Emde Flashcards
Noem de ontwikkelingssprongen per leeftijdscategorie in de eerste twee levensjaren volgens Emde.
1) 2 maand
3) 7 à 9 maand
3) 12à 13 maand
4) 18-21 maand
Wanneer is de eerste ontwikkelingssprong in de sociaal-affectieve ontwikkeling?
+ wat verandert er?
op 2 maand
het kind verandert van een endogene naar een exogene controle; het is meer alert en wakker en gaat zich meer richten op de omgeving in plaats van gedrag te stellen vanuit een interne toestand
zo ontstaat een sociale glimlach in plaats van een endogene glimlach; het kind gaat gericht lachen met de blik naar de ogen en het gelaat van de ander en het glimlachen gebeurt niet meer zo onregelmatig, vanuit een interne toestand van tevredenheid
Wat zijn de antecedenten van de sociale glimlach?
voor de sociale glimlach gaat het kind ook al onregelmatig lachen, vervolgens als reactie op stimuli
endogene glimlach: vanuit een interne toestand van diepe tevredenheid
* op 7 weken is er een verandering in de visuele organisatie; maakt mogelijk dat baby gezichten exploreert; eerste oogcontact tussen moeder en kind
* deze periode ook veranderingen domeinen; slapen en waken, oriëntatie & aandacht, neurologische organisatie
Wanneer is de tweede ontwikkelingssprong en welke veranderingen treden hierin op?
op 7/9 maanden
* voordien geen onderscheid tussen vreemde personen en vertrouwde verzorgers;
nu angst voor vreemden en gerichte en preferentiële gehechtheid
* kind kan een emotie omzetten tot expressie in gedrag
* kind kan anticiperen met affecten(anticipatorische affecten)
Wat zijn de antecedenten van de vreemdenangst?
Het kind is de periode voorafgaand bezig met gezichten te vergelijken,
ook neurologische veranderingen
Wanneer is de derde ontwikkelingssprong en welke veranderingen treden hierin op?
*12/13 maand
* dankzij biologische vooruitgang; wereld verder exploreren , maar ook door affect; interest-excitement ;enthousiasme opgewonden interesse voor de omgeving
social referencing; richt op affectieve signalen van moeder om omgeving te verkennen
*zelf gebruik van affecten om omgeving te reguleren,
* eerste ervaring van trots en tekenen van schaamte
Wanneer is de vierde ontwikkelingssprong en welke veranderingen treden hierin op?
*18/21m
* praktiseringfase -> toenaderingscrisis/koppigheidsfase;
niet meer exploreren- emotional refueling, wel; shadowing & darting away ; afstand en nabijheid= ambivalent, emotional refueling met meer spanning
* cognitief besef van eigen gescheiden bestaan en van beperkte mogelijkheden om in eentje wereld te bemeesteren –> basis voor ambivalente affectieve relatie
* affectieve zelfervaring= vroegste zelf; delen van die affecten -> zichzelf beleven als eigen entiteit ; noodzakelijke stap om affecten van ander te begrijpen
dus: eigen wil, nee-zeggen, woedebuien, stemmingsschommelingen, schommelingen in gedrag en motivatie, zelfbewustzijn
1woordzinnen -> meerwoordzinnen