Groepen en Teams Flashcards
Formering
De eerste fase van groepsontwikkeling, waarin men lid wordt van de groep en waarin men het doel en de structuur opstelt en een leider aanwijst.
Groep
2 of meer communicerende en van elkaar afhankelijke individuen die voor een bepaald doel samenwerken.
Schikking
De 2de fase van groepsontwikkeling, gekenmerkt door conflicten in de groep.
Normering
De 3de fase in de groepsontwikkeling, gekenmerkt door hechte groepsrelaties en samenhang.
Presteren
De 4de fase van groepsontwikkeling, waarin de groep volledig gaat functioneren en tot prestaties komt.
Afwikkeling
De laatste fase groepsontwikkeling voor tijdelijke groepen, waarin de groepsleden zich vooral bezighouden met het afwikkelen van de activiteiten en niet zozeer meer met werkprestaties.
Pseudogroepen
Groepen die niet voorbij de eerste 2 fases van groepsontwikkeling komen en geen output opleveren.
Normen
Maatstaven of verwachtingen die door de leden van de groep worden onderschreven.
Conformiteit
Druk tot aanpassen aan de groep.
Groepsdenken
Een vorm van conformiteit waarbij groepsleden afwijkende of onpopulaire ideeën achterhouden om de indruk van eensgezindheid te wekken.
Status
Een prestigeniveau, positie of rangorde binnen een groep.
Meeliften
Een groepsfenomeen waarbij de inspanningen en bijdragen van individuele groepsleden minder worden naarmate de groep groter wordt.
Groepscohesie
De mate waarin groepsleden zich deel voelen van de groep en de doelen van de groep door samenwerking willen bereiken.
Conflict
Waargenomen meningsverschillen die resulteren in een verstoring of tegenstelling.
Conventionele conflicttheorie
Conflicten zijn slecht en moeten worden vermeden.