H10 11 Flashcards

1
Q

Wat zijn de 3 belangrijkste taken binnen een gemend economie van de overheid

A
  1. Allocatiefunctie
  2. Herverdelingsfunctie
  3. Stabilisatiefunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de Allocatiefunctie?

A

Wanneer de overheid de manier waarop productiemiddelen in een land worden ingezet beïnvloedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de herverdelingsfunctie

A

de overheid herverdeelt de inkomsten op basis van wat eerlijk en rechtvaardig beschouwd wordt. Zo voorkomt ze grote inkomensverschillen. Dat gebeurt via de uitkeringen (vb werkloosheidsuitkering.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de stabilisatiefunctie

A

overheid probeert te zorgen voor een stabiele economie door grote schulden te vermijden vb met de begrotingstekort zo laag mogelijk te houden, probeert de economie een laag conjuctuur te stimuleren en tijdens een hoog conjuctuur in te zetten op sparen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef voorbeelden van staatsinterventie op onderwijs vlak

A
  • diplomas uitreiken (vlaamse gemeenschap)
    -vastleggen van examens
    -afschaffen esthetica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef voorbeeld van staatsinterventie op klimaat en milieu domein

A

-Klimaat en milieu: lage imissie zones, geen diesel en oude autos meer….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef voorbeeld van staatsinterventie op mensenrechten vlak

A

-mensenrechten= universele rechten van de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was belgie in de 19de eeuw?

A

een nachtwakerstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een nachtwakerstaat

A

dat is een staat waarbij de overheid zich zo weinig mogelijk met de burgers bemoeid. Haar enige taak was zorgen voor politie en leger om de veiligheid te garanderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat was een synoniem voor politie in die tijd?

A

Arm der wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geef een frans bijnaam voor nachtwakersstaat

A

l’Etat gendarme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

van wat evolueerde L’etat gendarme?

A

van een nachtwakerstaat naar een welvaarts of verzorgingsstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een welvaarts of verzorgingsstaat

A

Dat is een staat waarbij de overheid ook haar verantwoordelijkheid opnam voor het welzijn van de bevolking. In die periode ook sociale zekerheden en bijstanden uitgebouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

WAT GEBEURDE ER VANAF 1980 met de welvaart - verzorgingsstaat?

A

mensen vonden dat onhoudbaar was omdat ten eerste de betaalbaarheid van de instellingen en voorzieningen. ook vonden ze dat er velen zonder inspanningen op die sociale bijstand gebruik zouden van maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ondertussen is belgie van wat naar wat geevolueerd

A

van een welvaart en verzorgingsstaat naar een actieve welvaartsstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat houdt een actieve welvaartsstaat in,

A

-ze vermindert de eerde aangeklaagde afhankelijkheidscultuur
-bevordert de deelname aande samenleving
-de overheid moet zorgen dat iedereen kan werken en de burgers krijgen sancties als ze deze werk kansen weigeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Uit wat bestaat de belgische bescherming

A

uit de sociale zekerheid en de sociale bijstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat houd de sociale zekerheid in?

A

twee begrippen staan centraal.
1ste= solidariteit tussen werkenden en werklozen, gezonden , zieken; jongeren en ouderen….
2de= verzekering: elke burger moet een sociale bijdrage betalen die berekend wordt op basis van het brutoloon. op die manier wordt iedereen een uitkering wanneer het verzekerde risico zich voordoet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een sociale zekerheid

A

een verzamelnaam voor meerdere stelsels die gegroeid zijn rond de verschillende beroepscategorien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

geef de drie zaken die de sociale zekerheid aanbiedt.

A

-vervangingsinkomen bij loonverlies (vb werkloosheid, pensioen,vakantie….)
-aanvulling op het inkomen in het geval van sociale lasten (vb kinderen opvoeden)
-schadevergoeding voor beroepsrisico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

geef de structuur an de sociale zekerheid

A

zie boek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wanneer doe je beroep op de sociale bijstand

A

als sommige mensen naast het vangnet van de sociale zekerheid vallen. een extra vangnet om de hele bevolking een minimuminkomen te garanderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de voorwaarde om aan sociale bijstand te doen

A

eerste gebeurt er een bestaansmiddelenonderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

hoe wordt de sociale bijstand gefundeerd?

