H 11 persoonlijkheid Flashcards

1
Q

Persoonlijkheid definitie

A

Verzameling van stabiele en unieke psychische (innerlijke) en gedragsmatige (uiterlijke) kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

persoonlijkheid 3

A

ligt niet levenslang vast
evolutie tijdens jeugdjaren
verandering onder invloed situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

persoonlijkheid komt tot uiting in

A

gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gedrag zegt iets over

A

persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

jijzelf

A

persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat anderen zien

A

gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe anderen over jou denken

A

omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

temperament

A

aangeboren deel van persoonlijkheid,
reactie op prikkels volgens bepaald emotioneel patroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

iemand met een temperament

A

iemand die fel of hevig kan reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

opgewekt, sociaal, impulsief lichaamsvocht

A

bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

opgewekt, sociaal, impulsief temperament

A

sanguinisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

woedend, gepassioneerd, rusteloos lichaamsvocht

A

gele gal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

woedend, gepassioneerd, rusteloos temperament

A

cholerisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

neerslachtig, voorzichtig, serieus lichaamsvocht

A

zwarte gal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

neerslachtig, voorzichtig, serieus temperament

A

melancholisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

koel, nuchter, kalm lichaamsvocht

A

slijm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

koel, nuchter, kalm temperament

A

flegmatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

colère

A

cholerische temperament

19
Q

melancholie

A

zwartgalligheid

20
Q

realistisch

A

voldoende zelfvertrouwen
veerkracht

21
Q

negatief of laag

A

weinig zelfvertrouwen

22
Q

positief

A

te hoog zelfbeeld
te veel zelfvertrouwen
zelfvoldaan

23
Q

opvoedinng democratisch:

A

realistisch zelfbeeld

24
Q

opvoeding autoritair en overbeschermend:

A

laag zelfbeeld

25
Q

omgeving

A

reacties anderen

26
Q

stereotypes

A

simplistische veralgemeningen eigenschappen

door maatschappij toegekend aan alle leden bepaalde groepen

27
Q

leeftijd

A

adolescentie

28
Q

geslacht

A

vrouw: lager zelfbeeld

29
Q

Persoonlijke identiteit

A

Zelfdefiniëring

30
Q

Sociale identiteit

A

Rol maatschappij

31
Q

Collectieve identiteit of culturele identiteit

A

Groepsverbondenheid

32
Q

Relationele identiteit

A

Verbondenheid anderen

33
Q

Ontwikkeling

A

Begint vroeg

Proces

Adolescentiefase

Geen eindpunt <-> persoonlijkheid: stabiel rond 30 jaar

34
Q

Extraversie <->

A

introversie

35
Q

Vriendelijkheid <->

A

afstandelijkheid

36
Q

Emotionele stabiliteit <->

A

neuroticisme

37
Q

Zorgvuldigheid <->

A

onzorgvuldigheid

38
Q

Openheid voor ervaringen <->

A

gesloten voor ervaringen

39
Q

Extraversie

A

Warm en persoonlijk contact

40
Q

Vriendelijkheid

A

Vriendelijk, respectvol, hart voor mensen

41
Q

Emotionele stabiliteit

A

Flexibiliteit

42
Q

Zorgvuldigheid

A

Situaties correct inschatten, verantwoordelijkheidszin

43
Q

Openheid

A

Flexibiliteit, leergierigFlexibiliteit, leergierig

44
Q
A