H2 Flashcards

1
Q

Emulgator

A

Een emulgator is een stof die helpt bij het mengen van twee stoffen die normaal gesproken niet of moeilijk mengbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stof

A

alles wat massa heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De eigenschappen van stoffen

A
  1. Geur
  2. Fase
  3. Smaak
  4. Brandbaarheid
  5. Oplosbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kun je aan een gevarensymbool zien

A

Hoe je ermee om moet gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Materialen

A

stoffen waarvan je voorwerpen kunt maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Legering

A

mengsel van metalen. Voorbeeld Brons=koper en ijzer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Thermoplast

A

Kunststof die als je ze verwarmt vloeibaar worden (plastic)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Thermoharder

A

Kunststof die hard blijven als je ze verwarmt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zuivere stof

A

stof die uit 1 soort molecuul bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

molecuul

A

kleinste deeltje van een stof dat nog die eigenschappen van die stof bezit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mengsel

A

twee of meer zuivere stoffen door elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

oplossing

A

helder mengsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

twee typen oplossing

A

kleurloos of gekleurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Emulsie

A

is een mengsel dat bestaat uit niet-mengbare vloeistoffen . Een emulsie is troebel en heeft soms een kleur hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

indicator

A

een stof waarmee de aanwezigheid van andere stoffen kan worden aangetoond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ph-indicator

A

zuurtegraad indicator

17
Q

Welke soorten oplossingen ken je (zuurtegraad)

A
  1. zure (lager dan 7)
    2 neutraal 7 (water)
    3 basisch (hoger dan 7)
18
Q

deeltjestheorie

A

dat stoffen uit deeltjes bestaan (bedacht door wetenschappers)

  1. Alle stoffen bestaan uit kleinere deeltjes
  2. Elke stof heeft zijn eigen soort deeltjes
  3. Andere deeltjes zorgen voor andere stofeigenschappen
  4. Er zijn miljoenen stoffen dus ook miljoenen verschillende deeltjes