gram + bacteriën Flashcards

1
Q

exotoxinen

A

toxinen die tijdens de groei van een MO extracellulair vrijkomen. deze worden met de bloedstroom vervoerd en kunnen op grote afstand van de oorspronkelijke infectie schade berokkenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bacteriurie

A

MO in de urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

postpartum

A

na de bevalling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

endometritis

A

ontsteking van het baarmoederslijmvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

amnionitis

A

ontsteking van de vliezen die de baby in de baarmoeder omsluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hypotensie

A

lage bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tachycardie

A

snelle hartslag > 100 slagen/ minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

convulsies

A

krampaanvallen, stuipen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Prevalentie

A

om aan te geven hoeveel mensen tijdens een epidemie, endemie of pandemie ziek zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

IUD

A

= intrauterine device
spiraaltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

difterie

A

ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

botuline

A

een giftige stof (exo-enzym) uitgescheiden door Clostridium botulinum. verstoort de overdracht van prikkels van zenuw naar spier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ophoping

A

door het enten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sterilisatie

A

het behandelen van voorwerpen waardoor na afloop van de behandeling geen levende MO meer aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

intermittent

A

op en af iets hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

endogene bron

A

komt van binnenuit

17
Q

exogene bron

A

komt van buitenaf

18
Q

heteroresistentie

A

resistentie komt bij een fractie tot uiting van de bacteriën

19
Q

MRSA

A

methicilline resistente Staphylococcus aureus

20
Q

CA-MRSA

A

community acquired methicilline resistente Staphylococcus aureus

21
Q

GBS

A

groep B streptokokken