GrandesLignes Chap 5 Fr-Ne Flashcards
1
Q
les fringues v mv
A
de kleding (jongerentaal)
2
Q
les vêtements m mv
A
de kleren
3
Q
le jean
A
de spijkerbroek
4
Q
le pantalon
A
de broek
5
Q
la chemise
A
het overhemd
6
Q
le T-shirt
A
het T-shirt
7
Q
la taille
A
de maat
8
Q
la pointure
A
de schoenmaat
9
Q
beau
A
mooi
10
Q
nouveau
A
nieuw
11
Q
vieux
A
oud
12
Q
cher m, chère v
A
duur
13
Q
dernier m, dernière v
A
laatste
14
Q
préférer
A
de voorkeur geven aan, leuker vinden
15
Q
porter
A
dragen
16
Q
essayer
A
passen
17
Q
acheter
A
kopen
18
Q
trouver
A
vinden
19
Q
entrer
A
binnengaan
20
Q
j’aimerais
A
ik zou graag willen
21
Q
il coûte
A
hij kost
22
Q
l’argent m
A
het geld
23
Q
le centre commercial
A
het winkelcentrum
24
Q
le magasin préféré
A
de lievelingswinkel
25
Q
toujours
A
altijd
26
Q
seulement
A
slechts, alleen maar
27
Q
argent de poche m
A
het zakgeld
28
Q
l’ordinateur m
A
de computer