H.11 Fysieke ontwikkeling Flashcards

1
Q

ossificatie

A

proces bij kinderen waarbij hun botten harder worden en hun kracht verdubbeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de ontwikkeling van de grove motoriek in de schooltijd?

A

leren makkelijk dingen zoals schaatsen, fietsen, zwemmen, touwtjespringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de ontwikkeling van de fijne motoriek in de schooltijd

A

6-7 jaar: veters strikken en knopen maken
8 jaar: beide handen onafhankelijk van elkaar kunnen gebruiken
11-12 jaar: bijna hetzelfde als volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

biobanding

A

het in sport verband in teams indelen op basis van fysieke maturiteit in plaats van op basis van chronologische leeftijd. om onzekerheid en frustratie te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oorzaken overgewicht (NN)

A

nature; aanleg
nurture; oomgeving en wat je aangeboden krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voeding invloed op:

A

fysieke groei
gedrag
gezond gebit
cognitieve prestaties en ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

oorzaken van groeiachterstand

A

voeding stress misbruik verwaarlozing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

groeistoornis oorzaken waarbij kind in aanmerking kan komen met groeihormonen

A

groeihormoon tekort, chronisch nierinsufficiëntie, prader willi syndroom, turner-syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

groeistoornis waarbij kind niet in aanmerkinng komt met groeihormonen

A

dwerggroei, syndroom van down, foetaal alcohol spectrumstoornis, ziekte van crohn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

astma

A

kortademigheid, piepen, minder meekomen in sport, minder opnemen in lessen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

psychosomatische klachten

A

lichamelijke klachten waarbij psychische factoren een rol spelen. niks aan de hand met je lichaam maar door bijv stress ontstaan er klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

visuele beperking

A

blindheid of slechtziendheid. ze komen goed mee in de ontwikkeling doordat ze taal normaal meekrijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

auditieve beperking

A

doofheid of slechthorendheid. missen ontzettend veel doordat ze de taal missen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

spraakstoornissen

A

kunnen in gradaties verschillen. bijv stotteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Attention Deficit Hyperactivity Disorder ADHD

A

sommigen zijn heel impulsief anderen hebben een erg korte aandacht boog. omgeving met goed structuur belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat moeten basisscholen met kinderen met speciale behoefte

A

verplichting kinderen te ondersteunen of door te kunnen versturen naar een juiste plek voor onderwijs