gehechtheid Flashcards

1
Q

Noem de 3 types onveilige gehechtheid op

A

1) type C(contact): angstig-ambivalente gehechtheid
2) type D(desoriëntatie): gedesoriënteerde gehechtheid
3) type A(afstand): vermijdende gehechtheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

noem het veilige gehechtheidstype

A

Type B (Basis) = veilige gehechtheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg het ‘vermijdende gehechtheidstype’ (Type A: Afstand) uit

A
  • kind die minder contact zoekt bij moeder, zeker bij moeilijke momenten, zich eerder distantieert en fysieke aanhankelijkheid afweert; zoekt bij pijn en spanning geen troost
  • kijkt niet om wanneer moeder weggaat en terugkomt
  • weten verdriet goed te verbergen
  • in denken soms vooruit op andere kinderen: geleerd op zichzelf aangewezen te zijn bij troost
  • zekere onverschilligheid staat voorop
  • verlangen naar verbondenheid, maar te angstig waardoor het terugkeert naar autonomie
  • +: zelfstandig, onafhankelijk, probleemoplossend, succesvol, zelfbepalend
  • -: in groep werken, niet komen tot hulp zoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg uit: angstig-ambivalente gehechtheid

A

= type C( Contact) ; zoekt contact ( aanklampend en soms harmonisch) maar harmonie kan snel omslaan in boosheid/andere neg. em. gedrag; komt door onzekerheid/onveiligheid( zeer dichtbij m willen maar tegelijk bang om door m ingepakt te worden)
* gaat gepaard met emotioneel heftige reacties
* in paniek wnr m weggaat, boos wnr terug
* geen vertrouwen in zichzelf
+: afstemmen, aanvoelen van de ander
! extreem: parentificatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg uit: veilige gehechtheid

A

=Type B(Basis)

  • gaat af en toe terug naar mama en weer weg , als mama weggaat onrustig maar niet van streek( mogelijks kort huilen, naar deur maar dan weer spelen),blij wnr mama trg is of kort even begroeten/ mogelijks moment van aarzeling/boosheid, open voor hernieuwd contact, mama sensitief
  • bij spanning snel te troosten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is het belangrijk om de term ‘gehechtheid’ ipv ‘hechting’ te gebruiken?

A

hechting; medisch;’ open wonde hechten’ ‘attachment’
gehecht-zijn; intermenselijk; gehechtheid
onderscheid tussen domeinen van medische wondverzorging en menselijke relaties; duidelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de verklaring van Bowly voor gehechtheid?

A

gehechtheid= instinctief gedrag ° bij de mens uit noodzaak om in sociale verbanden te leven ten einde te kunnen overleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uit welke twee delen bestaat de gerichtheid op de zorgfiguur?

A

1 clinging= aanklampen
in nood en bedreiging; de zorgfiguur aanklampen
2 going in-search
geleidelijk aan zorgfiguur loslaten om de ruimere omgeving te verkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is gehechtheidsgedrag?

A
het evenwicht en de kenmerken (clinging and going in-search) bepaalt het gehechtheidsgedrag;
hebben en (terug)vinden van een veilige basis(verbondenheid) van waaruit het kan vertrekken om zich met vertrouwen in de wereld te begeven/zich waar te maken/ zich als ik te tonen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is gehechtheidsgedrag eerst onderzocht?

A

In een laberatoriumsituatie; de Vreemdensituatie:
moeder en kind in laberatorium, onbekende figuur komt erbij, mama gaat weg, kind alleen met onbekende volwassene, mama komt terug, onbekende volwassene gaat weer weg

wat geobserveerd; wat doet kind in aanwezigheid met moeder en onbekende volwassene, reactie op vertrek van moeder en onbekende
belangrijk; hoe zoekt kind nabijheid van mama, zoekt zelf initiatief om kamer te verkennen, hoe gaat het om met afstand(autonomie)en nabijheid(verbondenheid) met de onbekende volwassene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe evolueert het gehechtheidsonderzoek?

A
  • verder uitgebreid door Ainsworth en Main
    van gedragsmatig naar meting van mentale (innerlijke) voorstellingen over zichzelf en de andere (ouders) = innerlijke werkmodellen over gehechtheidsrelaties;
    -beelden die opgeslagen zijn over eerdere banden met zorgfiguren die maken dat men nu op bepaalde manier voelt binnen relaties en gedraagt
  • beelden niet exacte weergaven van vroegere relaties; ° uit reële ervaringen, maar ook uit noden, temperament, persoonlijke verwerkingen
  • verhalen van oudere kinderen, adolescenten, volwassenen over zichzelf en belangrijke anderen
    *veilige gehechtheid; samenhangend, coherent, consistent verhaal; soms vroeger onveilig maar in levensverhaal juiste plaats
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is onveilige gehechtheid hetzelfde als een gehechtheidsstoornis?

A

-Nee, een gehechtheidsstoornis komt zelfden voor ( 1-2%), terwijl een onveilige gehechtheid bij 30-35% van de kinderen voorkomt.
-Daarnaast komt onveilige gehechtheid bij ieder wel eens tijdens de levensloop op het pad. Dit in de A- en C types.(tegenslag in nauwe relatie, in ontgoochelende periodes, specifieke omstandigheden, verlieservaringen, plotse veranderingen). Dit is ook wel reactief onveilig gehecht. Dit kan wel weer hersteld worden naar een veilige gehechtheid.
-Het type D wordt wel het meest gelinkt met een gehechtheidsstoornis.
-Onveilige gehechtheid gaat wel vaker gepaard met stoornissen dan veilig gehechtheid. ;
onveilig gehecht-> stoornis
stoornis-> onveilig gehecht
- Iemand die veilig gehecht is, kan ook stoornissen hebben(niet gelinkt aan gehechtheid)
-ook onveilig gehechte kinderen zonder stoornissen
- onveilige gehechtheid: intermenselijke stijl; sociale moeilijkheid
A: vermijdend; zelfstandig, isolement ( niet tijdig bijtanken)
C: angstig-ambivalent; relationele gerichtheid, onzekerheid/wanhoop (verliest zichzelf in relationele gerichtheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een reactieve gehechtheidsstoornis?

A

= psychiatrische stoornis die wijst op zeer ernstige plotse verstoring van gehechtheidsrelaties waarop met sterke crisis wordt gereageerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe komt het dat gehechtheidssystemen zo hard zijn ingebakken in de mens?

A

Als overlevingsmechanisme;

als baby; compleet afhankelijk; moeten terugvallen op zorgfiguur ; hechten voor overleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat maakt duidelijk dat gehechtheidssystemen zo sterk aanwezig zijn bij mensen?

A

Een mens is vaak nog eerder geneigd om gehecht te blijven aan onveilige, destructieve gehechtheidsrelaties dan deze los te laten en aan te gaan geen gehechtheidsfiguur meer te hebben
- bij ernstige kwetsuur nog steeds hechten hoe vertekend het gehechtheidsgedrag ook kan zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer is de sensitieve periode van gehechtheid?

A

Binnen de eerste levensmaanden;

gehechtheid= resultaat van vroege symbiose met moeder in eerste halve jaar

17
Q

Welke risico’s lopen de onveilige gehechtheidstypes in de puberteit?

A
  • nieuwe ontwikkelingstaak niet bemeesteren
  • Type A: agressief, gevolgen van houding minder goed overzien, emotioneel afzetten( ik heb niemand nodig, een troost/ondersteuning van andere verwachten)
  • Type C: vermijden van te grote intimiteit, vrienden op afstand houden, aan conflicten ten onder gaan, depressie, lusteloosheid, teruggetrokken houdingen
18
Q

Hoe functioneert een veilig gehechte persoon in de puberteit?

A
  • gevoel een plaats te hebben in de groep
  • emoties goed verwerken op momenten van conflict
  • minder sociale angst
19
Q

Kunnen later geadopteerde kinderen nog een veilige gehechtheidstype ontwikkelen?

A

Ja, dit kan. Er is een grotere drempel dan bij vroege adoptie omdat gehechtheid een sensitieve periode in het eerste levensjaar heeft. Toch hangen er meerdere factoren aan de kans op succes vast. De gehechtheid is op latere periode kwetsbaarder maar niet onmogelijk. Gehechtheid= resultaat van veelheid aan factoren.
Bij vroeg geadopteerde kinderen ; gehechtheid wel een protectieve factor in geheel van andere factoren.

20
Q

Wat is ‘earned secure attachment’?

A

Iemand die in vroege levensloop ( in de sensitieve periode) geen veilige gehechtheidstype is kunnen aangaan, maar later in het leven dit wel verworven heeft door positieve ervaringen ( vb. pleegouders, adoptie, partner)
- blijft wel sporen van vroegere kwetsbaarheid meedragen; iets vlugger onzeker in relaties, maar niet meer opvallend angstig

21
Q

Hoe kan iemand die voordien een veilige gehechtheid kende en na een periode van onveilige gehechtheid terug aanknopen bij het veilige van voordien?

A

Pijnlijke ervaring; maakt sterker, constructief mee omgaan; geleerd vertrouwensrelaties te beschermen/vorm geven/ versterken; weerbaarder, vooruitziend
beseft dat gehechtheid niet vanzelfsprekend is, aan moet gewerkt worden