GS Flashcards

1
Q

Aflaat

A

Bewijs van de gelovige dat (een stukje van) zijn zondige gedrag was kwijtgescholden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beeldenstorm

A

Actie van protestanten om beelden en versieringen uit kerken te verwijderen, ook bedoeld ok onderdak te regelen voor protestantste kerkdiensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Centralisatie

A

Streven van Karel V en Filips || om hun landen vanuit één punt met dezelfde regels te besturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gewest

A

Gebied in de Nederlanden met eigen regels van bestuur en privileges.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gewestelijke Staten

A

Bijeenkomst van de vertegenwoordigers van de steden en adel in een gewest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hagenpreken

A

Illegale preken voor protestanten in de buitenlucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hervorming/ Reformatie

A

Kritiek binnen de Kerk, gelicht op fouten in de uitleg van het geloof, die leidde tot de stichting van nieuwe Kerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Humanisten

A

Zij plaatsen de mens in het middelpunt. De mens moet streven naar een zo groot mogelijke kennis en wijsheid om over bijgeloof, bruutheid en hebzucht te kunnen zegevieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kerkhervormers

A

Kerkhervormers probeerden eerst de katholieke Kerk van binnenuit te verbeteren, maar toen dat niet lukte stichtten zij een eigen Kerk. Luther en Calvijn zijn kerkhervormers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ketters

A

Gelovigen die zich niet houden aan de officiële regels van de Kerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Landvoogd(es)

A

Vervanger van de landsheer, verantwoordelijk voor alle gewesten in de Nederlanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Particularisme

A

Streven van de gewesten om de oude voorrechten (privileges) te behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Plakkaat

A

Wet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Predestinatie

A

De opvatting dat God van tevoren de mensen aanwijst die de verlossing deelachtig zullen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Privileges

A

Speciale voorrechten die een gewest in de Nederlanden kreeg van de landsheer, vaak in ruil voor belasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Raad van Beroerten

A

Rechtbank ingesteld door Alva om daders van de Beeldenstorm te veroordelen.

17
Q

Republiek

A

Bestuursvorm waarin de burgers uit hun midden leiders kiezen.

18
Q

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

A

Ook wel genoemd Republiek, gewesten: Groningen, Friesland, Gelderland, Overijssel, Utrecht, Holland en Zeeland.

19
Q

Staatse leger

A

Centrale leger van de Republiek, dat onder Maurits vorm kreeg.

20
Q

Stadhouder

A

Plaatsvervanger van een vorst in een gewest.

21
Q

Staten-Generaal

A

De vertegenwoordigers van alle Gewestelijke Staten bij elkaar.

22
Q

Tiende Penning

A

Belasting ingesteld door Alva. Op elk verkocht product moet tien procent van de belasting betaald worden.

23
Q

Unie van Atrecht

A

Katholieke, pro-Spaanse samenwerking van Zuid-Nederlandse gewesten.

24
Q

Unie van Utrecht

A

Protestants samenwerking van Noord-Nederlandse gewesten gericht tegen de Spanjaarden.

25
Q

Watergeuzen

A

Opstandelingen die de zee op waren gevlucht. zij leefden van handel, visserij en kaapvaart.

26
Q

Raadspensionaris/ landsadvocaat

A

Belangrijkste ambtenaar in dienst van de staten van Holland. In de praktijk de belangrijkste politieke bestuurder van de Republiek.

27
Q

Stadhouder

A

Oorspronkelijk de plaatsvervanger van een vorst in een gewest. Tijdens de Opstand tegen Spanje was de stadhouder de legeraanvoerder in dienst van de Staten-Generaal. De functie bleef bij de familie Van Oranje-Nassau.

28
Q

Rampjaar

A

In 1672 werd de Republiek aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen Keulen en Munster. Dit leidde het einde in van de oppermachtige positie van de Nederlanden.