H18 Hartaandoeningen Flashcards

1
Q

In wat is het hart verdeeld? (2)

A
  1. Linker en rechter boezems
  2. Linker en rechter kamers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een ander synoniem voor een hartinfarct ?

A

Hartaanval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is er aan de hand bij een hartinfarct?

A

Bloedvat naar hart toe raakt afgesloten door bloedprop

waardoor er geen zuurstof en bloed naar het hart gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Naar wat voor aandoening lijdt een beschadiging van het hart naartoe ? (2)

A
  1. Hartfalen
  2. Hartritmestoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is er aan de hand bij hartfalen?

A

Hartspier is verzwakt waardoor het hart niet voldoende bloed kan rondpompen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is er aan de hand bij hartritmestoornissen?

A

Te snel , te langzaam of Een onregelmatig hartritme - hartkracht neemt af en bloedcirculatie komt in gevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de betekenis van het volgende woord; Tachycardie?

A

Een versneld hartritme - meer 100 slagen per min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de betekenis van de volgende woord; Bradycardie

A

Een te traag hartritme minder dan 50 slagen per minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke geneesmiddelen werken alleen op het hart? (3)

A
  1. Hartglycosiden
  2. Betablokkers
  3. Calciumantagonisten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer wordt iemand behandeld voor hartritmestoornissen?

A

Wanneer iemand teveel last heeft of in ernstige gevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke geneesmiddelen worden er gebruikt bij hartfalen? (4)

A
  1. diuretica
  2. Betablokkers
  3. ACE remmers / AT2 ATG
  4. Hartglycosiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is er aan de hand bij Angina Pectoris? En waardoor komt dat?

A

Hartkramp

Zuurstofgebrek naar hartspier door vernauwing in de coronairvat door bijvoorbeeld aderverkalking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de symptomen van angina pectoris?

A
  • aanvalgewijs, beklemmend en pijn gevoel achter borstbeen soms uitstraling van pijn naar schouder, kaken , rug of bovenbuik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar straalt de pijn naar uit bij angina pectoris als de pijn erger wordt? (5)

A
  1. Linker of rechter schouders
  2. Arm
    3, kaken
  3. Rug
  4. Bovenbuik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de oorzaak van angina pectoris ? En wat krijg je daardoor? (3)

A
  1. Emotionele belasting
  2. Inspanning
  3. Overgang van warm naar koud

Je krijgt pijn op de borst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer verdwijnen de klachten van angina pectoris?

A

enkele minuten tot Max 15 min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat kun je doen tegen angina pectoris voordat je medicatie gebruikt? (4)

A

Leefregels aanpassen door ;
- stoppen met roken
- minder zout of vet
- Max 2 alcoholconsumpties
- lichaamsbeweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wanneer maak je gebruik van een by-pass of dotteren ? (Welke aandoening)

A

Bij aandoening angina pectoris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een by-pass? (Omleiding)

A

Een ader of slagader uit lichaam halen en daarmee omleiding maken om de vernauwing heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is dotteren?

A

Met een speciale katheter de vernauwde slagader oprekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat voor geneesmiddelen geef je bij hartfalen? (4)

A
  1. Lisdiuretica ivm oedeem
  2. bètablokkers
  3. ACE+AT2 antagonisten
  4. Hartglycosiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat hebben ACE&AT2 wat handig is bij hartfalen?

A

Vluchtige werking in nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waar zorgen betablokkers voor bij hartfalen?

A

Dat het hart minder hoeft te werken om samen te trekken

24
Q

Wat zijn verschillende oorzaken van hartfalen? (4)

A
  1. Ouderdom kracht van hart neemt af
  2. Beschadiging hartspier = ontsteking of infarct
  3. Erfelijkheid
  4. Langdurige
    hypertensie
25
Q

Als het hart harder moet werken, waar lijdt dat naartoe?

A

Vroegtijdig veroudering van het hart

26
Q

Wat zijn de bijwerkingen als het geneesmiddel tekort schiet bij hartfalen? (3)

A
  1. Vermoeidheid
  2. Oedeem
    3 benauwdheidsklachten / Kortademigheid
27
Q

Waardoor instaat de bijwerking vermoeidheid bij hartfalen?

A

Bij niet goed rondpompen gaat er niet voldoende bloed en zuurstof naar longen = vermoeidheid

28
Q

Wat doen ACE remmers en diuretica bij de behandeling van hartfalen?

A

Verbeteren van de pompfunctie van hart om weerstand te verminderen die hart bij het pompen moet overwinnen

29
Q

Wat is een nadeel van betablokkers bij hartfalen?