A

met de belastingsbijdragen en dus niet gebaseerd op het loon. Het gaat om forfaitaire uitkeringen die niet heel hoog zijn maar wel een basisbescherming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

wat zijn de voorzieningen van sociale bijstand?

A

-Het leefloon
- inkomensgarantie voor ouderen
-gewaardborgde gezinsbijslag
-de tegemoetkomigen aan personen met een handicap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

waarom staat de sociale zekerheid ook soms bekend als een vorm van verplichte solidariteit

A

elke burger moet zijn sociale bijdrage betalen en zo bijdrage aan de sociale zekerheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

welke 3 verschillen bestaan er tussen de sociale zekerheid en sociale bijstand

A

-de overheid financieerd de sociale zekerheid
-de sociale zekerheid berektn een percentage op het normale loon.
-De sociale bijstand zijn vaste voorzieningen
-Wie correct de sociale zekerheid bijdrage betaalt, heeft recht op de steun. Bij sociale bijstand krijg je pas na een onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat toont de werkloosheidsgraat aan?

A

welk aandeel van de beroepsactieve bevolking geen werk vindt

29
Q

WAT IS EEN ARBEIDERSREGLEMENT

A

Een arbeidsreglement is een document dat de algemene regels en procedures binnen een bedrijf vastlegt. Het kan ook bekend staan als een bedrijfsreglement of personeelshandboek.

30
Q

wat is een arbeidsovereenkomst

A

Een arbeidsovereenkomst is een contract tussen een werkgever en een werknemer waarin de arbeidsvoorwaarden en verplichtingen van beide partijen zijn vastgelegd.

31
Q

wat zijn cao’s?

A

Collectieve arbeidsovereenkomsten.

Wordt opgesteld in het geval dat er een akkoord gesloten wordt tussen een of meerdere vakbonden en een of meerdere werkgevers. De cao’s bepalen de arbeidsrelaties tussen de werkgever en werknemers binnen een onderneming of een bedrijfstak

32
Q

hoe worden de werkgevers en werknemesorganisatie ook genoemd?

A

de sociale partners.

33
Q

Wat gebeurd er binnen het sociaal overleg?

A

regeringen en sociale partners gaan met elkaar in overleg om economische doelen te bereiken. Centraal in dat overleg staat de Groep van de 10.

34
Q

Wat is de Groep van 10

A

de belangrijkste onderhandelaars van de federale belgische sociale partners

35
Q

Wie zijn op federaal en vlaams niveau bevoegd voor gelijke kansen?

A

?

36
Q

VRAGEN ANAIS

A

PG135 - 138

37
Q

Wat is recht?

A

-recht moet burger beschermen
-recht geeft ade + structuur in de SL
- recht heeft een signaal functie

38
Q

geef de betekenis van wat recht is in het algemeen

A

recht is het geheel van wetten / gedragsregels die de overheid uitwerkt en aan de burger oplegt om de belangrijkste maatschappelijke belangen te kunne beschermen

39
Q

Hoe complexer de samenleving wordt hoe…

A

groter de nood aan regels en hoe meer recht er ontstaat.

40
Q

Waarom is recht een dynamisch gegeven?

A

omdat de opvattingen van een SL kunnen veranderen , is ook de wetgeving aan wijzigingen onderhevig.

41
Q

Wat was vroeger de belangrijkste bron van recht

A

de gewoonte. Iets was goed en rechtvaardig omdat dat zo van gen op gen werd doorgegeven.

42
Q

Wat is vandaag de dag de belangrijkste bron van recht?

A

wetgeving. Daaronder verstaan we de verzameling van alle wetten in de ruime zin van het woord: de grondwet, federale wetten, koninklijke besluiten, decreten, ordonnanties en de provinciale en gemeentelijke besluiten

43
Q

Wat is de tweede bron van recht

A

rechtspraak, rechters passen de wetgeving immers toe op concrete problemen en geschillen. Hun vonnissen en arresten vormen op die manier een belangrijke bron van recht

44
Q

wat is de derde bron va recht

A

rechtsleer of doctrine. Dat zijn opvattingen en theorien over het recht, geschreven door gezaghebbende auteus. Een jurist kan vb commentaar geven op de wetgeving of rechtspraak of een interpretatie of kritische analyse ervan. Zo geeft hij zijn beeld op bestaande wetgeving.

45
Q

Wat is het gerechtsboom

A

plek waar er recht gesproken werd in het buitenlucht vroeger.

46
Q

Welke recht werd opnieuw bestudeerd na 1100?

A

Romeinse Recht

47
Q

welke recht had te kerk gemaakt

A

de canonieke recht

48
Q

wat bracht de wisselwerking tussen romeinse recht en canonieke recht?

A

het procesrecht. Het recht dat handelt over alle gerechtelijke procedures en bestaat uit strafprocesrecht, burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht.

49
Q

Wat is de bekendste canonieke bijdrage?

A

inquisitio, oorspronkelijk was dat een procesvorm waarbij de rechter een onderzoek instelde, in plaats van af te gaan op de accusatio (beschuldigingen).

50
Q

tot wat groeide de inquisitio

A

tot de Inquisitie (=rechtbank geleid door geestelijken), ze liet ketters opsporen en zorgde voor het onderzoek en de veroordeling. Het was vervolgens de wereldlijke macht die de bestraffing uitvoerde zodat de kerk haar handen schoon hield. Vaak was er echter een grote mate van willekeur. Kerkelijke rechters waren gemachtigd om de meest intieme en persoonlijke zaken van de verdachten te onderzoeken. De verdachten mochten GEEN getuigen oproepen en hadden geen recht. Vaak werden ze ook gemarteld om hun te dwingen tot bekentenis.

51
Q

Tegen wie werd in 1375 de inquisitie ingezet?

A

tegen heksen ; daarvoor werd er zelfs een heksenwaag gebruikt. met die werden vrouwen gewogen die verdacht werden voor hekserij

52
Q

wat toonde de heksenwaag aan en waarom?

A

als de beschuldigde vrouw te licht was (onder de 40kg) werd ze een heks en belande ze op de brandstappel

53
Q

een kerkelijke rechtbank bestaat wel nog , inquisitie niet meer. Over welke onderwerpen heeft die kerkelijke rechtbank bevoegdheid?

A

ze behandel rechtsgeschilen op basis van kerkelijke recht waarvan de oplossing tot de bevoegdheid van de kerk behoort (vb ontslaan van pedofiele geestelijke)

54
Q

hoe zie je dat het geloof ok door de rechtszalen van de wereldlijke rechtbanken drong?

A

dankzij de rechtszalen die versierd werden met kunstwerken die de rechters moesten aansporen om hun taak gewetensvol uit te voeren. Vaak waren dat afbeeldingen van het laatste oordeel. Verwijst naar dag dat god alle mensen vonnist.

55
Q

wat zijn exempla iustitia

A

voorbeelden van rechtvaardige rechtspraak. Zo werd de rechtzaal met velen profane gerechtigheidstaferelen gekleed. Kunst fungeerde als inspiratie om rechtvaardig te oordelen

56
Q

wat groeide vanaf de late ME

A

de professionalisering binnen de rechtspraak. Er ontstond nieuwe beroepsgroepen zoals advocaten, procureurs en gerechtsdeurwaarders. Hiervoor had je universitair diploma nodig.

57
Q

wat is het verhaal van Zaleucus

A

terug naar de oudheid. Griekse wetgever zaleucus had bepaald dat wie aan verspel doet de ogen werd uitgestoken. Toen zijn zoon betrapt werd heeft Zaleucus zijn wet nog steeds door laten gaan om een voorbeeld te stellen. Hij liet beide ogen eruit halen want de ogan van mijn zon zijn ook mijn ogen.

