Fundamentals II Flashcards

1
Q

Bronfenbrenner systeem

A

Micro - eerste cirkel rondom individu
Meso - interactie componenten micro
Exo - buiten, kind neemt niet actief deel aan
Macro - samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Types of attachment

A

Secure - verdriet bij weggaan, contact bij terugkomst ++
Avoidant - geen angst bij weggaan, geen contact bij terugkomst –
Resistant - toont angst en verdriet bij weggaan, duwt weg bij terugkomst +-
Disorganized - kind vertoont bijzonder gedrag, weet niet wat ze willen X

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Parenting styles

A

Autoritair - hoge controle, lage responsiviteit
Autoritatief - hoge controle, hoge responsiviteit
permissief - lage controle, hoge responsiviteit
Verwaarlozend - lage controle, lage responsiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Assent

A

Child agrees to participate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Epidemiology

A

Het percentage stoornissen in de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Prevalence

A

Het percentage stoornissen in de populatie op een specifiek punt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Incidence

A

Percentage van stoornissen gedurende een bepaalde periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Prevention types

A

Primary - voordat de problemen zich voordoen
Secondary - verkorten van de duur
Tertiary - minimaliseren van de impact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Prevention targeted population

A

Universal - iedereen
Selective - mensen in gevaar
Inidcated - mensen met symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Classical conditioning

A

UCS
UCR
CS
CR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Operant conditioning

A

Positive reinforcement - voegt iets positiefs toe
Negative reinforcement - neemt iets negatiefs weg
Positive punishment - voegt iets negatiefs toe
Negative punishment - neemt iets positiefs weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Extinction

A

Ouder negeert negatief gedrag tot het weggaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Generalization

A

Positieve bekrachtiger verbetert meerdere gedragingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Shaping

A

Prijs kind wanneer het iets doet, en alleen nog maar wanneer het dat doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Observational learning

A

Leren door observeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Modelling

A

Het kind imiteert gedrag dat hij/zij heeft geobserveerd