G2: totalitarisme Flashcards

1
Q

kenmerken totalitair regime

A
  • weinig grondwettelijke vrijheden
  • weinig politieke rechten
  • één persoon/ groep bezit alle macht
  • volledige samenleving doordenkt: opvoeding, media, sport, kunst en wetenschappen onder staatscontrole
  • ## kan zowel extreem links als extreem rechts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1927

A

partijcongres verbant Trotski (permanente wereldrevolutie) en kiest voor Stalin (nationalist)
⮕ grondige hervorming volgens zijn zicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe doet Stalin een grondige hervorming van Rusland

A
  • planeconomie
    -uitbouw zware industrie
    -gedwongen collectivisatie landbouw
    -alles onder staatstoezicht en disciplinering
    -USSR ontsnapt hierdoor wel aan economische wereldcrisis
  • massaterreur en dictatuur van Stalin heeft miljoenen slachtoffers geëist door zuiveringsprocessen tegenstanders
  • propaganda en personencultus van STalin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

situering van het fascisme

A
  • oude conservatieve samenlevingsvorm, waarbij positie van elke mens vast stond (bv. standenmaatschappij) stond op de helling door industriële revolutie
  • burgerlijk liberalisme en proletarisch communisme/ socialisme kenden geen grenzen meer
    ⮕ veel mensen hadden hier schrikt voor
    ⮕ fascisme diende zich aan als alternatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

elementen fascisme

A
  • Romantiek: belang irrationele en emotionele
  • nationalisme: belang superioriteit eigen volk
  • nieuwe biologische inzichten: bv. sociaal darwinisme leidt tot ‘het recht van de sterkste’
  • erfelijkheidsleer stimuleert het antisemitisme (jodenhaat)
  • drang naar machtsuitbreiding door het imperialisme
  • belevenis WOI: zelfrechtvaardiging (revanchegevoel) en militaire training
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly