geneeskunde en heelkunde Flashcards

1
Q

1) Wat is een pleurapunctie?

A

Een medische procedure waarbij men met een naald vocht uit de pleuraholte ( de ruimte tussen de longen en de buikwand) wordt gehaald. Dit wordt gedaan om de oorzaak van de vocht te onderzoeken of om klachten zoals kortademigheid te verlichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2) Wat is een lumbaalpunctie?

A

Een medische procedure waarbij de arts met een naald hersenvocht (liquor) uit de ruggenmergkanaal heelt, meestal uit de onderrug. Wordt gedaan om ziektes zoals infecties, neurologische aandoeningen of bloedingen te diagnosticeren of om de druk in de schedel te meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3) Geef 4 oorzaken van een metabole acidose?

A
  • verhoogde productie van h+ ionen
  • onvoldoende uitscheiding van zuren door de nieren
  • overmatig verlies van bicarbonaat (HCO3-)
  • intoxicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4) Leg het metabole buffersysteem (renaal) uit

A
  • Controleert afgifte van bicarbonaat.
  • Meest krachtige mechanisme om zuur-base evenwicht te controleren.
  • Werkt trager en duurt langer voor de H+ concentratie en de pH optimaal is.
  • De nieren controleren pH door:
    o Meer/minder H+ uitscheiden
    o Meer/minder HCO3- vast te houden
    o Meer HCO3- genereren om plasmaspiegel te doen stijgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5) Kritaloïde osmolariteit

A

Belangrijk voor volumeverhouding tussen intra en extracellulaire compartimenten.

Wordt bepaald door:
- Ureum
- Glucose
- Opgeloste elektrolyten zoals natrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

6) Colloïdale osmolariteit

A

Belangrijk voor de volumeverhouding tussen intravasculaire compartimenten en interstitium.
Bepaald door:
- Concentratie albumine (meest voorkomende eiwit in bloed, zorgt voor viscositeit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

citroenzuur cyclus

A

= Krebcyclus
een belangrijk metabool proces dat energie genereert door
de oxidatie van kleine biomoleculen, met name glucose, vetzuren en aminozuren,
tot uiteindelijk koolstofdioxide en water.

zorgt voor het verwijderen van waterstofatomen uit de organische molecule en deze over te dragen aan de co-enzymen
C6H12O6 + 6O2  6CO2 + 6H2O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

8) Waarom zijn eiwitten geen goede energie producent voor een cel?

A
  • Eiwitten zijn moeilijker af te breken dan complexe koolhydraten en vetten
  • Bijproduct amoniak is toxicsch voor cellen
  • Eiwitten zijn belangrijke structuren en funnctionele onderdelen van cellen. Te veel afbraak -> Homeostase op cel en lichaamsniveau in gevaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

9) Leg het verschil tussen IAD (incontinentie geassocieerde dermatitis) en decubitus uit

A

IAD is een huidontsteking als gevolg van chonische/herhaalde blootstelling aan urine en – of faeces.
Decubitus os een lokaal letsel vd. Huid en of onderliggende weefsels als gevolg van mechanische belasting op weefsels door druk en of schuifkracht.
IAD komen voor op beendige uitsteeksels net als decubitus maar beperken zich tot de bilnaad. Dit zorgt voor roodheid en huidittiatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

10) Leg het verschil uit tussen ulcera cuis arterieel en veneus uit

A

Een arterieel ulcus ontstaat door een verminderde bloedtoevoer door vernauwde slagaders, vaak door arteriosclerose. Het is meestal pijnlijk, komt voor op de tenen of voeten en heeft scherpe, droge wondranden.

Een veneus ulcus ontstaat door slecht functionerende aderen die bloedophoping veroorzaken. Dit komt vaker voor bij de enkels, heeft ondiepe, vochtige wonden met onregelmatige randen en is minder pijnlijk.

Kortom: arteriële ulcera komen door slechte bloedtoevoer (slagaders), veneuze door slechte afvoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

11) Verschillende wondpijnen en hoe behandelen

A

Achtergrondpijn:
- Pijn aanwezig in rust, geen manipulatie van wond (continue of intermittent zoals tandpijn en lage rugpijn)
o Bij voorkeur continue behandelen zolang pijn aanwezig is, best langwerkende medicatie gebruiken.
Doorbraakpijn
- Kan ontstaan tijdens dagelijkse activiteiten (bewegen en hoesten..) en is dus acuut
o Dafalgan of niet-medicamenteuze aanpak
Procedurale pijn
- Kan ontstaan tijdens behandelen van wonde of andere procedures.
o Medicamenteuze en niet-medicamenteuze (ijs of warmte) aanpak. Pijnstiller geven maar let op werkingsduur medicijn.
Operatieve pijn
- Gerelateerd aan operationele interventie door specialist
o Tijdens operatie narcose -> anesthesie en analgesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

1) Waarom maken cellen nieuwe organische stoffen? Geef de 4 doeleinden!

A

Structureel onderhoud en herstel: metabolische turnover= de voortdurende
verwijdering en vervanging van structuren

De groei die nodig is voor de nieuwe celdeling: cellen die zich op een
celdeling voorbereiden worden groter en vormen extra eiwitten en
organellen

Klierproducten vormen voor secretie aan interstitiële vloeistof: kliercellen
moeten producten vormen en naan de interstitiële vloeistof afgegeven.

Opslagen van reservestoffen van nutriënten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2) a) Welke mogelijke complicatie zie je bij deze pt. na een ascitespunctie? b) Wat zijn je 4 interventies bij deze pt. ?

