H1 t/m 5

Question 1

Epidemiology

Answer 1

Percentage mensen met een bepaald disorder

Question 2

Physiological model

Answer 2

Er is een fysiologische (hormonen, genetica) basis voor alle psychologische gebeurtenissen

Question 3

Diathesis-stress model

Answer 3

Disorders ontstaan vanwege een interactie tussen bepaalde risicofactoren en omgevingsfactoren

Question 4

Psychodynamic model

Answer 4

Disorders ontstaan door psychologische drijfveren en krachten

Question 5

Behavorial model

Answer 5

Leggen de nadruk op het waarneembare gedrag van het individu in een specifieke omgeving

Question 6

Humanistic model

Answer 6

Persoonlijke waarde van het individu, hoe belangrijk een individu is in zijn eigen ontwikkeling

Question 7

Family model

Answer 7

Benadrukken de waarde van het gezin

Question 8

Sociocultural model

Answer 8

Benadrukken de waarde van de cultuur en waarden en normen daarbinnen

Question 9

Comorbidity

Answer 9

Samenkomen van twee of meer stoornissen

Question 10

Surgency

Answer 10

Positieve emoties en socialiteit

Question 11

Differential sensitivity

Answer 11

Hypothese dat sommige kinderen meer kwetsbaar zijn dan anderen voor zowel positieve als negatieve omgevingsfactoren

Question 12

Pica

Answer 12

Het eten van niet eet-bare producten

Question 13

Reactive attachment disorder (RAD)

Answer 13

afwezigheid van hechtingsgedragingen

Question 14

Disinhibited Social engagement disorder (DSED)

Answer 14

Kind toont een gebrek aan sociale kennis