examenvragen o&co Flashcards

1
Q
  1. Wat zijn de onderdelen van het CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk)?
A

Het CAW helpt mensen met al hun vragen en problemen die te maken hebben met welzijn. Iedereen kan hier te recht. Voor jongeren tussen de 12 – 25 jaar is hier ook specifiek het JAC voor dat deel uit maakt van het CAW = Jongeren Advies Centrum.

Het CAW heeft deelwerkingen:
* Ambulante hulpverlening: Dit is een eerste opvang en onthaal voor mensen die advies of praktische hulp nodig hebben van het CAW. Dit kan via systematische begeleiding of doorverwijzing. Bv: Gezins- en relatiebegeleiding, scheidingsbemiddeling, ouderschapsbemiddeling, financiële en administratieve
begeleiding, JAC, inloopcentrum en teledienst, straathoekwerk…

  • Crisishulp: Voor kortstondige begeleiding en of opvang kan je terecht bij een crisisopvang of crisisonthaal.
  • Residentiële hulpverlening: Dit is een opvangcentrum waar je terecht kan als je geen onderdak hebt, dit is een tijdelijk verblijf in afwachting van eigen woonst. Hier valt onder: Vluchthuis, mannenopvang, jongerenopvang, gezinsopvang, winteropvang…
  • Forensisch welzijnswerk: In elke gevangenis zijn medewerkers van CAW om gedetineerde te helpen en begeleiden. Dit kan via een gerechtelijke opgelegde procedure of vrijwillig.
  • Teleonthaal: Hulp met een zo laag mogelijke drempel via belnummer: 106 of via chat. Dit is volledig anoniem.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q
  1. Wat zijn de niveaus van welzijn?
A
  • Individueel niveau: Toestand waarin (niet-)materiële omstandigheden optimaal zijn.
  • In relatie met zijn omgeving: Goede primaire relaties hebben.
  • Verhouding tot de maatschappij: Participeren aan de samenleving en deelnemen aan het maatschappelijk leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Wat zijn de meetschalen om het risico op eenzaamheid te meten?
A

De eenzaamheidsschaal bestaat uit 11 items, verdeeld over 6 positief geformuleerde items en 5 negatieve. De beleving van een gebrek aan sociale relaties staat hierbij centraal. De score van deze schaal ligt tussen 0 en 11. Een hogere score komt overeen met hogere mate van eenzaamheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Wat is een therapeutische relatie van E-health?
A

Dit is een relatie die jij, als zorgverlener met de patiënt aangaat om gezondheidsgegevens te delen en te consulteren. De toegang tot deze pt. gegevens is beperkt in duur en enkel wanneer noodzakelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Uit welke onderdelen bestaat het kind en gezin? (Ook toepassen casus!!)
A

Kind en Gezin zijn er vanaf de zwangerschap tot kinderen naar school gaan bij en dragen actief bij tot het welzijn van kinderen en hun gezinnen adv dienstverleningen. Hier valt onder: * Preventieve gezinsondersteuning
- Prenataal steunpunt
- Huisbezoek
- Basisconsulten
- Spreekuur
- Opvoedingsondersteuning
- Preventie kindermishandeling; detectie zorgwekkende opvoedingssituaties

  • Kinderopvang: Staan in voor de regie van de kinderopvang in Vlaanderen en Brussel. Dit is formele kinderopvang:
  • Gezinsopvang: Gem. 4 kids
  • Groepsopvang: Gem. 9 kids
  • Schoolopvang
  • Adoptie: Staat in voor elke adoptie van een kind door een adoptieouder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Wat zijn 4/5 voordelen van thuisverpleging?
A
  1. Patiënt blijft zo lang mogelijk in eigen leefmilieu/eigen omgeving
  2. Gezinssamenstelling houdt stand door dichtbij de familie te blijven
  3. Patiënt kan zorgverlener zelf kiezen
  4. Grotere vertrouwensrelatie tss. Pt. en zorgverlener
  5. Zelfzorg wordt gestimuleerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Wat zijn de 5 doelen van de overheid in verband met de gezondheid?
A
  1. Gezondheidsdoelstelling: Gezonder leven
  2. Gezondheidsdoelstelling: Vaccinaties
  3. Gezondheidsdoelstelling: Bevolkingsonderzoek naar kanker
  4. Gezondheidsdoelstelling: Zelfdoding
  5. Gezondheidsdoelstelling: Ongevallen in eigen privésfeer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Leg het M-decreet uit
A

Het M-decreet geeft hoe Vlaamse scholen moeten omgaan met lln. die door een beperking de lessen in een gewone school niet zomaar kunnen volgen. Het M-decreet die door de Vlaamse overheid werd uitgevaardigd wordt dit jaar vervangen in decreet leersteun. Hier wordt er een nieuw model uitgewerkt voor kinderen met specifieke leerbehoeften in het gewoon onderwijs. Ze willen dat elke leerling zich optimaal kan ontwikkelen met maximale leerwinst.
Een school bouwt een zorgcontinuüm uit en gaat samen met leraren, ouders en het CLB samen zitten om mogelijkheden te overlopen en welke redelijke aanpassingen ze kunnen doen om leerlingen met specifieke leerbehoeften te helpen.
Zorgcontinuüm fases:
- Fase 0; Brede basiszorg: De school stimuleert zoveel mogelijk de ontwikkeling van alle lln.
- Fase 1; Verhoogde zorg: De school neemt extra maatregelen zodat de lln. het gemeenschappelijk leerplan kan blijven volgen.
- Fase 2; Uitgebreide zorg: CLB krijgt actieve rol en onderzoekt wat de lln., de leraren en ouders nodig hebben. Lln. volgt nog steeds gemeenschappelijk leerplan/curriculum.
- Fase 3; Individueel aangepast curriculum: CLB stelt verslag op voor toegang buitengewoon onderwijs als fase 1 en 2 niet voldoen om gemeenschappelijk curriculum te volgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Welke interventies worden er voorgesteld bij eenzaamheid? Maak gebruik van Carpenito (=p. 211).
A
  • Bevorder sociale interactie
  • Verminder de belemmering voor sociaal contact
  • Help bij het tijdig treffen van maatregelen
  • Stel vast hoe het sociaal contact uitgebreid kan worden
  • Ga na welke voorzieningen er zijn om in contact te komen met anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Wat zijn de rechten van het kind?
A

Ieder kind moet gegarandeerd worden van een aantal basisrechten:
- Recht op bescherming
- Recht op diensten en voorzieningen
- Recht op participatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Wat zijn de grondrechten van de mens
A
  • Recht op arbeid
  • Recht op zelfontplooiing (cultureel en maatschappelijk)
  • Recht op huisvestiging
  • Recht op sociale zekerheid
  • Recht op een gezond leefmilieu
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Uit casus halen wie mantelzorger is en wie de zorgvrager
A

Mantelzorger: Geen professionele hulpverleners, geven hulp door persoonlijke band met hulpvrager. Doet niet de normale alledaagse zorg (zoals zorgen voor je kind als ouder) en is vaak langdurig en intensief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Welke zorglijnen (echelons) komen aan bod, dit aangeven aan de hand van voorbeelden
A
  • Nulde lijn: Hier wordt hulp en ondersteuning gegeven binnen de omgeving van de hulpvrager.
  • Eerste lijn: Formele georganiseerde hulp. Niet gespecialiseerd, maar breed hulpaanbod. Dit is ambulante dienstverlening.
  • Tweede lijn: Diensten die gespecialiseerd zijn in bepaalde problematiek of doelgroep. Hogere drempel en er moet afspraak gemaakt worden, vaak wachtlijsten.
  • Derde en vierde lijn: Hoge mate van specialisatie en duidelijk afgebakende doelgroep.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Wat zijn symptomen van een overbelaste mantelzorger
A

Wanneer de draaglast te veel wordt voor de draagkracht:
- Uitspraken doen over onvoldoende tijd en energie
- Moeite met uitvoeren zorg
- Depressie
- Kwaadheid
- Gezondheidsklachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Wanneer mag je in het e-health dossier kijken?
A
  • therapeutische relatie (tr)
    relatie tussen 1 of meerdere zorgverleners
  • geïnformeerde toestemming (ic)
    pt geeft toestemming
    geval van nood “break the glass” procedure
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Gezondheidspatronen iemand met CVA (Carpenito)?
A

Activiteitenpatroon – mobiliteit door mogelijke parese of hemiplegie
- Stressverwerkingspatroon – Verminderde stemming door CVA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. Welke instrument gebruikt de overheid voor het uitvoeren van sociaal beleid?
A

-Via wetten en regelgeving
- Subsidies
- Belastingvermindering
- Uitkeringen
- Sociale goederen en diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q
  1. Wat zijn de moeilijkheden van E-health?
A
  • Online communicatie is in het begin lastiger en minder eenduidig dan face to face communicatie, mogelijk door gemis non-verbale communicatie, dit leidt tot miscommunicatie zorgverlener – pt./naasten
  • Ouderen ondervinden door lak aan kennis internet en ICT moeilijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q
  1. Wat zijn de nadelen van thuiszorg?
A
  • Voor alleenstaande is er te weinig of geen contact met buitenwereld
  • In noodsituaties is er niet onmiddellijk een professionele hulpverlener
  • Financiële lasten
  • Toestand maakt cliënt/pt. afhankelijk van hulpverlener
  • Ziek familielid verzorgen in huis is zware belasting
  • Omgeving weinig ruimte voor zichzelf
  • Omgeving ervaart grote verantwoordelijkheid in zorgproces
19
Q
  1. Een jongenman, illegaal in Belgïe, overgekomen uit Ethiopië heeft last van blaren aan voeten. Hij heeft koorts en is kortademig. Door gebrek papieren kan hij niet zomaar naar ZH voor medische hulp. Waar kan hij te recht?
A

Hij kan te recht bij dokters van de wereld. Dit is een internationale solidariteitsvereniging die (medische) hulp verstrekt aan kwetsbare bevolkingsgroepen zoals slachtoffer van: gewapende conflicten en of natuurrampen, daklozen en personen die aan de zijkant van de maatschappij leven (sekswerkers, drugsgebruikers, papierloze mensen…), vrouwen en kinderen in kwetsbare situaties…

Iedereen in België die moeilijkheden ondervindt bij toegang tot zorg en uitgesloten is uit de reguliere gezondheidszorg zoals mensen zonder geldige verblijfsvergunning kunnen hier te recht. Dit is gratis en er is mogelijkheid naast de basiszorgen om doorververwezen te worden naar een specialist, voor een onderzoek of opname.

20
Q
  1. Wat is het doel van diagnostiek en waar kunnen verpleegkundige protocollen terugvinden?
A

Het verzamelen van relevante gegevens met betrekking tot de gezondheid van de pt. om de juiste zorg te plannen en aan te passen indien nodig. Protocollen vindt je terug bij de plaatselijke afdeling of op een online patform.

21
Q
  1. Wat zijn de 5 stappen van het plannen van verpleegkundige zorg in de thuiszorg?
A
  1. Inschatten van de zorgbehoefte (anamnese)
  2. Vaststellen van de zorgvragen (diagnose)
  3. Opstellen van het zorgplan (planning)
  4. Uitvoeren van het zorgplan (uitvoering)
  5. Evalueren van het zorgplan (evaluatie)
22
Q
  1. Mark heeft een handicap en wilt graag verbouwen. Waar moet hij aanvraag doen en wat zijn de voorwaarden voor deze aanvraag?
A

Hij doet een aanvraag bij het VAPH: Vlaams agentschap voor personen met een handicap.
- Hij moet een handicap hebben
- Jonger dan of gelijk aan 65 jaar oud
- Vlaanderen wonen
- Niet beschikken tot een PVF: Persoonvolgende financiering

23
Q
  1. Wat is de eerste stap in het opstellen van een verpleegplan?
A

De eerste stap is gegevens verzamelen over:
- De patiënt
- Zijn omgeving
- Zijn aandoening(en)
- Voorgeschiedenis

Je kan vragen stellen aan de patiënt zelf of aan familie en vrienden, die kunnen soms beter de situatie schetsen dan de pt.

24
Q
  1. Wat is best practice?
A

Om de kwaliteit van zorg te verbeteren en schade te voorkomen, is het van belang dat de verpleegkundige zorg zich baseert op wetenschappelijke kennis. Wanneer wetenschappelijk bewijs nog niet voorhanden is maar een bepaald methode of behandeling in de praktijk goede resultaten geeft noemen we dit best practice.
Best practice in verpleging heeft een belangrijke rol omdat ze de verpleegkundige helpen bij het zoeken naar oplossingen voor bestaande noden en/of problemen.

Bij onvoldoende wetenschappelijk bewijs:
- Besluitvorming op basis van ervaring van de zorgverlener
- Evalueren van handelen en resultaten
- PCDA: Plan - Do - Check - Act

25
Q
  1. Hoe ziet de indeling van welzijnszorg er uit?
A

Er wordt een indeling gemaakt tussen categoriale en algemene zorgvoorzieningen:
- Categoriale zorgvoorzieningen: Zijn gericht op een specifieke doelgroep. Bv: Kind en Gezin, ouderenzorg, jeugdzorg, forensisch welzijnswerk…
- Algemene zorgvoorzieningen: Richten zich op een algemene zorgproblematiek en niet specifiek op 1 doelgroep. Bv: OCMW, CAW…

26
Q
  1. Waarvoor staat PESDIE?
A

P: Probleem
E: Etiologie
S: Symptomen
D: Doel/doelstellingen
I: Interventie
E: Evaluatie

27
Q
  1. Wanneer is jeugdhulpverlening verplicht?
A

Wanneer een minderjarige in een problematische opvoedingssituatie (POS) bevindt en hulp op vrijwillige basis niet mogelijk is. Er speelt zich een acute crisissituatie af waarbij moet worden ingegrepen. De jeugdrechtbank treft dan dringende maatregelen. Pas nadien wordt onderzocht of vrijwillige hulp mogelijk is.
Wanneer het hoogdringend is dus en wanneer de ouders bv. Niet doen wat van hen wordt verwacht.

28
Q
  1. Leg het buitengewoon onderwijs (secundair) uit.
A

Vanaf het buitengewoon secundair onderwijs spreekt men naast de types ook nog van een onderscheid tussen de intrinsieke mogelijkheden van het kind.

Er werden 4 opleidingsvormen gecreëerd. Ze hebben telkens andere doelstellingen in functie van de toekomst:

  • Opleidingsvorm 4: Geeft ASO, TSO, KSO en BSO met dezelfde doelstelling als gewoon SO aan normale begaafde personen met handicap.
  • Opleidingsvorm 3: Geeft algemene, sociale en beroepsvorming voor integratie in gewone leef-en arbeidsomgeving (organisatie binnen type 1, 3, 4, 6 en 7)
  • Opleidingsvorm 2: Geeft naast algemene en sociale vorming ook vorming arbeidsvaardigheden voor werken in beschermende leef- en werkomgeving (beschutte werkplaats bv.) (organisatie binnen type 2, 3, 4, 6 en 7).
  • Opleidingsvorm 1: Geeft sociale vorming tot wonen in een beschermde leefomgeving aan adolescenten die door de ernst van hun handicap niet kunnen werken (ook niet beschutte werkplaats), zo leert PMH zo zelfstandig mogelijk leven. (organisatie binnen type 2, 3, 4, 6 en 7).
29
Q
  1. Patiënt maakt gebruik (casus) van sociale dienst ziekenhuis, wat zijn de taken van de SD?
A

De SD kan instaan voor de volgende taken:
* Psychosociale begeleiding
* Organisatie van thuiszorg:
- Thuisverpleging, poetsdienst, gezinshulp, warme maaltijd, personenalarm…
* Administratieve moeilijkheden aan ziekenhuisverblijf
* Financiële regelingen: Contact ziekenfonds
* Informatie rond sociale voorzieningen en tegemoetkomingen
* Ontslagvoorbereiding

30
Q
  1. Vroegtijdige zorgplanning
A

Vroegtijdige zorgplanning is gericht op het uitklaren van waarden en wensen van de patiënt naar aanzien van zijn (toekomstige) zorg en eventuele zorg aan het levenseinde. Vroegtijdige zorgplanning is niet een eenmalig gesprek. Het is een herhaald overleg met zorgverleners over jouw wensen en waarden. Dit overleg moet zeker herhaald worden als jouw situatie wezenlijk verandert, bijvoorbeeld als je een nieuwe diagnose krijgt. Als je wil, kun je je beslissingen vastleggen in wilsverklaringen. Zo blijven je beslissingen duidelijk beschikbaar in de toekomst en krijgen ze een wettelijke basis.

Dit kan bv. Iemand aanduiden voor financiële zaken te regelen, nog voor je iets levensbedreigend bent. Al overleggen wat je zou willen en niet meer zou willen. Hij of zij kan verwoorden hoe jij tegen het leven aankijkt en wat je al dan niet in een bepaalde situatie nog wenst. Als je zelf geen vertegenwoordiger aanduidt, dan kan in uitzonderlijke gevallen de vrederechter een vertegenwoordiger aanduiden.

Waarom wel?
- Open dialoog met familie en zorgverstrekkers verbetert welbevinden
- Het voorkomst over en onderhandeling
- De worg kan beantwoord worden adv de wensen en verwachtingen van de pt. en familie/naasten

Knelpunten?
- Confrontatie eigen sterven of dat van dierbaren
- Bepaalde houdingen omtrent geloof, pijn, lijden of achterlaten van mensen
- Tijdige info mbt prognose ziekte wordt soms gezien als hoop opgeven

Doel?
- Respecteren persoonlijke keuzes
- Taboe doorbereken, geeft rust en vermindering angst -> Minder schrik sterven
- Bespreekbaarheid openen binnen kring dierbaren en familie
- Kwaliteit relatie zorgverstrekker en pt. verbeteren
- Gedeelde beslissingsproces bevorderen

Initiatief door wie?
- (Hopelijk) door pt. zelf
- Vaak indien pt. niet zelf: Omdat hij geen juiste of onvoldoende info krijgt, kan niet de juiste inschatting maken over verloop ziekte…
- Elke andere zorgverstrekker (vnl. arts/vplgk)

Hoe?
- Introduceren van onderwerp
- Toekomstverwachtingen
- Doelen van de laatste periode
- Documenten overlopen tonen
- Herzien en updaten van de opties.

31
Q
  1. CLB leg uit?
A

Domeinen:
- Leren en studeren (leerproblemen, studiemethode…)
- Onderwijsloopbaan (studiekeuze)
- Psychisch en sociaal functioneren
- Preventieve gezondheidszorg
Verplicht?
- Nee tenzij: Besmettelijke ziekte – spijbelen – medisch onderzoek
Doelgroep:
- Leerlingen en ouders
- Leerkrachten en scholen
= Vraaggestuurd
Inzage dossier:
- Kind jonger dan 12j: ook ouders
- Kind ouder dan 12j: ouders NA toestemming kind

32
Q
  1. Leerkracht maakt zich zorgen om (mentale) gezondheid lln. wat doen?
A

CLB is vraaggestuurd, CLB kan de leerkracht advies geven om de leerling te helpen adv een gesprek. Bij verdere opvolging kan CLB doorverwijzen of een onderzoek kan doen naar de psychologische, medische of sociale aspecten van een lln.

33
Q
  1. Wat is EBP, Evidence Based Practice?
A

Evidence Based Practice vereist de integratie van:
- Het beste onderzoeksbewijs
- Klinische ervaring
- Waarden en beleving van pt.
-> EBP is meer dan handelen op basis van wetenschappelijke literatuur.

Dit bestaat uit 5 stappen:
1. Formuleren van de klinische vraag
2. Zoektocht in de wetenschappelijke literatuur
3. Kwaliteitsbeoordeling van de gevonden literatuur
4. Bepalen van de toepasbaarheid
5. Evaluatie van eigen handelen

Richtlijnen EBP:
- Moeten de sterkte van het bewijs aangeven waarop de richtlijn gebaseerd is
- Moeten aangeven op grond van welke onderzoeken de aanbeveling gedaan wordt.

Context:
- Maakt het noodzakelijk om richtlijnen aan te passen
 Hiervoor heb je inzicht nodig in de onderliggende theorieën en mechanismen
- Beperkingen komen aan het licht

Moeilijkheden van EBP:
- Onwil om te veranderen
- Gebrek aan betrokkenheid
- Gebrek aan inzicht in huidige situatie en mogelijkheden in de toekomst
- Inhoudelijk aspect en proces zijn belangrijk

34
Q
  1. Wat is paradigma(shift)
A

Een paradigma is een denkkader die iemand/mensen vormt/vormen op een bepaalde situatie zoals de zorg. Dit is een bepaald perspectief oftewel interpretatie die mensen hebben op een onderwerp of situatie. Dit kan je in bepaalde modellen en theorieën gieten. Dit zijn dus bepaalde opvattingen.

35
Q
  1. Wat is de structuring van sectoren op basis van welzijnsbehoefte en het welzijsbeleid?
A

Op basis van niveau van de hulpverlening (partner-wie):
- Zelfzorg
- Mantelzorg
- Georganiseerd welzijnswerk

36
Q
  1. Bij opvoedingsproblemen door een moeilijke echtscheiding, naar wie doorverwijzen?
A

Kind en Gezin kan gezinsondersteuning aanbieden door pedagogische adviesgesprekken, triple P – Positive parenting program (opvoedingsondersteuning), Gezinsondersteuners (ervaringsdeskundigen en interculturele medewerkers), inloopteam…
Kan ook doorverwijzen naar CAW:
Ambulante dienstverlening: Scheidingsbemiddeling en ouderschapsbemiddeling -> JAC

37
Q
  1. Wat is multi morbiditeit en co morbiditeit?
A

Multi morbiditeit: de aanwezigheid van twee of meer chronische aandoeningen waarbij de ene aandoening niet méér centraal staat dan een andere.
Co-morbiditeit: de aanwezigheid van een aandoening naast een primaire, centraal staande ziekte of aandoening.

38
Q
  1. Welke organisatie helpt bij het verwezenlijken van de gezondheidsdoelstellingen en hoe doet men dit?
A

Logo’s zijn loco – regionale gezondheidsnetwerken die mee een gezicht geven aan get preventiebeleid van de Vlaamse overheid, hun opdrachtgever. Hun belangrijkste opdracht is het bundelen en coördineren van de lokale/regionale krachten om de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen waar te maken.
Het logo werkt mee aan de gezondheidsdoelstellingen door overleg, informatie en coördinatie.
- Gezondheidspromotie en ziektepreventie
- Gezondheidsdoelstellingen mee helpen verwezenlijken door
- Lokale overleg stimuleren
- Partners informeren, sensibiliseren, begeleiden en ondersteunen
- Vlaamse methodieken lokale implementeren
Wat doen Logo’s?
Een Logo ondersteunt de uitvoering van het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid en de realisatie van de Vlaamse gezondheiddoelstellingen. Het treedt daarbij op als aanspreekpunt voor de Vlaamse overheid en voor zijn locoregionaal netwerk van preventieorganisaties. Om een maximale gezondheidswinst in hun regio te realiseren heeft een Logo de volgende opdrachten:
- Een Logo maakt de preventieorganisaties wegwijs in de gevalideerde preventiemethodieken en –materialen;
- Een Logo spoort de preventieorganisaties aan tot samenwerking en onderling overleg;
- Een Logo signaleert de nood aan nieuwe preventiemethodieken en –materialen en werkt mee met partnerorganisaties aan de ontwikkeling van dergelijke materialen;
- Een Logo adviseert de lokale besturen over preventieve gezondheidszorg in hun lokaal sociaal beleid.

Logo’s werken rond verschillende thema’s zoals:
- Bevordering van de geestelijke gezondheid;
- Het aanmoedigen tot deelname aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker;
- Het bevorderen van gezonde voeding en het stimuleren van meer beweging;
- Het tegengaan van roken;
- Het voorkomen van ongevallen;
- Het aanmoedigen tot vaccinatie, bijvoorbeeld tegen griep;
- Op vlak van gezondheid en milieu de eerstelijnsfunctie vervullen binnen het Vlaams medisch milieukundig netwerk.
Niet alleen logo’s doen mee aan de realisatie van de gezondheidsdoelstellingen maar ook het Vlaams instituut voor gezond leven.
Vlaams instituut voor gezond leven:
- Expertisecentrum
- Professionele gezondheidswerkers
- Praktijk als beleid
VIGeZ is een expertisecentrum voor gezondheidspromotie en ziektepreventie. VIGeZ levert strategieën, advies, methodieken, ondersteuning bij implementatie en opleiding aan gezondheidswerkers en professionals. Aan iedereen die bezig is met gezondheidspromotie en ziektepreventie. Zowel praktijkwerkers als beleidsmakers.
Taken
- Wetenschappelijk onderbouwde paketten
- Ondersteunen professionele gezondheidswerkers
- Scharnierfunctoe theorie- praktijk
Klanten
- NIET brede publiek
- Professionals
- Overheid
- Media
- Berdijfsleven

39
Q
  1. Wat wordt er bedoeld met expansie thuiszorg?
A

Een van de meest opvallende fenomenen van de laatste jaren is de groei van de aantal 65+ de zogenaamde vergrijzing en ook de dubbel vergrijzing van de 80+. Het gaat hier meestal over chronische zorg door multi pathologie.
De vooruitgang van de medische wetenschap en de verbetering van de leefomstandigheden brengt mee dat mensen meer behoefte aan chronische en intensieve zorg.
Thuiszorg werd vroeger onmogelijk verklaart doordat het huis niet aan bepaalde voorwaarden voldeed maar nu is dat allemaal niet meer zo een probleem. Je kan materiaal huren en kopen. Dat maakt dat thuiszorg meer wordt aangevraagd en meer wordt van gebruik gemaakt.

