat Hume op de verkeerde plek zoekt. Het zelf is namelijk geen ding dat je kan vinden in je waarneming. Volgens Kant moet er ‘iets’ zijn dat losse percepties (vorm, kleur, afmeting, etc.) samen brengt. Volgens Kant is dit ‘iets’ het zelf. Hij noemt dit een transcedentaal zelf; het is geen ervaring, maar iets wat ervaringen mogelijk maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is volgens Ryle een categoriefout?

A

Stel je gaat naar een open dag van een universiteit. Je bezoekt verschillende faculteiten, maar de universiteit zelf ben je niet tegen gekomen. Volgens Ryle is dit een categoriefout: je denkt dat de universiteit tot dezelfde categorie behoort als de andere dingen die je heb gezien. De universiteit is geen gebouw maar een manier waarop deze georganiseerd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houd het substantiedualisme van Descartes in?

A

Descartes zegt dat de mens bestaat uit twee substanties: een lichamelijke en een geestelijke. De lichamelijke is uitgebreid en onderworpen aan mechanische wetten. De geestelijke is niet ruimtelijk en niet waarneembaar voor anderen. Alleen jijzelf heb toegang tot wat er in mijn geest gebeurd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat heeft de categoriefout van Ryle te maken met het substantiedualisme van Descartes?

A

Volgens Ryle maakt Descartes een categoriefout: de feest wordt begrepen als iets wat behoort tot dezelfde categorie als het lichaam. Geesten zijn dingen, maar andere dingen dan lichamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat bedoeld Dennet met: ‘Het zelf als narratief zwaartepunt’?

A

Bij een zwaartepunt kan je doen alsof alle massa van een object daar zit. Je kan het zwaartepunt veranderen door gewicht toe te voegen, maar deeltjes van het object veranderen niet. Het zwaartepunt is geen ding (categoriefout), maar het bestaat wel. Dennet zegt dat het zelf een narratief zwaartepunt is; als een soort beeldspraak. Een verhaal is een geheel en karakters worden door het verhaal gemaakt. Het zelf is abstract, fictioneel object, niet herleidbaar naar een specifieke plek. Het zelf is ook een karakter in een verhaal. En het zelf maakt voorspellingen mogelijk (verhaal blijft voorspelbaar).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly