Grammatica 1.3 Flashcards

1
Q

Wat is het doel van deze les over zelfstandig naamwoorden?

A

Je leert hoe je de nominativus en accusativus van de verbuigingsgroepen 1, 2 en 3 van het zelfstandig naamwoord herkent en vertaalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de betekenis van de term ‘verbuigen’?

A

Het veranderen van de uitgang van het zelfstandig naamwoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel naamvallen kent het Latijn?

A

Vijf naamvallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke naamvallen komen in deze les aan de orde?

A

Nominativus en accusativus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat geeft de laatste letter(s) van een zelfstandig naamwoord aan?

A

Het verschil in naamval (nominativus en accusativus) en getal (enkelvoud en meervoud).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de stam van een zelfstandig naamwoord?

A

Het eerste stuk van het zelfstandig naamwoord, zonder de uitgang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel verbuigingsgroepen zijn er en hoeveel leer je voorlopig?

A

Er zijn vijf verbuigingsgroepen, waarvan je er voorlopig drie leert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kun je met de stam van een zelfstandig naamwoord doen?

A

Door aan de stam een andere uitgang toe te voegen, kun je het zelfstandig naamwoord in een andere naamval zetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe herken je de stam van zelfstandige naamwoorden in groep 3?

A

Aan de nominativus meervoud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de nominativus enkelvoud van ‘vrouw’ in verbuigingsgroep 1?

A

femin-a.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de accusativus meervoud van ‘slaaf’ in verbuigingsgroep 2?

A

serv-os.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fill in the blank: De nominativus enkelvoud van ‘geschenk’ is _______.

A

don-um.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de betekenis van ‘rex’?

A

Koning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de nominativus meervoud van ‘naam’ in verbuigingsgroep 3?

A

nomin-a.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de accusativus enkelvoud van ‘vrouw’ in verbuigingsgroep 1?

A

femin-am.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

True or False: De dativus en genitivus worden in deze les behandeld.

A

False.

17
Q

Wat is de accusativus enkelvoud van ‘geschenk’?

A

don-um.

18
Q

Wat is de betekenis van ‘donum’?

A

Geschenk.

19
Q

Wat is de dativus enkelvoud van ‘slaaf’?

A

serv-o.

20
Q

Wat is de genitivus meervoud van ‘vrouw’?

A

femin-arum.

21
Q

Wat is de ablativus enkelvoud van ‘koning’?

A

reg-e.

22
Q

Wat is de nominativus enkelvoud van ‘naam’?

A

nomen.