H2 Flashcards

1
Q

transformatie

A

Een transformatie is een bewerking met figuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorbeelden van transformaties:

A
  • spiegeling
  • verschuiving of translatie
  • draaiing of rotatie
  • puntspiegeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Origineel/ beeld

A

Het meetkundig object dat je gaat transformeren noemen we het origineel. Elk origineel heeft één beeld. Origineel en beeld zijn identiek na een transformatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

spiegelas

A

Een spiegeling wordt bepaald door een spiegelas.
Een spiegelas is de middelloodlijn van het lijnstuk dat origineel en beeld verbindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Middelloodlijn

A

Een middelloodlijn van een lijnstuk is de rechte door het midden en loodrecht op dat lijnstuk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dekpunt

A

Een punt dat op de spiegelas ligt. Origineel=beeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Symmetrieas

A

Een symmetrieas van een figuur is een spiegelas die de figuur op zichzelf afbeeldt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een vector wordt bepaald door:

A
  • richting
    -zin
  • afstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Georiënteerde hoek

A

Een georiënteerde hoek is een hoek die wordt bepaald door: een hoekgrootte en een draaizin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Puntspiegeling

A

Een draaiing of rotatie om een centrum O en over een hoek van 180°.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Symmetriemiddelpunt

A

Een symmetriemiddelpunt van een figuur is het centrum van de puntspiegeling die de figuur op zichzelf afbeeldt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de eigenschappen van een transformatie.

A
  • lengte of afstand
  • hoekgrootte
  • loodrechte stand
  • evenwijdigheid
  • collineariteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

collineaire punten

A

Minstens drie punten die op eenzelfde rechte liggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly