Gynaecologische ziekten Flashcards

1
Q

Histologie uterus

A
  • Endometrium: 2/3 zona functionalis en 1/3 zona basalis, bestaande uit columnair epitheel + tubulaire cellen + stroma
  • Myometrium: spierwand van de baarmoeder
  • Serosa: bekleding van de baarmoeder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Histologie cervix

A
  • Plaatjes epitheel: vaginale kant, zuur mileu, minder bloedvaatjes
  • Cilindrisch epitheel: overgang vagina naar baarmoeder, groeven, bloedvaatjes
  • Transformatie zone: zone tussen plaatjes en cilindrisch epitheel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ectropium of erosie

A

Cilindrisch epitheel dat naar buiten klapt waardoor bloevaatjes in contact komen met het zure milieu van de vagina. Bloedvaatjes raken zo geïrriteerd.
→ normaal bij vrouwen die de pil nemen, niet normaal na menopauze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Musculus levator ani

A

Belangrijkste bekkenbodemspier, bestaande uit 2 delen. Deze spier houdt het bekkenbodem omhoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Menstruele cyclus

A
  • Hypothalamus → hypofyse → ovaria → uterus
  • Androgenen, oestrogenen, progesteron
  • 2-cell 2-gonadotropines: theca cel (corpus luteum) en granulosa cel (follikel)
  • Endocriene controle: gonadotrofines, LH en FSH, negatieve feedback van oestrogeen (E)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tanner stages

A

Veranderingen die optreden in het lichaam van de vrouw gedurende puberteit:
* Adrenarche: DHEA
* Pubarche: beharing
* Thelarche: borst
* Menarche: menses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vertraagde puberteit

Abnormale puberteit

A
  • Geen karakteristieken (13j) geen menarche (16j)
  • Anatomische afwijkingen
  • Hypergonadotroop hypogonadisme: dysfunctie gonaden; gonadale dysgenese/ 45x (Syndroom van Turner), prematuur ovarieel falen
  • Hypogonadotroop hypogonadisme: syndromen, tumoren, anorexia, medicatie, hypothyroïdie, Cushing, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Congenitale bijnierschorshyperplasie

A
  • Enzymtekort in de bijnier: voornamelijk 21-hydroxylase defficiëntie
  • Opstapeling androgenen en een tekort aan corticoïden
  • Virilisatie, hypoNa+, hyperK+, hypotensie
  • Behandeling: hydrocortisone, fluorocortisone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Asynchrone puberteit

A

Androgeen insensitiviteit: 46 XY, testes, vrouwelijke uitwendige genitalia, blind eindigende vagina, geen vrouwelijke interne genitalia, geen beharing, wel borstontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Heterosexuele puberteit

PCOS

A
  • Polycystisch ovarieel syndroom (PCOS)
  • LH-afhankelijk hyperandrogenisme: hirsutisme, oligo/ amenorree, obesitas, acanthosis nigricans, acné
  • Ovaria en hormonen in een steady state: LH/FSH ratio gestegen, ovaria vergroot en veel follikels, geen ovulatie, enodmetrium proliferatief, oestrogeen is normaal of gestegen (perifeer) + testosteron en androgenen gestegen (ovarieel), insuline resistentie en hyperinsulinsme, SHBG laag
  • Behandeling: clomifeen citraat, dieet, metformine, pil
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Contraceptie

A
  • Natuurlijke methoden: ‘coitus interruptus’, kalendermethode, temperatuur/ slijm
  • Barrière methoden: condoom, diafragme, cap, spermicide (nonoxynol-9) → ook tegen SOA’s
  • Hormonale contraceptie: gecombineerde OAC, ‘progestageen only’ (POP/ minipil - depot progestageen, etonogestrel implant), spiraaltje
  • Sterilisatie: vasectomie man, hysteroscopisch, laparoscopisch, tijdens abdominale ingreep
  • NOOD: levonorgestrel, ulipristal, mifepristone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tienerzwangerschap

A
  • Onder 15 jaar: vroeggeboorte, groeirestrictie, pre-eclampsie, obstructed labor
  • 15-19 jaar: socio-economisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Infertiliteit

A
  • Subfertiliteit, fecundabiliteit, cumulatieve zwangerschapskans 1 jaar = 85%, psychologische impact
  • Invloedsfactoren: leeftijd, obesitas, timing en frequentie coïtus
  • Oorzaken: ovulatoir, tubair, uteriene implantatie, cervicaal, endometriose, ‘unexplained’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Endometriose

