H2 Flashcards
transformatie
Een transformatie is een bewerking met figuren.
voorbeelden van transformaties:
- spiegeling
- verschuiving of translatie
- draaiing of rotatie
- puntspiegeling
Origineel/ beeld
Het meetkundig object dat je gaat transformeren noemen we het origineel. Elk origineel heeft één beeld. Origineel en beeld zijn identiek na een transformatie.
spiegelas
Een spiegeling wordt bepaald door een spiegelas.
Een spiegelas is de middelloodlijn van het lijnstuk dat origineel en beeld verbindt.
Middelloodlijn
Een middelloodlijn van een lijnstuk is de rechte door het midden en loodrecht op dat lijnstuk.
dekpunt
Een punt dat op de spiegelas ligt. Origineel=beeld
Symmetrieas
Een symmetrieas van een figuur is een spiegelas die de figuur op zichzelf afbeeldt.
Een vector wordt bepaald door:
- richting
-zin - afstand
Georiënteerde hoek
Een georiënteerde hoek is een hoek die wordt bepaald door: een hoekgrootte en een draaizin.
Puntspiegeling
Een draaiing of rotatie om een centrum O en over een hoek van 180°.
Symmetriemiddelpunt
Een symmetriemiddelpunt van een figuur is het centrum van de puntspiegeling die de figuur op zichzelf afbeeldt.
Geef de eigenschappen van een transformatie.
- lengte of afstand
- hoekgrootte
- loodrechte stand
- evenwijdigheid
- collineariteit
collineaire punten
Minstens drie punten die op eenzelfde rechte liggen.