40
Q
  1. Welke diensten kan iemand aanvragen als iemand echt thuis wilt blijven wonen?
A
  • Ze kan bijvoorbeeld gebruik maken van dagverzorgcentrum hier kan ze terecht voor verzorging verpleging voeding hulp en ondersteuning.
  • Gezinszorg: op voorwaarde dat de draagkracht van de mogelijke gebruiker en zijn omgeving onvoldoende is. Sociale medewerker zal langskomen voor een sociaal onderzoek. Zal de zorgvrager ook beoordelen op de BELRAI schaal om te zien wat de persoon wel of niet meer kan. Hieruit gaan ze verder.
  • Poetsdienst: zelf poetsgerief voorzien. Het is een wekelijks gewone schoonmaak.
  • Klusjesdienst: allemaal karweitjes verrichten in en rond het huis. Deze morgen niet langer dan 5 dagen duren.
  • Warme maaltijden laten leveren door een bedrijf. Een goede gezonde ware maaltijd is belangrijk voor de gezondheid van de oudere zorgvrager om zolang mogelijk goed te functioneren. Hier zijn geen specifieke voorwaarden aan verbonden.
  • Oppas voor hulpbehoevende. Meestal voor personen waarbij een permanente aanwezig verreist is. Hierdoor kan de mantelzorger ook even rusten.
  • Eventueel een personen alarm zodat als ze valt iemand haar zo snel mogelijk recht kan helpen. Voorwaarden zijn dat er een voorschrift van de dokter moet zijn plus een lijst van contactpersonen die een sleutel hebben en in de buurt wonen.
41
Q
  1. Wat is het verschil tussen de vergrijzing aan de top en de vergrijzing aan de basis?
A

Er is een evolutie in de zorgvraag. Iedereen begint steeds langer te leven door de betere gezondheidszorg, de betere middelen die ter beschikking zijn en ze weten ook gewoon veel meer over het menselijk lichaam. Dat maakt dat de vergrijzing bij de 80 plussers steeds groter wordt. Zo zien we nu ook vergijzing bij personen met een handicap/ beperking.

De Babyboomers van jaren terug zijn nu ook met pensioen aan het gaan. Dit is een erg grote groep mensen en zorgt natuurlijk voor een grote stijging van de vergrijzing. Dit maakt dat deze groep erg veel van het gezondheidssysteem vraagt. Natuurlijk is de zorgvraag ook zelf veranderd en willen deze mensen niet meer geholpen worden zoals vroeger. Ze willen meer regie hebben, zelf kunnen beslissen en zolang mogelijk hun eigen doelen kunnen realiseren.
Er zijn drie factoren die de vergrijzing verder laten stijgen:
- Grotere levensverwachting
- Mensen worden van nature steeds ouder
- Er worden minder kinderen geboren dan vroeger

42
Q
  1. Wat is het OCMW ( openbaar centrum maatschappelijk welzijn)?
A

Het OCMW wordt belast met de maatschappelijke dienstverlening voor alle inwoners van de gemeente. De concrete werking gebeurt door de sociale dienst. Het is voor iedereen met een verblijfadres.
De maatschappelijke diensteverlening die aangeboden kan worden bestaat uit 2 delen:
- Recht op maatschappelijke integratie
- Een traject tot tewerkstelling, leefloon.
- Sociale bijstand
Bv: materiele hulp , uitreiking van voedselbonnen; Bv: immateriële hulp zoals juridisch advies.
Het OCMW bepaalt zelf welke vorm van maatschappelijke diensteverlening het meest geschikt is.
De maatschappelijke diensteverlening kunnen we ook opsplitsen volgens taak:
- Informatie
- Bemiddeling
- Begeleiding
- Materiële hulp
- Voorzieningen
- Voogdij
- Werkgelegenheid
- Onmiddellijk medische hulp

43
Q
  1. Wat is empowerment?
A

Empowerment is een principe van de integrale zorg. We willen de patiënt aanmoedigen om zelf actief te participeren aan het eigen zorgproces. Dit door middel van informatie en ondersteuning.

44
Q
  1. Waarom is het gebruik van richtlijnen handig?
A

Richtlijnen helpen jou om keuzes te maken voor de juiste zorg. Ze zijn, kortom, bedoeld om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Richtlijnen worden ontwikkeld vóór en dóór professionals.

45
Q
  1. Wat is verpleegkundige diagnostiek?
A

Er wordt altijd dan gepraat over de gevolgen van een ziekte. Verpleegkundige diagnostiek is eigenlijk een combinatie van meerdere factoren.
- Gegevens verzamelen
- Een verpleegkundige diagnose
- MUDIPRO (multi disciplinaire problemen)