H2: Toetsvragen Flashcards

1
Q

Voor Durkheim was godsdienst een verschijnsel - een ‘feit’ - dat op empirisch-analytische wijze moest worden verklaard. Welke conclusies kunnen we trekken m.b.t. de manier waarop Durkheim godsdienst bestudeerd?

Selecteer de twee juiste antwoorden
- dat geloof een rite slechts vergissingen, onwetenschappelijke opvattingen en barbaarse gebruiken zijn.
- dat stellingen uit godsdienstige bronnen als waarheden moeten beschouwd worden door sociologen
- dat de houding van Durkheim getuigt van een sociologisch respect voor de gelijkwaardigheid van verschijnselen
- dat volgens Durkheim religie weinig betekenis heeft, zowel voor gelovigen als voor mensen die op een andere manier zingeving zoeken
- dat religie niet kan gebruikt worden om gedrag te verklaren. het is een feit dat los staat van de samenleving
- dat volgens Durkheim instellingen die wijdverspreid en duurzaam zijn niet kunnen afgedaan worden als berustend op een leugen of een vergissing
- dat religie niet verklaard kan worden door de betekenis die individuele mensen eraan toekennen. een socioloog moet alleen de algemeen religieuze voorschriften bestuderen

A

dat de houding van Durkheim getuigt van een sociologisch respect voor de gelijkwaardigheid van verschijnselen

&

dat volgens Durkheim instellingen die wijdverspreid en duurzaam zijn niet kunnen afgedaan worden als berustend op een leugen of een vergissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Men kan Marx en Freud beschouwen als inspiratiebronnen van de kritische sociologie omdat zij…

Selecteer de twee juiste antwoorden.
- … het oneens waren met de bestaande maatschappijorganisatie en deze wilde veranderen
- … gekant waren tegen de bestaande, heersende klassen
- … betrokken waren bij revolutionaire bewegingen
- … van oordeel waren dat er achter de schijnbare werkelijkheid een diepere, meer betekenisvolle werkelijkheid schuilgaat
- … meenden dat kennis kan leiden tot bevrijding en emancipatie van mensen

A

… van oordeel waren dat er achter de schijnbare werkelijkheid een diepere, meer betekenisvolle werkelijkheid schuilgaat

&

… meenden dat kennis kan leiden tot bevrijding en emancipatie van mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Respect voor het studieobject betekent volgens Durkheim.

Selecteer de twee juiste antwoorden.
- dat alle sociale gedragingen gelijkwaardig zijn
- dat men slechts het gedrag van mensen van de eigen cultuur kan begrijpen
- dat men voor elk soort gedrag naar een verklaring dient te zoeken
- dat het gedrag van mensen altijd op wetenschappelijk correcte gronden berust
- dat men gedrag niet meteen aan vergissing mag toeschrijven

A

dat men voor elk soort gedrag naar een verklaring dient te zoeken

&

dat men gedrag niet meteen aan vergissing mag toeschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke regels of principes onderbouwen het geven van geschenken?

Selecteer de twee juiste antwoorden
- functionaliteit
- proportionaliteit
- normativiteit
- reciprociteit
- vermogendheid

A

proportionaliteit

&

reciprociteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hieronder vind je een aantal uitspraken met betrekking tot de taken van de socioloog

Welke twee van deze uitspraken zijn fout?

  • de kritische sociologie kan de bestaande waarden en overtuigingen niet aanvaarden.
  • de praktische sociologie wil ons door inzicht ook van de waarneming van de sociale werkelijkheid laten genieten.
  • het ontsluieren van de werkelijkheid die doorgaans verborgen blijft, is de belangrijkste doelstelling van de kritische sociologie.
  • de kritische socioloog wil door inzicht in het functioneren van de samenleving de zelfgemaakte, doch verborgen beperkingen ervan aan het licht brengen.
  • het doel van de empirisch-analytische kennis is de bestaande belangenconstellaties in de maatschappij te doorbreken.
A

de kritische sociologie kan de bestaande waarden en overtuigingen niet aanvaarden

&

het doel van de empirisch-analytische kennis is de bestaande belangenconstellaties in de maatschappij te doorbreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De sociologen Beck en Giddens verdedigen de stelling dat zich in de huidige samenleving een proces van individualisering voordoet. Wat bedoelen ze hiermee?

Selecteer de twee juiste antwoorden
- mensen hebben geen oog meer voor de problemen van anderen en handelen steeds meer uit louter eigen belang
- jonge mensen gaan in toenemende mate hun eigen levensloop vorm geven en zelf bepalen wat en wanneer ze gaan studeren, wanneer en met wie ze wensen te huwen, waar ze gaan wonen enzovoort
- steeds meer mensen vinden dat ze hun bezit mogen verdedigen met wapens
- kenmerken als sociale klasse of geslacht bieden weinig tot geen voorspellingskracht voor de opvatting of smaken van individuen
- mensen informeren zich steeds minder bij experts of deskundigen en gaan steeds meer op intuïtieve, haast instinctieve wijze keuzes maken en beslissingen nemen

A

jonge mensen gaan in toenemende mate hun eigen levensloop vorm geven en zelf bepalen wat en wanneer ze gaan studeren, wanneer en met wie ze wensen te huwen, waar ze gaan wonen enzovoort

&

kenmerken als sociale klasse of geslacht bieden weinig tot geen voorspellingskracht voor de opvatting of smaken van individuen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er bedoeld met de ‘empirische gezindheid’ van de socioloog?

Selecteer de twee juiste antwoorden
- dat de socioloog zich niet mag inlaten met de ideeën, de vooroordelen en de passies van de mensen en/of de groepen die hij bestudeert
- dat de socioloog er steeds moet van uit gaan dat mensen rationeel en uit eigenbelang handelen
- dat de socioloog steeds bereid moet zijn de eigen opvattingen zonder vooroordelen te toetsen aan zijn waarnemingen en aan die van anderen
- dat de socioloog zich steeds op de rand van de samenleving moet houden en geen eigen opvatting mag hebben
- dat de socioloog zich niet mag laten verleiden tot het formuleren van abstracte opvattingen over het ‘ware’ wezen van de mens zonder deze opvattingen te toetsen aan de empirische werkelijkheid

A

dat de socioloog steeds bereid moet zijn de eigen opvattingen zonder vooroordelen te toetsen aan zijn waarnemingen en aan die van anderen

&

dat de socioloog zich niet mag laten verleiden tot het formuleren van abstracte opvattingen over het ‘ware’ wezen van de mens zonder deze opvattingen te toetsen aan de empirische werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly