AK Flashcards
Chemische verwering
Verwering waarbij de samenstelling van het gesteente verandert als gevolg van de werking door zuurstof en vocht.
Delta
Nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie van een rivier bij de monding.
Erosie
De uitschurende werking van stromend water, wind of ijs.
Fossielen
Overblijfselen of afdrukken van planten en dieren.
Gletsjer
Ijsmassa in hooggebergten, die langzaam naar beneden beweegt.
Grind
Door rivierwater afgeronde stenen.
Graniet
Stollingsgesteente dat gekenmerkt wordt door vlekjes.
Jong gebergte
Een gebergte met veel reliëf en hoge toppen.
Kalksteen
Sedimentgesteente uit samengeperste schelpen.
Klei
Microscopisch kleine korreltjes die ontstaan als gevolg van verwering.
Laagvlakte
Vlak gebied met een hoogteligging onder de 500 meter.
Magma
Vloeibaar gesteente onder de grond.
Massabewegingen
Het langs een helling naar beneden bewegen van gesteente onder invloed van zwaartekracht.
Mechanische verwering
Verwering waarbij gesteente verbrokkelt zonder dat de samenstelling verandert.
Oud gebergte
Een gebergte met weinig reliëf en lage toppen.
Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.
Schalie
Sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperste klei.
Sedimentatie
Proces waarbij korrels blijven liggen.
Duinen
Door de wind opgewaaide zandheuvels.
Sedimentatiegesteente
Gesteente dat ontstaat wanneer lagen sediment worden samengeperst.
Stollingsgesteente
Gesteente dat ontstaat wanneer vloeibaar massa stolt.
Strand
De grens tussen land en water waar zand zich ophoopt.
Verwering
Het verbrokkelen van gesteente onder invloed van het weer en de werking van planten.
Zand
De kleine korreltjes gesteente die ontstaan door verwering en nog met het blote oog te zien zijn.