H.2 De praktijk van het opvoeden Flashcards

1
Q

Wat zijn de basisnoden van elk kind?

A
  • Affectie
  • Structuur
  • Sanctionering

Elk kind heeft deze nodig. Wel in verschillende maten en vormen –> elk kind heeft eigen pedagogische vraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de vier primaire opvoedingsstijlen?

A
  • Autoritair
  • Autoritatief
  • Permissief
  • Verwaarlozend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie heeft de vier primaire opvoedingsstijlen gemaakt?

A

Baumrind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Autoritaire opvoedingsstijl

A
Laag warm/hoog controle
Controle wordt (meestal) gedreven door gevoelens, de zorgen en de emoties van de ouder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Autoritatieve opvoedingsstijl

A

Hoog warm/hoog controle

Controle wordt gedreven uit zorg voor het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Permissieve opvoedingsstijl

A

Hoog warm/laag controle

Alles komt hier vanuit het kind, men volgt het kind als ouder (niet elk kind kan hiermee overweg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verwaarlozende opvoedingsstijl

A

Laag warm/laag controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gevolg PH kinderen bij autoritatieve opvoedingsstijl?

A

Dynamisch en vriendelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gevolg PH kinderen bij autoritaire opvoedingsstijl

A

Gekwetst en geirriteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gevolg PH kinderen bij permissieve opvoedingsstijl

A

Impulsief en agressief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 4 opvoedingsdomeinen zijn er?

A

Onder het samenleven vallen:

  • Verzorgen
  • Werken/leren
  • Spelen/ontspanning
  • (Sociale) Omgang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is een positieve opvoedingsklimaat belangrijk?

A

Opvoedingsklimaat hangt samen met de kwaliteit van de relatie. Als kwaliteit niet goed is dan zijn ouders boos omwille van het kind zelf ipv omwille van bestwil voor kind.
Gedrag wordt niet losgekoppeld van het kind zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Situatiehantering

A

Manier dat ouders de situatie hanteren (wordt ook door kind bepaalt)
Hierin zit een ‘patroon’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de theorie van Patterson?

A

Kans op deliquent gedrag word een stuk kleiner wanneer ouders de 5 vaardigheden implementeren in hun situatiehantering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 5 vaardigheden van Patterson?

A
  1. Positieve ouderlijke betrokkenheid (gezinscohesie, balans van afstand en nabijheid)
  2. Positieve bekrachtiging
  3. Problemen oplossen
  4. Disciplineren
  5. Monitoring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer is er sprake van kwalitatief opvoeden?

A
  • Kind ontwikkelt zijn talenten en voorbereid op samenleving
  • Ouders voelen opvoeden aan als zelfsprekend
  • Beiden voelen zich goed in hun vel