H10: Ethiek Flashcards
Welke ethische codes bestaan er voor testgebruik? 2x
- Sinds 1961 bestaat er dan ook een code voor psychologen, vastgelegd in de NIP-ethiek.
2.Daarnaast bestaat er sinds 2004 een Algemene Standaard Testgebruik (AST-NIP).
Wat zijn levensbeschouwelijke en menselijke bezwaren tegen testen? 2x
- Uniciteit van de mens en de onmogelijkheid dit te meten
- Rollen van psycholoog en onderzochte. Hier is het waar de psycholoog in moeilijkheden kan komen. Volgens de oorspronkelijke NIPethiek van 1961 dient het welzijn en de belangen van de cliënt de primaire zorg van de psycholoog te zijn. De praktijk leert dat de prioriteiten soms anders liggen. Even eenzijdig is het standpunt
dat de belangen van het individu altijd moeten prevaleren. Voor institutionele selectie en
plaatsing is in die gedachtegang geen ruimte
Een principiële verwerping van selectie zou zich moeten baseren op een of meer premissen:
- dat er geen verschillen in vakbekwaamheid en geschiktheid zijn,
- dat het onjuist is een keuze
te maken uit sollicitanten op basis van bekwaamheid en aanleg - of dat het bestaan van een
geformaliseerd normensysteem voor prestatiebeoordeling niet acceptabel is.
Wat zijn 3 nadelen van loting?
- Hier valt ten eerste tegen in
te brengen dat het de vraag is of het toekennen van gelijke kansen aan iedereen ethisch gezien
wel zo ideaal is. - Ten tweede is loting veelal in strijd met het streven naar optimale benutting
van meestal beperkte middelen.
3.Ten derde is de kans dat een werkgever een advies om te
loten overneemt vrijwel nihil. Men zal meestal terugvallen op alternatieve methoden, waarvan het voorspellend vermogen geringer is.
De benadering van de herziene NIP-ethiek van 1976 biedt een evenwichtiger oplossing. Een
belangrijk element daarin is de verbreding van het begrip cliënt. Wat is de gedachte hierbij?
De gedachte is dat men tracht
te denken in termen van een cliëntsysteem, waartoe zowel de onderzochte als het instituut
behoren. De psycholoog stelt zich in dienst van beide partijen. Beide partijen hebben recht op
vertrouwelijke behandeling, informatie over de procedures en openheid inzake de overwegingen bij de beslissingen. De beslissing zelf kan het beste bereikt worden in een proces van
gemeenschappelijke exploratie van de wederzijdse behoeften en verlangens.
Ook voor vele technische en methodologische bezwaren geldt dat onderscheid gemaakt moet
worden tussen….
slecht functionerende tests en het principe van de test als zodanig.
Wat zijn technische en methodologische bezwaren tegen testen? 2x
- Psychometrische kwaliteit van tests
- Stereotypen-bestendigend karakter van tests. Dit bezwaar doet zich vooral voor bij het gebruik van tests als selectie-instrument. De tests zouden door hun beperkte karakter de ondernemende, creatieve en exceptionele kandidaat weren, en de fantasie- en initiatiefloze conformist belonen. Het is belangrijk
op te merken dat het hier niet gaat om kritiek op de test, maar op het gekozen criterium.
Het NIP stelt zich op het standpunt dat psychodiagnostische instrumenten alleen voor advies
kunnen worden gebruikt indien…4x
- de theoretische herkomst,
- betrouwbaarheid,
- validiteit en
- normering ten minste voldoende zijn, volgens de criteria van de COTAN. V
Ten slotte worden problemen en bezwaren besproken die een meer specifiek ethisch karakter
hebben en te maken hebben met misbruik of onaanvaardbare condities of consequenties.
Wat zijn de bezwaren?
- Schending van vertrouwen
De AST-NIP voorziet hierin door te stellen dat aan de opdrachtgever alleen de bewerkte testuitslagen worden verstrekt.
n de AST-NIP is de richtlijn opgenomen dat
het rapport niet voor andere doelen dan het oorspronkelijke mag worden gebruikt, en dat de
onderzochte op elk moment de vrijheid heeft het onderzoek te laten stoppen.
. Iets anders ligt
het bij het verstrekken van informatie aan collega-psychologen. Soms kan het wenselijk zijn
om gegevens van een eerder onderzoek te raadplegen. Bij institutionele beslissingen is dan
wel de toestemming van de betrokkenen nodig.
Een andere zaak is de geheimhouding voor de onderzochte zelf. Volgens de AST-NIP heeft de
cliënt recht op een nabespreking van het onderzoek.
Verder heeft de cliënt het recht op inzage
voor het rapport naar de opdrachtgever gaat, op een eventuele blokkering, op aanvulling,
correctie en eventuele verwijdering van verstrekte gegevens, en op een afschrift van het rapport. Slechts een rechterlijke uitspraak kan een psycholoog verplichten om een rapport aan
derden te openbaren en daarmee het recht van de onderzochte herroepen. - Misleiding
- Binnendringen in het privéleven
- Discriminatie
In de discussie over de vraag of de psychologische test tot discriminatie van minderheidsgroepen bijdraagt (of die juist terugdringt), gaat het om twee bezwaren. WElke 3?
Ten eerste zijn de klachten
inzake discriminatie dat tests niet goed zijn gestandaardiseerd voor minderheidsgroepen.
Ten tweede zijn de bezwaren gericht op de inhoud van de test. TTests zouden capaciteiten en kennis meten die bevoorrechte groepen beter hebben kunnen ontwikkelen. Ook worden vragen
gesteld die gekenmerkt kunnen worden als verkapte vragen naar ras of origine.
Ten derde
worden tests gebruikt die gebaseerd zijn op valideringsonderzoek op beperkte groepen, waarvan de resultaten dan worden gegeneraliseerd naar andere groepen.
De 3 discriminatiee bezwaren hebben alle betrekking op de vraag naar …
fairness, of juist bias in testgebruik.
Van een discriminerende testinterpretatie is sprake indien…
men aan verschillen tussen
populaties in bijvoorbeeld intelligentiescores de interpretatie verbindt van verschillen in aangeboren intelligentiepotentieel.
De mogelijkheid van discriminatie in het testgebruik
doet zich vooral voor op het terrein van de selectie. Wat is de redenering hierbij?
De redenering hierbij is dat door gebruik
te maken van tests minderheidsgroepen die gemiddeld lager scoren, minder kans krijgen door
de selectie te komen. Deze gedachtegang vraag om nadere analyse, aan de hand van een
tweetal strategieën.
Wat is de strategie van de maximalisering van de doelmatigheid?
De eerste strategie is gericht op maximalisering van de doelmatigheid. Dit houdt in dat personen met de grootste kansen op succes in een functie worden geselecteerd. Dit wordt bereikt
door de validiteit van de procedure te maximaliseren.
Bij deze strategie is geen sprake van discriminatie als een gegeven score op de selectietest
voor alle onderzochten, ongeacht de groep waartoe ze behoren, overeenkomt met eenzelfde
score op de prestatie in de functie. Wel is van discriminatie sprake indien in de ene groep een
bepaalde testscore met een systematisch hogere criteriumscore correspondeert dan in de andere groep en hiermee bij de selectie geen rekening wordt gehouden. In een dergelijk geval
zullen verschillende aftestgrenzen voor de verschillende groepen moeten worden gehanteerd, wil men discriminatie tegengaan
Toch kan het discriminatieprobleem niet alleen op een psychometrische manier worden opgelost. waarom niet? 2x
Ten eerste verschuift een deel van het probleem zo naar het criterium. Als een criteriumprestatie een oneerlijke weergave is van iemands kunnen, bijvoorbeeld door een taal- of
cultuurhandicap, zal het criterium een vertekening bevatten die zich ook in de correlerende
test zal nestelen. Deze vorm van discriminatie zal met een eerlijker inhoud van het criterium
moeten worden opgeheven.
Ten tweede stelt de maximalisering van de validiteit ons ook voor
het probleem dat het opnemen van variabelen die op zichzelf de validiteit verbeteren, zoals
sekse of sociaaleconomische klasse, tegelijk leidt tot indirecte discriminatie