Grammaire D Flashcards
1
Q
Bij onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden is er een verschil tussen de mannelijke en de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Welke drie uitgangen kun je noemen waarvoor dit van toepassing is ?
A
-ien
-eux
-if
2
Q
italiaans
A
italien / italienne
3
Q
gelukkig
A
heureux / heureuse
4
Q
sportief
A
sportif / sportive
5
Q
In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord meestal achter het zelfstandig naamwoord.
Welke bijvoeglijke naamwoorden staan voor het zelfstandig naamwoord ?
A
bon
grand
petit
premier
dernier
joli
jeune
vieux
nouveau
mauvais
long
beau
6
Q
bon
A
goed, lekker
7
Q
grand
A
groot
8
Q
petit
A
klein
9
Q
premier
A
eerste
10
Q
dernier
A
laatste
11
Q
joli
A
mooi
12
Q
jeune
A
jong
13
Q
vieux
A
oud
14
Q
nouveau
A
nieuw
15
Q
mauvais
A
slecht
16
Q
long
A
lang
17
Q
beau
A
mooi
18
Q
Ik heb een nieuwe vriendin.
A
J’ai une nouvelle copine.
