Gevaarherkenning: remmen Flashcards
1
Q
De kans dat je moet remmen is groot wanneer:
A
- Als er kinderen in beeld zijn, of achter auto’s staan, rollende ballen etc..
- Als er verkeer zich dicht bij de auto bevindt, als je te weinig afstand hebt
- Als er evenwichtsvoertuigen een eindje bij de auto vandaan zijn, bijv fiets of motor
- Als je snelheidsverschil te groot is en je binnenspiegel vrij is.
- Als er mensen dicht bij de rijbaan staan
- Als mensen jouw kant niet op kijken en dicht bij de rijbaan zijn
- In de sneeuw kies je niet snel voor remmen
2
Q
De kans dat ‘Gas los’ de goede keuze is:
A
- Als mensen aan de overkant van de weg staan
- Als je snelheid laag is en er verderop iets gebeurt
- Als je verwacht dat de situatie nog kan veranderen
3
Q
De kans dat ‘Niks doen’ de goede keuze is:
A
- Als de weg vrij is
- Als de weg overzichtelijk is en het verloop van de weg duidelijk is
- Als er geen verkeer in de buurt van de auto is