A
  • Endometrium buiten de uterus, maandelijkse bloeding
  • Zelden voor menarche of na menopauze
  • Symptomen: asymptomatisch, dyschezie/ dyspareunie/ dysmenorree, chronische pijn, infertiliteit, anaal bloedverlies/ blaasklachten, vermoeidheid
  • 50-60% progressie binnen 12 maanden
  • Diagnose: klinisch onderzoek, echografie, laparoscopie + differentieel diagnose
  • Behandeling: chirurgisch (eradicatie), medicamenteus (progesteron, OAC continu, LHRH agonisten) → pijn vs fertiliteit
  • => associatie epitheliaal ovariumca!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Fertiliteitsinvestigaties

A
  • Transvaginale echografie en HyFoSy
  • Basaal hormonaal bilan
  • Endometrium biopsie
  • Mannelijk: semen analyse
  • Laparascopie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fertiliteitsbehandelingen

A
  • Life-style measures: vermagering
  • Etiologie behandelen
  • Chirurgie: e-ose, myomen, tubaherstel, drilling
  • Ovariële stimulatie: gecontroleerde uitrijping van eicellen, gecontroleerde hyperstimulatie → clomifeen citraat: anti oestrogeen effeccten, stimulatie GnRH en dus FSH en LH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

In vitro fertilisatie (IVF)

A
  • Maximaal 6 cycli en maximaal 42 jaar
  • Richtlijnen voor terugplaatsing (SET)
  • Intra-cystoplasmatische sperm injection (ICSP)
  • Risico’s: meerling zwangerschap, bloeding/ infectie bij pick-up, ovariële hyperstimulatie (toegenomen ovariële vasculaire permabiliteit)
  • Symptomen ovariële hyperstimulatie: buikpijn, opgezet abdomen, ascitis, grote ovaria, nausea en diarree, hemoconcentratie, nierfalen en oligurie, pleurale effusie en dyspnoe → BEHANDELING: rust, lab monitoring, correctie elektrolytstoornissen, anitstolling, IV vocht, albumine/ eiwitrijke drankjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Partogram

A
  • Fase 1: ontsluitingsfase/ breken van de vliezen, latente en actieve fase
  • Fase 2: uitdrijving, sterke contracties → Caput succedaneum vs moulding
  • Fase 3: nageboorte,
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Foeto-pelviene dysproportie

A
  • Hoofd te groot voor bekken: cephalopelvische dysproportie
  • Schouders te breed voor bekken: schouderdystocie
  • Behandeling: keizersnede, kunstverlossing (forceps, vacuüm extractie)

Bij moulding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Schouderdystocie

A
  • Schouders te breed voor het bekken, vooral bij moeders met zwangerschapsdiabetes
  • Hoog geboortegewicht
  • Clavicula fractuur
  • Brachiaal plexus letsel
  • Asfyxie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Asfyxie

A
  • Ongepaarde placenta gaswisseling met hypoxemie, hypercapnie en metabolie ascidose (lactaat!)
  • Encephalopathie en respiratoire complicaties
  • Cerebrale plasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Keizersnede

A
  • Indicaties: cephalopelvische dysproportie, abnormale ligging, foetaal lijden, foetale afwijking, maternale aandoening, voorafgaande keizersnede, placenta/ tumor previa
  • Voordelen: minder foetaal lijden, planbaar, geen perineaal trauma, minder fecale incontinentie
  • Nadelen: langer herstel, meer infecties, hoger thrombose risico, transiënte tachypnoe neonaat
  • Anesthesie: epidurale (lokaal anestheticum + opioïd, stollingstoornissen, sepsis/ lokale infectie!), algemene anesthesie (gefaalde intubatie, aspiratie, transfer mediactie tot foetus!)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Miskraam

A
  • Meest voorkomende zwangerschapscomplicatie
  • Symptomen: buikpijn, vaginaal bloedverlies, afname zwangerschapsklachten
  • Types: dreigend, volledig, onafwendbaar, ‘missed’ abortion, ‘blighted ovum’/ lege vruchtzak
  • Risicofactoren: maternale leeftijd, roken/ drugs/ exces caffeïne, teratogene medicatie, maternale aandoening (schildklier, diabetes)
  • Diagnose: Echografie (ebryo zonder hartslag, lege vruchtzak), labo (dalend hCG)
  • Behandeling: expectatief, medicamenteus (mifepristone en misoprostol), curettage, anti-D immunoglobulines, psychologische impact
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Herhaald miskraam

A
  • 2 of 3 of meer consecutieve miskramen
  • Oorzaken: idiopatisch, chromosomale afwijking, uteriene afwijking, maternale aandoening (schildklier, diabetes, antifosfolipiden syndroom) → behandeling causaal
25
Q

Buitenbaarmoedelijke zwangerschap

A
  • Zwangerschap buiten de caviteit
  • Symptomen: buikpijn, vaginaal bloedverlies
  • Risicofactoren: tuba chirurgie, koperspiraal/ sterilisatie, vroegere EUG, pelvische infectie, IVF
  • Diagnose: abnormale stijging hCG, echografisch lege uteriene caviteit
  • Evolutie: 20% tubair abortus, 80% ruptuur
  • Behandeling: laparoscopie, methotraxaat + opvolging hCG
26
Q

Aneuploïdie

A
  • Foetale aneuploïdie: eerste trimester screening (12-15w, nekplooi, neusbeen, tricuspied regurgitatie, PAPP-A, vrij bhCG), Niet-invasieve prenatale test (NIPT), invasieve testen (chorion villus biopsie, amniocentese)
  • Beperkte therapeutische mogelijkheden: zwangerschapsafbreking, locatie partus, foetale therapie
27
Q

Infecties bij geboorte

A
  • Groep B streptokok (GBS): kan leiden tot meningitis, sterfte 20%, screening 35-37 weken, 5% van vrouwen is drager in vagina
  • Congenitaal cytomegalovirus (CMV), direct contact/ urine/ speeksel etc zijn overdragers, 2-4% van de zwangerschappen
  • Toxoplasmose: foetale sterfte, hydrocephalie, cerebrale calcificaties, microcephalie, chorioretinitis → spiramycine of pyrimethamine + sulfasalazine
  • Parvovirus B19: 5e ziekte, verkoudheid, arthritis, rash, …
  • Varicella: pneumonie, congenitaal, neonataal
28
Q

Rhesus ziekte

A
  • Rhesus iso-immunisatie: hemolyse → foetale anemie en hydrops → neonatale icterus, opsporen irreguliere AS, Rhogram
  • Intra-uteriene transfusie: O negatief, CMV negatief, matchend, geconcentreerd, irradiated
  • Complicaties IUT: cerebrale plasie, ontwikkelingsachterstand, PPROM en chorioamniotitis
29
Q

Foetale groeirestrictie/ Intra uteriene groeivertraging (IUGR)

A
  • Foetus beantwoord niet aan groeipotentieel
  • Groeireferentiecurve: groeirestrictie, groei tussen percentiel 5 en lager
  • Etiologie/ oorzaak: Maternaal (malnutritie, vasculopathie, chronische ziekte, drugs), foetaal (chromosomaal, meervoudige zwangerschap, malformatie, infectie), placenta (acute atherose, …)
  • Diagnose: anamnese (risicofactoren), palpatie (handgreep van Leopold), fundus meting, echografie (30-34w), interval 2w voor beoordeling groei
30
Q

Negatieve discordantie

A
  • Discorfluentie = discordantie, kleine fundushoogte
  • Oorzaken: foute zwangerschapsduur (minder ver), oligohydramnios, IUGR, afwijkende ligging of foetus → echografie
31
Q

Pre-eclampsie

A
  • Triade: hypertensie - proteïnurie - klinisch oedeem
  • Types: early onset pre-eclampsie, severe pre-eclampsie, eclampsie, HELLP (hemolyse elevated liver enzymes and low platelets)
  • Kenmerken: hoofdpijn, epigastrische pijn, dyspnoe, visus stoornis, verminderde kindsbewegingen
  • Belangrijkste oorzaak maternale sterfte !!
  • Bestaande uit 2 fasen: insufficiëntie + diffuse endotheel functie (neerslag + klinisch beeld in het lichaam)
  • Risicofactoren: voorgaande pre-eclampsie, leeftijd >40, familiaal, hoge BMI, …
  • Verder beleid: supportief, anti-hypertensieve therapie, magnesium sulfaat, verlossen
  • Langer termijn: recidief risico, toegenomen risico hart-vaatziekten en nierfalen
32
Q

Vroeggeboorte

A
  • Risicofactoren: ras (zwart/ filipijnen), vroegere vroeggeboorte, roken/ alcohol/ drugs, infecties, sociale klasse, meerling, IVF, maternale aandoeningen, uteriene afwijking
  • Gevolgen: mortaliteit, RDS/ BPD, NEC, infecties en sepsis, open ductus arteriosus, hoor- en visus stoornissen, neurologische ontwikkelings achterstand en cerebrale plasie (MgSO4!)
  • Predictie: fibronectine test
  • Preventie: cervicale cerclage, progestagenen
  • Preventie complicaties: longrijping (beta/ dexamethasone 2x), magnesium sulfaat (neurobescherming, <34w), tocolyse (atosiban, nifedipine, ritodrine)
33
Q

Zwangerschapsdiabetes

A
  • Risicofactoren: obesitas, ras, familie
  • Voorkomen: 3% van de zwangeren
  • Placenta produceert humaan placental lactogen, insulineresistentie en insuline productie in de moeder stijgen. De moeder gebruikt voornamelijk vrije vetzuren als energiebron en spaart glucose voor de foetus.
  • Gevolgen: groter risico type II diabets
  • Screening: 24-28 weken amenorree (glucose + OGTT test)
  • Positieve discordantie: polyhydramnios, macrosomie
  • Behandeling: zelfmonitoring, dieet (koolhydraten), insuline, beweging
34
Q

Intrapartum problemen

A
  • Stuitligging, 4%
  • Externe versie: 50% succes, posterior placenta/ multipaar/ volkomen stuit/ tocolyse
  • Abnormale placentatie: abnormale locatie (placenta praevia), invasie (placenta accreta, increta, percreta → postpartum bloeding), abruptio placentae
  • 3e Fase, postpartum bloeding mogelijks → uterotonica geven; oxytocine, methergine, prostaglandine
  • PPH, 4t’s: tone, tissue, trauma, thrombin → uterotonica, etiologie, tamponade, embolisatie/ ligatie, hysterectomie + supportief
35
Q

Schimmelinfectie

A
  • Candida albicans of glabrata
  • Vulvovaginaal, jeuk, wit slijmverlies (brokkelig), microsocpie/ kweek
  • Risicofactoren: breed spectrum antibiotica, ongecontroleerde diabetes, zwangerschap, hoge dosissen oestrogenen, immuunsupressie
  • Behandeling: azolen lokaal of per os, eventueel chronische supressie
36
Q

Bacteriële vaginose

A
  • Vaginaal, polymicrobiële overgroei door verdwijnen lactobacillen
  • Gardnerella vaginalis, mycoplasme hominis → vaak co-infectie
  • ‘Visgeur’, grijs/geel slijmverlies, irritatie
  • Amsel criteria: grijs slijmvlies, vaginale pH >4.5, positieve ‘whiff-test’, >20% clue cells
  • Behandeling: clindamycine, metronidazole
37
Q

Chlamydia trachomatis

SOA

A
  • Meest frequente SOA (1.5%), meerderheid asymptomatisch
  • Cervicitis → endometritis → tubo ovarieel abces → peritonitis
  • Etterig vaginaal verlies, intermenstrueel bloedverlies, onderbuikspijn, dyspareunie, mictalgie, koorts
  • Diagnose: nucleïnezuur amplificatie cercivale wisser
  • Gevolgen: infertiliteit, extra-uteriene zwangerschap
  • Behandeling: azithromycine/ doxycycline, chirurige, partners!
  • Preventie: condooms
38
Q

Herpes simplex

SOA

A
  • dsDNA virus, HSV-1 (labiele herpes, 20%) en HSV-2 (80%)
  • Vulvair, vesiculopustulaire ulcera
  • Symptomen: pijn (!), koorts, malaise, prodromen, asymptomatisch
  • Diagnose: klinisch + PCR
  • Behandeling: acyclovir, famcyclovir, valacyclovir
  • CAVE: recidieven, eventuele suppresieve therapie
39
Q

Syphilis

SOA

A
  • Treponema pallidum
  • Primair (pijnloze sjanker), secundair (rash + griepaal) of tertiair (orgaan aantasting, gummata)
  • Latent
  • Diagnose: ziekteactiviteit in bloed, antistoffen (TP)
  • Behandeling: penicilline + partners
40
Q

Bartholinitis

A
  • Zwelling, pijn, koorts van bartholin klier
  • Drainage, marsupialisatie
41
Q

Bekkenbodem dysfunctie

A
  • Geheel van aandoeningen te wijten aan verzwakte bekkenbodem spieren (prolaps, urine incontinentie, fecale incontinentie, seksuele dysfunctie, chronische pijn)
  • > 50% van de vrouwen >60 jaar
  • Risicofactoren: zwangerschap en bevalling (macrosomie, forceps, episiotomie, pudendale zenuw stretch), obesitas, menopauze, chronische hoest
  • Symptomen: asymptomatisch, bolgevoel, vaginaal verlies, urinaire/ rectale klachten
  • POP-Q score voor de zakken t.o.v. maagdenvlies
  • Diagnostiek: urine cultuur, urodynamica, bekkenbodem echografie/ MRI
  • Behandeling: conservatief/ life-style, kine (kegel oefeningen), pessaria (!erosie, discomfort, vaginaal verlies), chirurgie (colporaphie, hysterectomie, sacrocolpo, sacrospineuse fixatie, meshes → letsels, de novo stress incontinentie)
42
Q

Stress incontinentie

urine incontinentie

A

Behandeling
- bekkenbodem kine
- pessaria
- bulking agents (botox)
- chirurgie

Hoesten, niezen, … abdominale druk verhogen

43
Q

Urge incontinentie

urine incontinentie

A

Behandeling
- timed voiding en blaastraining
- medicamenteus: anticholinergica, duloxetine, botox

Drang hebben om te plassen, maar er niet optijd geraken

44
Q

Fibromen

Benigne uteriene pathologie

A
  • Benigne gladde spiercel tumor, 30% blanke vrouwen en 80% african americans
  • Beïnvloedt door E en P, verdwijnen na de menopauze
  • Symptomen: asymptomatisch, menorrhagie, druk op blaas/ darm, onderbuikspijn
  • Diagnose: echografie, MRI
  • Behandeling: myomectomie, hysterectomie (laparotomie, laparoscopie, vaginaal, robotchirurgie, totaal/ subtotaal/ radicaal), embolisatie, medicamenteus (agonist GnRH, progestagenen)
45
Q

Poliep

Benigne uteriene pathologie

A
  • Benigne endometriale overgroei, gesteeld of sessiel
  • Voornamelijk peri- en postmenopauzaal
  • Symptomen: menorrhagie, intermenstrueel bloedverlies, postmenopauzaal bloedverlies
  • Diagnose: saline infusion, sonography (SIS), hysteroscopie
  • Behandeling: curettage, hysteroscopische resectie
46
Q

Adenomyose

Benigne uteriene pathologie

A
  • Endometrium IN myometrium (vorm van endometriose)
  • Symtomen: menorrhagie, dysmenorree, intermenstruele bloeding
  • Behandeling: progestagenen (IUD, po), resectie (hysteroscopisch, hysterectomie)
47
Q

Hydrosalpinx

Benigne adnex pathologie

A
  • Sequel van PID (pelvische infectie)
  • Diagnose: toevallige vonst
  • Behandeling: resectie
48
Q

Ovariële cyste

Benigne adnex pathologie

A
  • Ovariële vochtcollectie omgeven door dunna laag weefsel
  • Functioneel: follikel cysten, corpus luteum cysten, theca luteïne cysten
  • Niet functioneel: endometrioma, PCO, dermoid, cystadenoma
  • Symptomen: chronische pijn, druk in onderbuik, dyspareunie, acute pijn, druk op blaas/ rectum
  • Diagnose: echografie, CT
  • Behandeling: conservatief (klein en benigne), resectie (groot of suspect)
49
Q

Ovariële torsie

Benigne adnex pathologie

A
  • Cyste >4cm: 17% kans op torsie
  • Symptomen: acute abdominale pijn, braken
  • Echo: whirlpool sign
  • Urgentie: ovarium gedevasculariseerd (binnen 48u !!)
  • Behandeling: laparoscopie
50
Q

Mulleriaanse anomalieën

A
  • Onvoldoende migratie of fusie van Mulleriaanse kanalen: volledige agenese van de uterus, uterus unicornis
  • Onvolledige fusie van Mulleriaanse kanalen: uterus didelphys, uterus bicornis, uterus subseptus
  • Onvolledige resorptie: transvers vaginaal septum
  • Gevolgen: primaire amennorre of dysmenorree, infertiliteit, vroeggeboorte, foetale liggingsafwijking, renale afwijkingen
  • Behandeling: chirurgie
51
Q

