GS - Framboosjjs Flashcards

1
Q

Aflaat

A

Bewijs van de gelovige dat (een stukje van) zijn zondige gedrag was kwijtgescholden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gewest

A

Gebied in de Nederlanden met eigen regels van bestuur en privileges.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hervorming

A

Kritiek binnen de Kerk, gericht op fouten in de uitleg van het geloof, die leidde de stichting van nieuwe Kerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kerkhervormers

A

Kerkhervormers probeerden eerst de katholieke Kerk van binnenuit te verbeteren, maar toen dat niet lukte stichtten zij een eigen Kerk. Luther en Calvijn zijn kerkhervormers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Particularisme

A

Streven van de gewesten om de oude voorrechten (privileges) te behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Privileges

A

Speciale voorrechten die een gewest in de Nederlanden kreeg van de landsheer, vaak in ruil voor belasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Republiek

A

Bestuursvorm waarin de burgers uit hun midden leiders kiezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stadhouder

A

Plaatsvervanger van een vorst in een gewest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Unie van Atrecht

A

Katholieke, pro-Spaanse samenwerking van Zuid-Nederlandse gewesten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Raadspensionaris

A

Belangrijkste ambtenaar in dienst van de staten van Holland. In de praktijk de belangrijkste politieke bestuurder van de Republiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rampjaar

A

In 1672 werd de Republiek aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen Keulen en Munster. Dit leidde het einde in van het oppermachtige positie van de Nederlanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly