Aanwijzingen, verkeerstekens, verkeersregels Flashcards

1
Q

Wat is de volgorde van aanwijzingen?

A
  1. Aanwijzingen
  2. Verkeerstekens
  3. Verkeersregels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bestuurders moeten:

A
  • Blinden, bejaarden en gehandicapten voor laten gaan
  • Overig verkeer dat een bijzondere manoeuvre uitvoert: wegrijden, achteruitrijden, parkeren, een uitrit verlaten of een inrit inrijden, keren, invoegen op de doorgaande rijbaan, uitrijden vanuit de doorgaande rijbaan en van rijstrook wisselen
  • Bij alle zijdelingse verplaatsingen moeten ze richtingaanwijzers gebruiken, dit geldt ook bij het veranderen van rijstrook.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat weet je over slepen?

A
  • Een motorfiets mag niet slepen of gesleept worden
  • De maximale afstand tussen gesleepte voertuigen is 5m
  • Het voertuig dat gesleept wordt moet minimaal WA verzekerd zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar staan rode bermpaaltjes?

A

Rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly