H2: Job- en competentiemodeling Flashcards

1
Q

Wat valt er allemaal onder job- en competentiemanagement?

A
  • Functiestudie
  • Jobmodeling
  • Functiebeschrijving
  • Functieanalyse
  • Werkanalyse
  • Jobanalse
  • Competentiemodeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het belang van functiestudie?

A
  • Recrutering & selectie
  • Training & ontwikkeling
  • Loopbanmanagement
  • Functiedesign
  • Ergonomie & veiligheid
  • Verloning
  • Prestatiebeoordeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de 4 vragen die beantwoord worden bij het opstellen van een functiebeschrijving

A
  1. Bij wie ga je de informatie halen?
  2. Op welke manier ga je de informatie verzamelen
  3. Waarover wil je precies informatie? Hoe diepgaand moet de informatie zijn?
  4. Hoe zorg je ervoor dat dit past binnen ‘strategisch’ HRM?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de 4 bouwstenen van de functiebeschrijving.

A
  1. Descriptoren:
  2. Informatiebronnen
  3. Methodes van informatieverzameling
  4. Analyse-eenheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg descriptoren bij een functiebeschrijving uit.

A

=> Waarover willen we informatie?
=> De inhoudelijke rubrieken die we gebruiken om iemands werk te beschrijven en analyseren

Voorbeelden:
- Taken
- Kennis, vaardigheden, attitudes, persoonlijkheidstrekken
- Verantwoordelijkheden
- Plaats in organogram
- Vereiste diploma’s
- Machine’s, gereedschap, technologie
- Omgevingsfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg informatiebronnen bij een functiebeschrijving uit.

A

=> Bij wie gaan we informatie verzamelen
=> SME’s of ‘Subject Matter Experts’

Voorbeelden:
- Functie-uitoefenaar (Motivatie? Accuraat?)
- Chef-leidinggevende (Tijd?)
- Klanten (Intern/extern)
- Specialist functiestudie/consultants
- Technische experts

Fundamentele principes
- Tijd en motivatie
- Verduidelijk de bedoeling
- Verzamel informatie bij diverse partijen (Breed perspectief, analyseer gelijkenissen en verschillen)
- Validiteit kan bekeken worden door vergelijking met objectieve gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg methodes van informatieverzameling bij een functiebeschrijving uit.

A

Voorbeelden
- Observatie/participerende observate
- Interview (individueel/groep)
- Vragenlijst
- Logboek
- Computers (Bv: elektronische logs van werkactiviteiten)
- Bestaand materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de voor- en nadelen van de verschillende methodes van informatieverzameling.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg analyse-eenheden bij een functiebeschrijving uit.

A

=> Niveau van de functiebeschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef voorbeelden van functiebeschrijving & -analyse.
(Methodes om info te verzamelen over functie)

A
  1. Narratieve functiebeschrijving
  2. Taakvragenlijst
  3. Kritische incidenten analyse
  4. Persoonlijkheidsgebasseerde techniek
  5. O-NET
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg functiebeschrijving en functieanalyse uit

A

Functiebeschrijving
- Informatie over taken, werk-omgeving, etc

Functieanalyse
- Specificatie van kenmerkenn (vardigheden, kennis, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef een narratieve funtciebeschrijving

A

=> Uitkomst van semi-gestructureerd interview met LG of functiebeoefenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef een taakvragenlijst

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef een kritische incidentennalyse.

A

=> Actuele, belangrijke en specifieke voorbeelden van efficiënt en /of inefficiënt gedrag of huidige werknemers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef een persoonlijkheidsgeasseerde techniek

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef de kritieken op functiestudies.

A
  • Tijdrovend en duur
  • Houdt geen rekening met de strategie van de organisatie
  • Anachronistisch en statisch

=> Dus competentiemodeling

17
Q

Geef de 6 fundamentele rollen volgens de roltheorie.

A
  • Presenter
  • Director
  • Inspirator
  • Guide
  • Expert
  • Maker
18
Q

Wat is een Skills-based organisatie?

A

Beschrijft een organisatie dat werk opdeelt in projecten, taken en gigs en geeft medewerkers de kans om specifieke taken uit te voeren zonder volledige functie op te nemen.

Activiteiten en skills loskoppelen van individuele functies

19
Q

Welke trends komen voor bij competentiemodeling?

Waaruit groeit competentiemodeling voort?

A

=> Het Nieuwe Werken (HNW)
- Results-only work environment (ROWE)
- Job sculpting/job crafting
- Extrarolgedrag
- Adaptiility
- Proactiviteit
- …

20
Q

Geef de pyramide van competentiemodeling.

21
Q

Geef de definitie van (individuele) competenties.

A

Een onderliggende eigenschap van een persoon die resulteert in effectieve en/of superieure prestaties in een functie en die zowel een motivatie, karaktertrek, vaardigheid, aspect van zijn zelfbeeld, van zijn rol, of van zijn kennis kan zijn.

Een latent vermogen van de persoon tot effectief presteren in een bepaalde taak- of probleemsituatie op een wijze die objectief waarneembaar en te beoordelen is, bestaande uit een combinatie van expertise en gedragrepetoire en die tot op zekere hoogte te leren is

22
Q

Geef de definitie van kerncompetenties (organisatiecompetenties).

A

Een pakket van bekwaamheden en technologieën dat een bedrijf in staat stelt de consument een bepaald voordeel te verschaffen

23
Q

Geef het overzicht van het proces van competentiemanagement.

24
Q

Hoe kan er aan competentiemodeling gedaan worden?

A

=> Top-down benadering

1. Bepaling van de kerncompetenties
- Op grond van missie, visie, markprognose, concurrentie-analyses, …
- HR-directeur samen met andere sleutelfiguren binnen organisatie

2. Bepaling van individuele competenties per functie
- Vaak via consensus tussen LG en functiehouder
- Bv via een selectieprocedure
- Resultaat: competentieprofiel per functie

3. Gap-analyses: beantwoordt het bestaande personeel aan het competentieprofiel
- Prestatiebepoordeling/petentieelinschatting
- Development centers

25
Q

Geef het schema van (de kritieken op) competentiemodeling

A

=> Een droom voor practici en een nachtmerrie voor wetenschappers

=> Functieanalyse is van Functiebeschrijving naar kerncompetenties (en/of kritische incidenten) naar individuele competenties

=> Bij competentiemodeling slaan we kerncompetenties en kritische incidenten over

26
Q

Wat zijn de kritieken op competentiemodeling?

A
  1. Karaktertrekken? Vaardigheden? Kenniselementen? Waarden?
    => Gebrek aan constructhelderheid
    => So what?
  2. Vaak erg abstract/’fuzzy’ geformuleerd (zie schema gedragsindicatoren per competentie)
  3. STrategisch karakter van competentiemanagement
  4. Methodologische uitdagingen
27
Q

Geef de kwaliteitskenmerken bij competentiemodeling.

A
  • De organisatiecontext expliciet in overweging nemen
  • Competentieprofielen linken aan organisatiedoelstellingen en -strategie
  • Mogelijke toekomstige ontwikkelingen en vereisten in rekening brengen
  • Aanvullen met benadering uit klassieke functiestudie
  • Bestaande computerraamwerken ebruiken
  • Zowel fundamentele (over functies heen) als technische competenties (functiespecifieke) opnemen
  • Competenties gedragsmatig en per niveau definiëren
  • De taal van de organisatie gebruiken bij het opstellen en definiëren van competenties