grammaire Flashcards
verbe impersonnel
est un verbe qu’on utilise à la troisième personne du singulier “il”
on peut pas remplacer il par autre chose
als il een persoon voorstelt, bijv. il est gentil dan is Il een verbe personnel
(voor een expressie : il y a, om over het weer te praten, om het uur weer te geven)
er is, er zijn
il y a
verbes impersonnels
s’agir de, falloir
il s’agit de
het gaat over
il faut
je moet (il vertaalt zich als je)
welk werkwoord gebruik je om advies te geven wat je moet aandoen
il te faut
hoe kan je anders zeggen ‘Il te faut un parapluie.
Tu as besoin d’un parapluie
avoir besoin de = welk werkwoord gebruik je hiervoor
falloir
j’ai besoin de
il me faut
tu as besoin de
il te faut
il / elle a besoin de
il lui faut
nous avons besoin de
il nous faut
vous avez besoin de
il vous faut
ils / elles ont besoin de
il leur faut
verbe copule
koppelt het naamwoordelijk deel aan het onderwerp (vormen samen het naamwoordelijk gezegde) (NWG)
les verbes copules (4)
- être (zijn)
- sembler (blijken, lijken, schijnen)
- devenir (worden)
- rester (blijven)
plaats van l’attribut du sujet
derrière le verbe
article défini (4)
le, la, l’, les
we gebruiken l’article défini voor (8)….
- les langues
- les parties du corps
- les couleurs
- les noms géographiques
- les dates
- les titres + nom
- les fêtes SAUF Pâcques, Noël
- ## après aimer, préférer, adorer, détester
certains pays n’ont pas d’articles, welke?
des îles
on utilise un article devant les villes et les villages?
non
l’article indéfini (3)
- un
- une
- des
un, une, des wordt de, d’ wanneer?
dans une phrase négative SAUF avec être
des wordt de
als er een adjectif voor substantif staat
de beaux livres
l’article partitif (3)
- du
- de la
- de l’
du, de la, de l’ wordt de, d’
wanneer (2)
- dans une phrase négative SAUF avec être
- après une quantité
l’article contracté (4)
- du
- des
- au
- aux
substantif sans article (3)
- expressions (j’ai faim)
- après ni / sans
- nom propre + nombre (Albert II)
sterven
mourir
mourir indicatif présent
- je meurs
- tu meurs
- il/elle meurt
- nous mourons
- vous mourez
- ils/elles meurent
mourir imparfait
je mourrais
mourir passé composé
je suis mort(e)
mourir futur simple
je mourrai
mourir conditionnel présent
je mourrais
mourir impératif (3)
- meurs
- mourons
- mourez
geboren worden
naître
naître indicatif présent
- je nais
- tu nais
- il/elle nait
- nous naissons
- vous naissez
- ils/elles naissent
naître imparfait
je naissais
naître passé composé
je suis né(e)
naître futur simple
je naîtrai
naître conditionnel présent
je naîtrais
naître impératif (3)
- nais
- naissons
- naissez
welk voorvoegsel gebruik je bij landen die vrouwelijk zijn en eindigen op een ‘e’ en landen die beginnen met een klinker bij de werkwoorden
- aller
- habiter
en
welk voorvoegsel gebruik je bij landen die vrouwelijk zijn en eindigen op een ‘e’ en landen die beginnen met een klinker bij het werkwoord
- (re)venir
de, d’
welk voorvoegsel gebruik je bij landen die mannelijk zijn en beginnen met een medeklinker bij de werkwoorden
- aller
- habiter
au
welk voorvoegsel gebruik je bij landen die mannelijk zijn en beginnen met een medeklinker bij het werkwoord:
- (re)venir
du
wat is er speciaal met
- Mexique
- Cambodge
zijn vrouwelijke landen maar hier gebruik je wel au en du
welk voorvoegsel gebruik je bij landen in het meervoud bij
- aller
- habiter
aux
welk voorvoegsel gebruik je bij landen in het meervoud bij
- (re)venir
des
welk voorvoegsel gebruik je bij steden en eilanden bij
- aller
- habiter
à
welk voorvoegsel gebruik je bij steden en eilanden bij
- (re)venir
de
ville, village NAAR, IN
à
ville, village UIT, VANUIT
de, d’
een mannelijk land die eindigt op een medeklinker NAAR, IN
au
een mannelijk land die eindigt op een medeklinker UIT, VANUIT
du
een vrouwelijk land die eindigt op een klinker + mannelijk die begint met een klinker NAAR, IN
en
een vrouwelijk land die eindigt op een klinker + mannelijk die begint met een klinker UIT, VANUIT
de, d’
welk land is een uitzondering?
le Mexique (hier gebruik je bij NAAR ,IN ook EN
en bij UIT, VANUIT: de
pays pluriels NAAR, IN
aux
pays pluriels UIT, VANUIT
des
bij iemand
chez
van bij iemand
de chez
met het vliegtuig
en avion
met de trein
en train
met de wagen
en voiture
met de auto
en auto
met de metro
en metro
met de taxi
en taxi
met de bus
en bus
met de boot
en bateau
met de vrachtwagen
en camion
met de fiets
a vélo, à bicyclette
te paard
à cheval
te voet
à pied
in de zomer
en été
in de herfst
en automne
in de winter
en hiver
in de lente
au printemps
je vais … Afrique du Sud
en
je viens … Portugal
du
j’habite … Philippines
aux
je reviens … Australie
d’
je vais … Paris
à
je viens …. Êtats Unis
des
j’habite … France
en
je vais … Mexique
au
je reviens …. Chypre
de