gs proef 4 Flashcards
blokkade van west berlijn
Gebeurtenis in 1948-1949 waarbij de Sovjet-Unie West-Berlijn afsloot voor voedsel en brandstof. Amerika en bondgenoten bevoorraadden de stad door de lucht.
BRD
Het land dat in 1949 in West-Duitsland ontstond. Democratisch.
brezjnevdoctrine
Het idee van de Sovjetleider Leonid Brezjnev dat de Sovjet-Unie militair zou ingrijpen als een land uit het Warschaupact wilde stappen of andere hervormingen wilde doorvoeren.
bureaucratie
Een te grote hoeveelheid regelende instanties in een land. Bij een bureaucratie zijn er veel ambtenaren en duurt het lang om dingen (zoals een visum) geregeld te krijgen.
communisme
Een economisch en politiek systeem dat draait om het bereiken van een klasseloze samenleving. De productiemiddelen (land, arbeid, geld) zijn in theorie van iedereen. In de praktijk heeft de staat vaak controle over de productiemiddelen.
Cubacrisis
Crisis in 1962 over de plaatsing van Russische kernraketten op Cuba en Amerikaanse kernraketten in Turkije. Het leek erop dat dit tot de Derde Wereldoorlog zou leiden.
destalinisatie
Ontwikkeling in de Sovjet-Unie na de dood van Stalin in 1953. Hierbij kwam er een einde kwam aan de persoonsverheerlijking van Stalin.
dominotheorie
Het idee dat wanneer één land communistisch zou worden, er steeds meer zouden volgen.
DDR
Het land dat in 1949 in Oost-Duitsland ontstond. Ondemocratisch.
glasnost
Letterlijk: openheid. De politiek van de Russische leider Mikhail Gorbatsjov waarbij mensen in de Sovjet-Unie vrijheid van meningsuiting kregen.
hongaarse revolutie
Revolutie in Hongarije in 1956 waarbij demonstranten vroegen om hervormingen. Neergeslagen door de Sovjet-Unie.
koude oorlog
Periode van 1945 tot 1991 van vijandschap tussen Amerika en de Sovjet-Unie. Amerika en de Sovjet-Unie vochten niet direct met elkaar, maar bespioneerden en bedreigden elkaar wel.
kapitalisme
Een economisch systeem dat draait om het maken van winst. De productiemiddelen (land, arbeid, geld) zijn vooral privaat bezit (dus niet van de staat).
ijzeren gordijn
De streng afgesloten grens tussen het Oost- en Westblok.
invloedsfeer
Gebied waar een bepaald land veel invloed heeft.
marshallplan
Het plan van Amerika om Europa financieel te ondersteunen in ruil voor invloed.
NAVO
Militair bondgenootschap van Amerika en haar bondgenoten. Opgericht in 1949.
oostblok
Een groep communistische landen onder leiding van de Sovjet-Unie.
perestrojka
Letterlijk: hervorming. Politiek van de Russische leider Mikhail Gorbatsjov waarbij de economie en de samenleving van de Sovjet-Unie heringericht werd. Er kwam een vrijemarkteconomie en kleine bedrijven werden toegestaan.
praagse lente
Gebeurtenis in 1968 waarbij de regering van Tsjechoslowakije experimenteerde met een democratischer en liberaler communisme. Ook bekend als “socialisme met een menselijk gezicht”. Onderdrukt door de Sovjet-Unie.
satellietstaat
Een land dat politiek, economisch en militair onder controle staat en afhankelijk is van een ander land.
trumandoctrine/trumanleer
Het idee van de Amerikaanse president Harry Truman dat het communisme beperkt moest worden tot de landen waar het al was.
vreedzame CO-exisentie
Het idee dat de communistische Sovjet-Unie en het kapitalistische Amerika vreedzaam naast elkaar konden bestaan.
vrijemarkt economie
Soort economie waarbij er sprake is van vrijhandel. Deze markt wordt gestuurd door vraag en aanbod.