H.13 Sociaal-emotionele en persoonlijkheidsontwikkeling Flashcards
welk stadium van Erikson doorlopen kinderen van 6-12 jaar
vlijt vs minderwaardigheid. gevoelens van competentie en bekwaamheid. positieve gebeurtenissen leiden tot positieve gevoelens in de toekomst. geen succes leid tot gevoelens van mislukking en onvermogen.
sociale vergelijking
het verlangen om je eigen gedrag, vermogens, expertise en meningen te beoordelen door ze te vergelijken met anderen.
opwaartse sociale vergelijking
vergelijken met kinderen die beter presteren dan jezelf. dit komt vaker bij kinderen voor, omdat ze zich willen verbeteren.
neerwaartse sociale vergelijking
vergelijkingen met kinderen die duidelijk minder competent of succesvol zijn.
eigenwaarde
de waardering voor het eigen ik. positief en negatief
cycli van gevoel van eigenwaarde
het een versterkt het ander.
de beleving van vriendschap in drie stadia
4-7 jaar: vriendschap gebaseerd op het gedrag van anderen. speelgoed. even boos, daarna weer samen
8-12 jaar: vriendschap gebaseerd op vertrouwen. voor iemand op komen, ben je er nog als het niet goed gaat.
11-15 jaar: vriendschap gebaseerd op psychische nabijheid. loyaliteit, intimiteit, openheid over psychische gesteldheid. wat past bij je en wat heb je nodig.
verschil in vriendschap tussen jongens en meisjes
jongens; vaak een leider, grote netewrken. bezig met positie en status.
meisjes; een paar vriendinnen met dezelfde status. gelijker op.
gescheiden ouders
gigantische invloed op kinderen. manier waarop ouders ermee omgaan van belang. hoe kinderen worden begeleid. economische status.
nieuw samengesteld gezin
stief ouders of nieuwe broers/zussen. schoolkinderen kunnen zich snel aanpassen.
eenoudergezinnen
gezinnen waarbij er één ouder zorgt voor de kinderen
gezinnen met homoseksuele ouders
opvoeding gaat hetzelfde.
pleeggezin
normaal gezin met eigen kinderen en een kind dat het heel moeilijk heeft in zijn eigen gezin opneemt.