58
Q

Wat was het gevolg van de invloed van de verlichting

A

het rechtsysteem ging in de 18e eeuw een grote verandering namelijk dat er regels moesten komen om de burgers te beschermen tegen de willekeur van het gerecht en ook dat de rechtspraak menselijker en rechtvaardiger werd, onder andere dat iemand onschuldig is tot het tegendeel bewezen is. Iedereen krijgt het recht om zich te verdedigen en straffen moesten in verhouding met misdrijf niveau zijn.

59
Q

Wat zorgde de romantiek uit de 19de eeuw voor?

A

voor het verder etten van nieuwe historische omstandigheden. De romantici braken op verscheidenen vlakken de mentaliteit en ambities van de verlichtingsdenkers. Zien de mens niet als een universele grootheid dat door algemen wetten verklaard kan worden maar als iemand met vlees en bloed die deel uitmaakt ban een bepaalde gevormde cultuur. verwerpen het idee dat meer kennis = meer vrijheid, geloven dus niet in de maakbaarheid van de samenleving. wat belangrijk is zijn tradities en een pluraliteit aan waarden en meningen.

60
Q

WAT ZIJN de belangrijke principes die in de loop van de gesch zijn ontstaan bij rechtspraak

A

-Vermoeden van onschuld
-Onafhanklijke en onpartijdige rechters
-Openbaarheid
-Hoor en wederhoor

61
Q

Geef meer uitleg over de principe Vermoeden van onschuld

A

= In dubio pro reo (= in twijfel wordt besloten ni voordeel van de beschuldigde)
betekent dat overheden en rechtscolleges niet publiekelijk iemand zijn schuld mogen verwijzen voordat het vastgesteld werd. Ze mogen dan ook niet schuldig voorgesteld worden door hun vb te boeien tijdens het proces. De beklagdigde hoeft ook zijn onschuldigheid niet te bewijzen want het voordeel ligt bij hem.

62
Q

geef meer uitleg bij de principe onafhankelijke en onpartijdige rechters

A

rechters moeten onbevooroordeeld en niet vooringenomen een zaak behandelen.
AFHANKELIJKHEID
Een rechter mag niet afhankelijk zijn noch van uitvoerende als wetgevende als van de betrokken partijen in het proces. Hij gaat beslissingen nemen zonder enige bindingen baseren op eigen vrije oordeel
onpartijdigheid
ONPARTIJDIGHEID
Een rechter mag gen blijk geven van vooringenomenheid. Rechter moet objectief oordelen en zijn voor of afkeur niet laten blijken.

63
Q

via welke grondwettelijke principe voldoet belgie aan het principe onafhankelijkheid

A

via scheiding van de machten of trias politica

64
Q

welke kenmerk van vrouwe justitia verwijst naar rechterlijke onpartijdigheid

A

de blinddoek

65
Q

wat gebeurt er in geval dat er sprake van afhankelijkheid en partijdigheid voor komt bij een rechter.

A

de rechter wordt gewraakt. Wraken= rechter die een zaak behandelt vervangen worden

66
Q

Geef meer info over de openbaarheid

A

dit betekent dat de deuren van de rectzaal in principe open moeten zijn voor publiek en iedereen de zaal mag betreden. Ook moet elke uitspraak steeds openbaar zijn, die externe openbaarheid moet het mogleijk maken dat de SL de rechtsgang kan controleren. Daarnaast is er ook interne openbaarheid, dat garandeert dat de betrokkenen inzage mogen hebben op vb volledige strafdossier…

67
Q

Geef meer uitleg over de hoor en wederhoor

A

belangrijkste beginsel modern procesrcht
4 belangrijke eisen=

1) Alle partijen moeten gehoord worden
elke partij moet de gelegenheid krijgen om haar standpunt uiteen te zetten tegenover een rechter en het recht heeft om te reageren op wat zich in het proces voordoet

2) Alle partijen moeten in gelijke maten gehoord worden.

3) Luisteren, de rechter moet luisteren als de partijen gehorod worden. De rechter moet een open geest en oor hebben.

4)rechter moet informatie van de prtijen in het achterhoofd houden bij het nemen van de beslissingen ook wel VERDISCONTEREN GENOEMD.

68
Q

Wat zijn de 4 functies van recht

A
  • ordenende functie
    -instrumentele functie
    -conflictlossende functie
    -normatieve functie