geschiedenis hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

probleemstelling hoofdstuk 2

A

Door welke omstandigheden werd Engeland een parlementair regime?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kun je afleiden uit de akte over de relatie tussen de vorst en religie i/h Engeland v/d nieuwe tijd?

A

koning(in) = hoofd v/d anglicaanse Kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie waren de machtigste vorsten van de 16e eeuw?

A
  • Hendrik VIII

- Elisabeth I Tudor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

syn Kerk v. Engeland

A

anglicaanse Kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor soort Kerk was de anglicaanse Kerk?

A

staatskerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

def puriteinen

A

Engelse en Schotse protestanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

syn oppositie

A

tegenstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar en wie was niet anglicaans

A

de onderdanen in Engeland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke gevolgen heeft een staatskerk voor elke religieuze oppositie?

A

i/e staatskerk worden de andersdenkenden =gediscrimineerd (= vervolgd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie kwam er aan de macht na Elisabeth I?

A

de Stuarts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke staatsvorm of soorten regimes kende Engeland i/e eeuw tijd?

A
1° absoluut koningschap
2° republiek
3° (militair)dictatuur
4° absoluut koningschap 
5° parlementair monarchie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

def parlementair monarchie

A

een door een parlement beperkt koningschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aan welke voorwaarde moest de koning sinds de 16e eeuw voldoen om in Engeland aanvaard te worden + Waarom?

A

koning=lid v/d anglicaanse Kerk , omdat koning= hoofd van staatskerk stond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

syn koningsgezinden

A

conservatieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

syn parlementsgezinden

A

vernieuwers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

belangrijke politieke betrekkingen

A
  • koningsgezinden

- parlementsgezinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke kritiek formuleerde Cromwell o/h parlement?

A
  • hij zei dat het parlement enkel aan zich zelf dacht en niet a/h volk
  • hij ontbond parlement + vestigde eigen dictatuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat wilde Cromwell met de Akte v. Navigatie bereiken + waarom?

A
  • alle EUse goederen = alleen op Engelandse schepen ingevoerd werden
  • Engelse economie= steunen + concurrentie= uitschakelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

def Akte v. Navigatie

A

een akte => goederen alleen op Engelandse schepen ingevoerd werden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Met welke politiek in FR kan je die maatregelen vergelijken?

A

mercantilisme (FR= colbertilisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wie haalde het parlement binnen + waar uit + waarom+ wanneer?

A
  • Willem III
  • uit Huis V. Oranje
  • getrouwd met dochter v/d laatste STUART koning v. Engeland
  • was protestants + afkomstig uit republiek waar macht= werd verdeeld
  • voor Ense parlement = geen absolutistische ambitie
  • in 1689
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

def ambitie

A

streven om een betere positie te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke prijs betaalde Willem V. Oranje om koning v. Engeland te kunnen worden?

A

moest Bill of Rights => zijn macht beheerst/tegenhoudt, onderteken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waarom was het doorvoeren van absolutisme in Engeland bij niet mogelijk voor een koning?

A

in middeleeuwen al een contract met hem was gesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Geef een element van continuïteit i/d Engelse geschiedenis?

A

EN had al sinds Magna Charta traditie v. inspraak v/d stam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wanneer was Magna Charta?

A

1215

27
Q

Wat is Magna Charta?

A

1 v/d bekendste grondwettelijke documenten ter wereld

28
Q

Wat is de Bill of Rights?

A

1ste 10 amendementen v/d grondwet v/d USA

29
Q

Waarom Bill of Rights?

A

=> zette EN de stap richting democratie

30
Q

Wanneer was de Bill of Rights?

A

1689

31
Q

syn staatsmachten

A

Trias Politica

32
Q

wat zijn de staatmachten?

A
  • wetgevende macht
  • uitvoerende macht
  • rechterlijke macht
33
Q

Wat is een democratie?

A

liggen de 3 machten in handen van 3 verschillende instellingen

34
Q

Wat zijn de 3 verschillende instellingen?

A
  • parlement (= kamer v. volksvertegenwoordiger/senaat)
  • regering (ministers)
  • onafhankelijke rechtbanken
35
Q

Wat is de taak van de wetgevende macht?

A
  • schrijven en stemmen v. wetten

- stemmen over de begroting

36
Q

Wat is de taak van de uitvoerende macht?

A
  • dagelijks bestuur door uitvoering v. wetten

- opstellen v/e begroting

37
Q

def begroting

A

inkomsten en uitgaven v/d staat

38
Q

Wat is de taak van rechterlijke macht?

