H1: Geschiedenis Flashcards

1
Q

In de historische ontwikkeling van het testen worden verschillende perioden onderscheiden. Welke 4?

A

1 de periode vóór 1900 (het verschijnen van de Binet-Simon-test)
2 de periode tussen het verschijnen van de Binet-Simon-test en de Eerste Wereldoorlog
3 de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog
4 van het begin van de Tweede Wereldoorlog tot heden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Via welke drie lijnen verliep de testontwikkeling in de periode voor 1900, dus voor het verschijnen van de Binet-Simon-test in 1905?

A
  1. Binnen de psychiatrie ontstond de behoefte aan tests om verschillende geestelijke afwijkingen te diagnosticeren.
  2. De experimentele psychologie oefende invloed uit door haar methodiek van onderzoek (o.a. controle en exacte beschrijving).
  3. Onderzoek naar erfelijke verklaring van individuele verschillen (genetica) wat met name grote invloed had op de statistische kant van testonderzoek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In de periode tussen 1900 en de eerste WO speelde de BInet-Simon-test een belangrijke rol. Om welke 2 redenen?

A
  1. Het vormde de aandrijvende kracht voor de verdere ontwikkeling van de intelligentiemeting.
  2. De gestandaardiseerde testmethode had invloed op het objectiveren van schoolprestaties dmv educational achievement-tests.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat werd in de periode tussen 1900 en de eerste WO nog niet gedaan? 2x

A
  1. Testen op grote schaal
  2. Validatieonderzoek naar de samenhang tussen prestaties op tests met criteria (zoals schoolsucces).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn 3 kenmerken van de periode tussen de eerste en tweede WO wat betreft testontwikkeling?

A
  1. Erkenning dat de psychologische test een positieve bijdrage kan leveren in verschillende beslissituaties.
  2. Ontwikkeling en gebruik van tests namen stormachtig toe.
  3. In de ontwikkeling benoemd bij punt 2 zijn duidelijke accentverschillen aan te wijzen tussen de continentaal-Europese en Amerikaanse benadering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar wordt de periode vanaf de tweede WO tot het heden door gekenmerkt wat betreft testontwikkeling?

A

Uitbreiding in zowel de breedte als de diepte: aantal beschikbare tests nam toe evenals onderzoek naar methodische grondslagen van het testgebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem enkele voorbeelden van testpraktijk van vóór de twintigste eeuw.

A
  1. Oudheid:
    - 2000 v Chr. Chinese keizer vorderingentoets i.v.m. promotie/ontslag
    - 1000 v Chr. China selectie obv testscores in boogschieten, muziek, schrijven, rekenen, sociale eitiquette etc
  2. Oude Testament:
    -Gideon reduceert leger o.b.v. persoonlijkheidstesten: 1. zelfbeoordeling (angstig) en 2. test voor gedragswijze( water drinken beek)
  3. Middeleeuwen:
    - Meten intellectuele of karaktereigenschappen a.h.v fysieke kenmerken gelaat, schedel of lichaaml
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer ontstaat er voor het eerst een meer wetenschappelijke aandacht voor de test?

A

Begin 20e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke behoefte ontstond bij de psychiatrie om de geestelijke onvolwaardigheid vast te stellen? 2x

A
  1. Er ontstond in de psychiatrie een behoefte om verschillen tussen de geesteszieken
  2. en de verschillende gradaties in zwakzinnigheid te bepalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke stimulerende werking had de experimentele psychologie op de testpsychologie?

A

De stimulerende werking van de experimentele psychologie lag in haar methodiek van onderzoek, dat wil zeggen: de exacte beschrijving van experimenteercondities, het controleren van de variabelen en de nauwgezette bewerking van de resultaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In welke zin had de methode van onderzoek van de experimentele psychologie ook een remmende werking op de testontwikkeling?

A

De remmende werking van de methode van de experimentele psychologie is toe te schrijven aan het feit dat individuele verschillen in prestaties worden toegeschreven aan fouten inherent aan het experimenteerproces, terwijl de testontwerper juist belangstelling heeft voor verschillen tussen personen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welk aspecten legde Cattell de nadruk in de testontwikkeling?

A

Individuele verschillen tussen testprestaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke invloed heeft de genetica op de testontwikkeling?

A

Vanuit de genetica ontstond de aandacht voor verschillen in prestaties tussen personen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uit welk type opgaven bestaat de Binet-Simon-test?

A

De Binet-Simon-test bestaat uit een steekproef van complexe opgaven waarvoor het kind zich in het dagelijks leven en de schoolpraktijk gesteld ziet. De opgaven bestrijken een groot scala van problemen, maar zijn sterk verbaal van aard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarin lag het nieuwe van Binets benadering? 3x

A
  1. Hij legde de nadruk op complexe in plaats van eenvoudige mentale processen.
  2. Hij was empirisch georiënteerd.
  3. Hij stelde voor een totaalscore te gebruiken voor het intelligentieniveau.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Aan welke twee zeer belangrijke testtechnische eisen werd voldaan bij de eerste Stanford-Binet in 1916?

A
  1. Er werden standaardinstructies geformuleerd
  2. Er werden normen geformuleerd op grond van een representatieve steekproef.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welk idee nam Terman van Stern over ter bepaling van het intelligentieniveau van het kind?

A

Terman nam van Stern het idee over om de mentale leeftijd te delen door de chronologische leeftijd en dit getal werd dan vermenigvuldigd met honderd.

18
Q

Tot welke conclusie kwam Spearman op grond van zijn theoretische onderzoekingen van de intelligentietests?

A

Spearman kwam tot de conclusie dat in alle tests twee intelligentiefactoren een rol speelden. De g-(algemene) factor en de s-(specifieke) factor.

19
Q

Naar welk aspect van Spearmans theorie verwijst Binets test?

A

Doordat Binet een breed scala van complexe opgaven had geselecteerd, verwijst zijn test naar de g-factor.

20
Q

Welke stappen initieerden Burt en Thorndike in de testontwikkeling?

A

Burt en Thorndike probeerden als eersten de schoolprestaties met behulp van educational achievement tests te objectiveren.

21
Q

In de periode tussen de Binet-Simon-test en de Eerste Wereldoorlog waren er nog twee manco’s in de ontwikkelde tests te bespeuren. Welke tekortkomingen worden besproken?

A
  1. Testen op grote schaal.
  2. Validatieonderzoek.
22
Q

De Eerste Wereldoorlog veroorzaakt twee belangrijke veranderingen in de psychologie. Omschrijf deze twee veranderingen.

A
  1. het routinematig toepassen van de testpsychologie in beslissingssituaties
  2. het toepassen van de psychologie buiten laboratoriumsituaties.
23
Q

Uit welke noodzaak is de Army Alpha-test ontstaan?

A

De Army Alpha-test is ontstaan uit de behoefte om vlug en efficiënt te testen. Daarom werd deze test ontwikkeld voor groepsgewijze schriftelijke afname.

24
Q

In welke opzichten liep vanaf de Eerste tot de Tweede Wereldoorlog de testontwikkeling in Europa en Amerika sterk uiteen?

A

Het verschil tussen Europa en Amerika was vooral gelegen in het feit dat in Europa de nadruk lag op de individuele diagnostiek, terwijl in Amerika het accent lag op kwantitatief verwerkbare groepstests.

25
Q

Waarom werden vooral in Amerika in de periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog non-verbale tests ingevoerd?

A

De vele immigranten beheersten in onvoldoende mate de Engelse taal. Aangezien de tests verbaal van aard waren en specifiek op de Amerikaanse cultuur betrekking hadden, ontstond de behoefte om tests te ontwikkelen die minder afhankelijk waren van taal en cultuur.

26
Q

Op welk specifiek onderzoeksterrein werden non-verbale tests ook toegepast?

A

Non-verbale tests werden ook toegepast op het specifieke terrein van intelligentieonderzoek van gehandicapten, zoals motorisch en perceptueel gestoorden.

27
Q

Aan welk probleem wordt in zowel Engeland als in Amerika ten aanzien van het testen van schoolprestaties grote aandacht besteed?

A

Zowel in Engeland als in Amerika wordt grote aandacht besteed aan de objectieve evaluatie van schoolprestaties.

28
Q

Welke zeven groepsfactoren werden door Thurstone geïdentificeerd?

A
  1. Verbal comprehension
  2. Word fluency
  3. Number facility
  4. Spacial visualization
  5. Associative memory
  6. Perceptual speed
  7. Reasoning
29
Q

Welke drie methoden van het testen van de persoonlijkheid worden onderscheiden?

A
  1. Observatie
  2. Persoonlijkheidsvragenlijsten
  3. Toepassing projectietests
30
Q

Door welke twee algemene tendensen in de testontwikkeling wordt de periode vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog tot heden getypeerd?

A
  1. Toename aantal beschikbare tests
  2. Kritische bezinning op de methodische grondslagen van testgebruik.
31
Q

Waarvoor vormden de meer dan 9 000 000 personen die werden onderzocht met de Army Classification Test, een goede bron?

A

De gegevens van deze personen vormden een goede bron voor genuanceerde normering en validering van deze Army Classification Test.

32
Q

Waarvoor werden differentiële testbatterijen ontwikkeld?

A

De differentiële testbatterijen werden ontwikkeld om inzicht te krijgen in de structuur van vaardigheden.

33
Q

Welke vergelijkingen kunnen worden gemaakt op grond van schoolvorderingentests?

A

Met behulp van schoolvorderingentests kunnen vergelijkingen worden gemaakt tussen de resultaten van vooropleidingen.

34
Q

Waarvoor worden opleidings- en kennistests gebruikt?

A

Opleidings- en kennistests worden gebruikt om zowel de toekomstige prestaties van een kandidaat te voorspellen als de opleidingsprogramma’s te evalueren

35
Q

Waarvoor werden persoonlijkheidsvragenlijsten en biografische anamnestische vragenlijsten gebruikt? 2x

A
  1. Identificatie van potentiële psychiatrische patiënten
  2. Selectie voor bepaalde functies.
36
Q

Niet alleen in de uitbreiding van het aantal tests en de toepassing ervan is de populariteit van het testgebruik af te lezen, maar ook in drie andere aspecten van de ontwikkeling van testtheorie en testgebruik is de belangstelling voor het meten te constateren. Welke aspecten worden door de auteurs genoemd?

A
  1. het oprichten van testinstituten (zoals de Educational Testing Service en het CITO)
  2. toename van communicatie met betrekking tot tests en testonderzoek (tijdschriften en andere periodieken)
  3. het verschijnen van talrijke handboeken over testgebruik.
37
Q

In welke toepassingsterreinen staat de test- en meettheorie centraal?

A
  1. selectiepsychologie
  2. schooltoetsconstructie (educational measurement).
38
Q

Welke psychologen hadden in de jaren vijftig een belangrijke invloed op de stimulering van het testgebruik in de Nederlandse psychologie?

A
  1. Kouwer
  2. De Groot
39
Q

Vanaf welke periode heeft de psychologische test definitief een wetenschappelijk verantwoorde plaats veroverd binnen de Nederlandse psychologie?

A

Vanaf jaren ‘60

40
Q

Wat is criteriumgedrag?

A

Als men met een test gedrag buiten de testsituatie probeert te voorspellen - criteriumgedrag genoemd - dient de relatie tussen test en criterium van tevoren zin aangetoond.

41
Q

Wat is de actuarische methode?

A

Bepalen van de kansen van de onderzochte op een positief resultaat in de te voorspellen situatie.

42
Q

De experimentele psychologie was in tegenstelling tot de testontwikkelaars vooral geïnteresseerd in….

A

generaliseerbaarheid van de wetten