A

Kan hartfunctie verslechteren

30
Q

Wat geef je bij onvoldoende werking van ACE en betablokkers bij behandeling hartfalen?

A

Aldosteronantagonist = spironolacton

31
Q

Welke middel is eerste keus bij hartfalen ?

A

ace remmers

32
Q

Wat is een laatste keus middel bij hartfalen?

A

Hartglycosiden > versterkt hartkracht

33
Q

Waar is het hartspier gevoelig voor (als hij wat tekort komt?

A

Kalium tekort

34
Q

Wat doen Hartglycosiden? (2)

A
  1. verbeterd de pompfunctie waardoor hart minder moeite hoeft te doen om meer te kunnen pompen
  2. Verlaagd hartritme - hartfrequentie neemt af
35
Q

Wat is de werkzame stof van Hartglycosiden?

A

Digoxine = vingerhoedskruid

36
Q

Waar werken Hartglycosiden op?

A

Selectief op het hart

37
Q

Wat is een nadeel van Hartglycosiden?

A
  1. Lange halfwaardetijd = gevaar cumulatie afbreken duurt lang
  2. Geringe therapeutisch breedte
38
Q

Waarom is kalium tekort een probleem bij het gebruik van Hartglycosiden ? Waarmee moet je opletten?

A

digoxine werkt sterker

Opletten met lis en thiazide diuretica
Vaker bloedprikken of het in de juiste t.b zit

39
Q

wat is eerste keus middel bij bij angina pectoris (aanvalbehandeling) ?

A

Nitraten

40
Q

Welke nitraten worden er gebruikt bij een aanvalsbehandeling bij angina pectoris ?

A
  1. Nitroglycerine sublinguaal spray
  2. Isosorbidenitraat 5mg tablet sublinguaal
41
Q

Wat is de werking van nitraten?

A

Direct vaatverwijdende effect op bloedvaten

42
Q

Wat is het verschil tussen de werking van een aanvalsbehandeling en onderhoudsbehandeling bij angina pectoris?

A

Onderhoudsbehandeling is met gereguleerde/ vertraagde afgifte

43
Q

Wat gebruik je bij een onderhoudsbehandeling bij angina pectoris ? (3)

A
  1. Isosorbidemononitraat - promocard, monocedocard MGA
  2. Isosorbidenitraat - cedocard retard
  3. Pleister nitroglycerine = deponit-T, nitrodur, transiderm
44
Q

Wat is een nadeel van nitroglycerine pleisters bij behandeling van angina pectoris ?

A

Lichaam went snel aan werking nitraten > voorkomen van gewenning = nachtvrije periode > kans op aanval is klein

45
Q

Hoe neem je met een nachtvrije periode een tablet in door de dag heen (isosorbidenitraat) bij angina pectoris ?

A

Ochtend 1 , einde middag 1 en avond geen

46
Q

Wat geef je als medicatie als nitraten geen optie zijn bij angina pectoris?

A

Betablokkers
Calciumantagonisten

47
Q

Wat kunnen betablokkers verminderen en verlagen? (aandoening) ?

A
  1. Verlagen bloeddruk
  2. Verminderen hartfrequentie
48
Q

waar worden betablokkers bij toegepast? Aandoening “ (3)

A
  1. Hoge bloeddruk
  2. Hartritmestoornissen
  3. Angina pectoris
49
Q

Wat zijn de bijwerkingen bij angina pectoris met calciumantagonisten?

A
  1. Oedeem
  2. Overmatig blozen
  3. Dubbelzien
50
Q

Wat zijn de bijwerkingen van nitraten ? (3)

A
  1. Kloppend bonkende hoofdpijnmisselijkheid > mensen met migraine aanval uitlokken
  2. Duizeligheid > bloedvaten wijd = hypotensie = duizelig
  3. Gewenning nitraat vrije periode snachts
51
Q

Wat is een tia?

A

Tijdelijke bloedprop die vanzelf oplost
Geen blijvende schade
Wel revalideren

52
Q

Wat is een CVA ?

A

Beroerte
Weinig bloed/zuurstof naar hersen door bloedprop

53
Q

Waarvan hangt een hersenschade af? En wat zijn de schades? (Beroerte) (4)

A

Hangt af welk gebied geen bloed en zuurstof krijgt

  1. Minder goed praten
  2. Verminderde coördinaten
  3. Vermoeidheid
  4. Volgorde vergeten
54
Q

Geef in 5 stappen aan hoe de hartslag werkt?

A
  1. Boezems trekken samen
  2. Bloed naar hartkamers
  3. hartkamers trekken samen
  4. bloed naar slagaderen gestuwd
55
Q
A

Nitroglycerine