A

a) Urine bevat bloed na een ascitespunctie
b)
1. Waarschuw de arts meteen; De blaas kan aangeprikt zijn tijdens ingreep
2. Controleer de vitale functies op shock
3. Laat de pat. In bed blijven
4. Controleer de urine-uitscheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3) Welk bloedproduct dien je toe om het zuurdragend vermogen bij de ontvanger te verhogen?

A

We dienen rode bloedcellen oftewel erythrocyten toe, dit verhoogt het zuurdragend vermogen.
We dienen dit ook toe bij een laag Hb-gehalte in het bloed. Dit bewaren we max. 42 dagen tussen 2 en 6 graden celcius.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

5) Welke transfusiereactie wordt hier beschreven:
Je patiënt vertoont volgende symptomen:
38,7 graden, BD = 90/40 mmHg, droge rode huid, buikpijn, hoofdpijn, pijn in de lenden, potse koude rillingen.

A

Een bacteriele transfusiereactie:
- Stop en verwijder transfusiesysteem
- Behoud infuusplaats en dien meteen NaCI 0,9%
- Beoordeel pt. op shock en controleer vitale functies om de 4 minuten.
- Plaats blaaskatheter en controleer elk uur urine uitscheiding
- Waarschuw arts en zorg voor voorschrift AB en medicatie tegen shock
- Neem bloed af voor kweek voor toediening AB
- Stuur resterende bloed en systeem naar labo voor kweek en gevoeligheidstest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

7) Welke soort debridement zou je toepassen bij deze wonde?
Beargumenteer je antwoord (zie foto word)

A
  • T: 40% Geel + 60% Rood
  • I: Geen tekens van infectie
  • M: Vocht ++
  • E: Lichte maceratie

Bij deze wonde zou ik een autolytisch debridement toepassen. De wonde heeft een vochtige wondbodem en dit is een acute wonde met fibrine.
Bij een autolytisch debridement vindt er een natuurlijk proces plaats waarbij leukocyten en macrofagen de necrose en – of firbrine uit de wonde verwijderen. De enzymen geproduceerd door de leukocyten breken dood weefsel af en de macrofagen eten dit op. De wonde is vrij vochtig, dit zorgt er voor dat de fibrine snel loskomt van het wondbed. Dit vochtig milieu ondersteund dit natuurlijk proces ook.Het nadeel hier van is, is dat dit lang kan duren.

17
Q

8) Je wordt bij een pt. in een WZC gevraagd ivm wondzorg. De bewoner verplaatst zich enkel in de kamer van het bed naar de zetel en omgekeerd. De man heeft vaatstoornissen en draagt aan beide onderbenen lange rekwindels. Aan de voetrug van de linker voet heeft hij een open wonde (1,5*1,5 cm, droog en 100% rood).

Krijg de man de juiste behandeling betreffende rekwindels? Beargumenteer je antwoord en wees zo volledig mogelijk!

A

Ulcus cruris
Deze man heeft heeft aan arterieel probleem, een ulcera op de voetrug. ontstaan door een tekort aan zuurstof en voedingsstoffen in het weefsel. Het tekort is veroorzaakt door een vernauwing in de aanvoerende bloedvaten (arteriën). Dit leidt dan tot weefselversterf.

Er is een contra-indicatie voor compressietherapie. De man moet doorverwezen worden naar een vaatchirurg. Daarnaast zouden lange rekwindels sowieso geen goed idee zijn, deze rekwindels worden gebruikt voor bedlederige patiënten en gezien deze patiënt zich voortbeweegt in de kamer van bed naar zetel is dit sowieso geen goed idee.

18
Q

9) Wat is de reden van onderzoek bij een leverbiopsie?

A

Afnemen v. staal om aanwezigheid v. tumor of ziekte vast te stellen

19
Q

10) Wat kan je doen als verpleegkundige om skintears bij zorgvragers te voorkomen? Beperk je tot 5 tips!

A
  1. Informatie aan de omgeving en patiënt verlenen over skintears.
  2. Hoeken en kanten afschermen
  3. Korte nagels -> Gevaarlijk voor de huid van de patiënt
  4. Matten weg thuis -> Valrisico
  5. Lange mouwen -> buffer
20
Q

11) Geeft 5 preventieve maatregelen hoe diabetische voet voorkomen kan worden?

A
  1. Goede stevige schoenen
  2. Opsporen van de risicovoet door pt. op te sporen regelmatig controle te gaan -> preventie
  3. Voldoende lichaamsbeweging
  4. Drukontlastig
  5. Geef zorgvrager juiste educatie
21
Q

12) Beschrijf de classificatie ‘Suspected Deep Tissue Injury’ en geef aan wat je zou aanbevelen ter preventie (max 3)

A

huid- en weefselschade onder intacte huid, vaak gekenmerkt door een donkerpaarse of roodbruine verkleuring. Het kan ontstaan door druk of schuifkrachten en kan leiden tot open wonden als het verergert.
1. regelmatig wisselhouding
2. drukverlagende middelen
3. goede huidinspectie

22
Q

13) Leg het verschil uit tussen Nocioceptieve & Neuropathische pijn. Geef bij beiden 1 pijn-voorbeeld.

A

Nocioceptieve pijn ontstaat bij weefselschade en dit wordt geactiveerd door een pijnprikkel die naar de hersenen gaat en een waarschuwing geeft om het lichaam te behoeden, dit is acute pijn en is van korte duur.
Bij neuropatische pijn is dit omdat het perifere zenuwstelsel aangetast wordt, dit leidt tot het ontstaan van chronische pijn, er is geen beschermingswaarschuwing van het lichaam voor bescherming.

Nocioceptieve pijn: een snijwonde
Neuropathische pijn: Lage rugpijn

23
Q

14) Ander woord voor krebcyclus

A

Citroenzuurcyclus