Menopauze

A
  • De dag na de laatste menses, stop uitrijping eicellen en stop hormonale cyclus
  • Retrospectieve diagnose, gemiddeld 51 jaar
  • Invloeden: fragiele X syndroom, chronische aandoening, chirurgie, radio-chemotherapie, roken, obesitas
  • FSH en LH stijgen, rest daalt
  • Gevolgen: vasomotor, psychologisch, huid, bot, urogenitaal
  • Behandeling: oestrogenen, enkel symptomatisch en geïndividualiseerd + jaarlijkse evaluatie (hormone replacement therapie, HRT)
52
Q

Humaan papillomavirus (HPV)

A
  • dsDNA, 150 types, meest voorkomende SOA, 80% infecties, ano-genital warts (10%)
  • Risicofactoren: vroegtijdig seksueel contact, lagere sociale klasse, roken, immuunsupressie, aantal seksuele partners, hoog-risico partners
  • Natuurlijke evolutie: 75-90% na 12-18 maanden spontaan weg, type specifieke immuunrespons, persisterende vorm veroorzaakt neoplasia
  • E6 en E7 zijn oncoproteïnen
  • SCREENING!! tot CIN3 (cervicale intraepitheliale neoplasia) behandelbaar
53
Q

HPV en cervixcarcinoom: screening en preventie

A
  • PAP-smear: speculum plaatsen
  • Colposcopie en biopsie: witte verkleuring, mozaïek, punctatie, abnormale vaten, verhevenheid
  • LLETZ: large loop excision of the transformation zone: bloeding, stenose os, cervix incompetentie !
  • Vaccinatie: 11-12 jarige, eventueel catch up + screening vanaf 25
54
Q

Invasief cervixcarcinoom

A
  • Natuurlijk verloop: lokale doorgroei, lymfatische metastasering, hematogene metastasering
  • Staging FIGO: I - IV
  • Bilan voor behandeling: klinisch onderzoek, cysto- en of rectoscopie, MRI klein bekken, PET-CT/ CT- thorax-abdomen, SCC
  • Behandeling: Wertheim, radiochemotherapie
55
Q

Borstkanker

A
  • Genetische predispositie: risico x2, BRCA 1 en 2 mutatie, Li-Fraumeni syndroom (TP53), Cowden syndroom (PTEN), Peutz-Jeghers syndroom
  • BRCA: autosomaal dominant, muataties, BRCA1 > 2 gen
  • Symptomen: zwelling/ knobbel, roodheid, pijn, tepelvocht verlies
  • Beeldvorming: mammografie, MRI, echografie
  • Biopsie: verdachte cyste, altijd voor chirurgie doen
  • Staging: RX thorax, echo lever, botscan, PET CT, CA15.3
56
Q

Borstkanker - behandeling

A
  • Heelkunde: masectomie + sentinelklier of okselevidement
  • Chemotherapie: (neo)-adjuvant, anthracyclines, taxanen, cyclofosfamide, trastuzumab
  • Radiotherapie: externe beam, brachytherapie, intra-operatieve radiotherapie
  • Hormonale therapie: SERMs, aromatase inhibitoren, ovariële ablatie
57
Q

Endometrium carcinoom

A
  • Endometrium adenocarcinoom 85%
  • Risicofactoren: obesitas, diabetes, ‘unopposed estrogen’ (anovulatie, oestrogeen only therapie, endometriale hyperplasie), tamoxifen
  • Symptomen: vaginaal bloedverlies, druk en onderbuikspijn
  • Diagnose: echografie, endometrium biopsie / curettage
  • Staging FIGO: CT-thorax-abdomen-bekken, CA125
  • Behandeling: progestagenen (typische hyperplasie), chirurgie (hysterectomie + BSO)
58
Q

Trophoblast tumor

A
  • Mola zwangerschap (compleet vs partieel)
  • Druiventrosaspect
  • Symptomen: pijnloos vaginaal bloedverlies, hyperemesis, thyreotoxische storm, ernstige vroegtijdige pre-eclampsie, grote cystische ovaria
  • Behandeling: curettage, opvolging hCG tot negatieve (! choriocarcinoma, snelle metastasering!!)
59
Q

Ovarium carcinoom

A
  • Epitheliaal > germ line tumoren
  • Geen screening mogelijk, laattijdige diagnose dus lage overleving
  • Symptomen: abdominale opzetting, buikpijn, constipatie, achteruitgang algemene toestand
  • Diagnose: echografie, CT-scan, CA125, laparoscopie met biopsies
  • Staging FIGO, chirurgisch
  • Behandeling: debulking (hysterectomie, diafragma, peritoneum, darmresecties, …), chemotherapie (taxanen, carboplatinum)