H 10 Morele Ontwikkeling

Question 1

Morele ontwikkeling (3)

Answer 1

Rijping rechtvaardigheidsgevoel
Besef goed en kwaad
Bijbehorend gedrag

Question 2

Piaget (2)

Answer 2

Knikkerspel
Morele dilemma’s

Question 3

Fase 1 vh moreel realisme (4)

Answer 3

4-7 jaar
O.b.v relatie volwassen autoriteiten
Regels: vast, onrechtvaardig
Samenspelen: eigen regels

Question 4

Fase 2 v.d. Beginnende samenwerking (4)

Answer 4

7-10 jaar
Spel
Socialer karakter
Houden zich aan formele regels

Question 5

Fase 3 v.h. Moreel relativisme (4)

Answer 5

10-12 jaar
O.b.v. Relatie gelijkwaardige leeftijdsgenoten
Nuttige, functionele <-> overbodige, zinloze regels
Spelregels overtreden≠ regels veranderen

Question 6

Rechtvaardigheid (piaget)

Answer 6

Hoe kinderen daarover denken = afhankelijk van bereikte morele stadium

Question 7

Fase moreel realisme

Answer 7

Straf: afhankelijk gevolgen

Question 8

Fase moreel relativisme

Answer 8

Ernst wandaad
Intentie

Question 9

Kritiek op piaget (3)

Answer 9

Beschrijving reacties ipv moraal
Vooral observaties jongens
Onderschatting leeftijd ontwikkeling morele capaciteiten

Question 10

Piaget

Answer 10

4 tot 12 jaar

Question 11

Kohlberg

Answer 11

Ook adolescentie+ volwassenheid
Ook morele dilemma’s

Question 12

Tot 10 jaar (2) morele ontwikkeling

Answer 12

Zwart-wit
Gevolgen gedrag

Question 13

Tieners (3) morele ontwikkeling

Answer 13

Nadenken
Eigen mening
Stap vooruit morele ontwikkeling

Question 14

14 jaar (2) morele ontwikkeling

Answer 14

Genuanceerder
Bedoeling

Question 15

Drie stappen morele ontwikkeling (kohlberg)

Answer 15

Niet antwoord op zich belangrijk
Wel: verantwoording

Question 16

Niveau 1

Answer 16

Preconventionele moraliteit
Tot 10 jaar
Gevolgen gedrag voor zichzelf

Question 17

Fase 1

Answer 17

Gedrag gericht op straf en gehoorzaamheid

Negatieve gevolgen

Question 18

Fase 2

Answer 18

Gedrag gericht op eigenbelang
Positieve gevolgen

Question 19

Niveau 2

Answer 19

Conventionele moraliteit
Goedkeuring anderen

Question 20

Fase 3

Answer 20

Gedrag gericht ip “goed gedrag” sociale verwachtingen
10-18 jaar
Door anderen geliefd of gewaardeerd

Question 21

Fase 4

Answer 21

Gedrag gericht op autoriteit
Volwassenen
Belang samenleving

Question 22

Niveau 3

Answer 22

Postconventionele moraliteit
Waarden
Abstract denken

Question 23

Fase 5

Answer 23

Gedrag gericht op sociale overeenstemming en mensenrechten
Verder kijken dan regels
Goed voor mensen

Question 24

Fase 6

Answer 24

Gedrag gericht op universele ethishe (morele) principes
Wetten: enkel van toepassing zolang ze ethishe principes eerbiedigen

Question 25

Morele ontwikkeling lawrence kohlberg

Answer 25

Invloed gedrag, omgang anderen

Question 26

Lawrence tieners

Answer 26

Morele keuzens: goedkeuring anderen
Fase 3

Question 27

Delinquente jongeren

Answer 27

Lager niveau moreel redeneren
Morele keuzens: kans op straf/ beloning
Fase 1 en 2

Question 28

Veel volwassenen

Answer 28

Niet verder dan fase 4

Question 29

Kritiek op kohlberg onerzoeksmethode (2)

Answer 29

6e fase: onvoldoende empirisch bewijs
Interviews: sociaal wenselijk

Question 30

Kritiek op kohlberg inhoud (3)

Answer 30

Focus rationele argumenten ipv emoties
Fases: vast patroon
Vrouwen scoren lager

Question 31

Pluspuntje

Answer 31

Pluspuntje