A

bestraffen v. overtredingen v. wetten

39
Q

Wat is de instelling van de wetgevende macht?

A

parlement (kamer v. volksvertegenwoordiger/senaat)

40
Q

Wat is de stelling van de uitvoerende macht?

A

regering (ministers)

41
Q

Wat is de stelling van de rechterlijke macht?

A

onafhankelijke rechtbanken

42
Q

Welke 2 artikels uit de Bill of Rights maakt het absolutisme in Engeland onmogelijke+ waarom?

A

artikel 1 : parlement = elke wet akkoord gaan

artikel 2: parlement= moet bij elke nieuwe belasting akkoord gaan

43
Q

Wat zijn de 3 verschillende stappen die het proces van de overgang van een absolute monarchie naar een grondwettelijke parlementaire monarchie?

A
  • absolute monarchie
  • grondwettelijke monarchie
  • grondwettelijke parlementaire monarchie
44
Q

def monarchie

A

erfelijke koningschap

45
Q

Wat betekent absolute monarchie?

A
  • erfelijk koningschap
  • 2 lachten = handen v/d koning (=alleenheerser)
  • koning= boven de wet
46
Q

Wat betekent grondwettelijke monarchie?

A
  • erfelijk koningschap
  • koning = gebonden aan = grondwet
  • er is een scheiding v/d machten
  • koning = uitvoerende
  • parlement= wetgevende macht + stemt de begroting
47
Q

syn begroting

A

belastingsgeld

48
Q

Wat betekent grondwettelijke parlementaire monarchie?

A
  • erfelijk koningschap
  • koning = gebonden aan grondwet
  • er is een scheiding v/d machten
  • ministers = uitvoerende macht
  • ministers = niet willekeurig regeren, maar voor parlement = verantwoorden
  • parlement = wetgevende macht + BEGROTING
49
Q

Welke 2 discrimineerde elementen bevatten de oude wet?( v/d Britse opvolging)?

A
  • religieuze discriminatie: partners = niet katholiek

- geslachtsdiscriminatie: jongere zonen = voor oudste dochters

50
Q

De nieuwe wet (2011) over de koninklijke opvolging is niet enkel door de Britten gestemd worden, hoe kan je dit verklaren?

A

Britse koning of koningen = niet enkel vorst v. Engeland, maar v/e veel groter gebied nl. : de 16 landen v/d Commonwealth

51
Q

Wat hadden de Franse en Engelse vorsten niet gemeen?

A

niet dezelfde politiek

52
Q

Waarom past Engeland toch ook perfect in de titel van Deel 2, De 17e eeuw van de “vorstenstaten”?

A
  • Ense koning = behield uitvoerende macht
  • koning= veel macht, ook al was er een grondwet
  • macht = hoorde nog steeds niet toe a/h volk
53
Q

Welke verschillen waren er tussen EN en FR aan het einde van de 17e eeuw?

A
FR: 
- absolutisme volgens goddelijk recht 
- katholicisme (Rooms-katholieke Kerk) 
EN:
- parlementarisme
- protestantisme (anglicaanse staatskerk)
54
Q

Welke gelijkenissen waren er tussen EN en FR aan het einde van de 17e eeuw?

A

mercantilisme

(Colbert–> FR) en (Cromwell –> EN)

55
Q

def staatskerk

A
  • Kerk die de staat als officiële Kerk erkend wordt
  • hoofd v/d staat = hoofd v/d Kerk
    andere godsdiensten = niet toegelaten
56
Q

syn grondwet (dit HT)

A

Bill of Rights

57
Q

def burgeroorlog

A

gewapend conflict russen partijen binnen hetzelfde land

58
Q

def scheideing der machten

A

scheiding v/d Trias Politica

= uitvoerende, grondwettelijk en rechterlijke macht

59
Q

def rechterlijke macht

A

in een rechtsstaat, bevoegd voorde rechtspraak, ihv. onafhankelijke rechtbanken en gerechtshoven

60
Q

def grondwet

A

document met basisrechten en-plichten v/d burgers + de werking v/d staatsorganen = opgenomen

61
Q

def vorstenstaat

A

staat die door een sterke soevereine vorst bestuurd wordt

62
Q

def parlement

A

standenvertegenwoordiging ( ancien régime) en volksvertegenwoordiging (vandaag)

63
Q

def soevereiniteit

A

hoogste macht en onafhankelijkheid