G1: de economische wereldcrisis Flashcards
1
Q
de VS neemt de fakkel over
A
- eigenlijke overwinnaars van WOI
- economische groei ⮕ geldschieters, overname wereldwijd van de markten
- GB en Frankrijk in krijt bij hen
- Duitsland: herstelbetalingen met leningen van de VS
- ook interne markt
2
Q
Golden, roaring and gay twenties
A
- overname wereldwijd van de markten
- duurzame goederen bv. auto
- reclame, genieten van het leven (bv. Hollywood, jazz, American way of Living)
- Laissez-fair van de republikeinen
-zo weinig mogelijk ingrijpen overheid= liberaal
-zo groot mogelijke vrijheid voor het individu en economie
3
Q
Golden, roaring and gay twenties, maar
A
- ongelijke verdeling welvaart
- protectionistische maatregel (bescherming eigen markt)
- overaanbod door herstel Europa en landbouwoverschot
- onrealistische koopkracht (te goedkope leningen en afbetaling)
- ongelimiteerde speculatiezucht (aandelen voor winst)
- meer aanbod dan vraag
- einde droom: beurscrash black thursday 1929 in Wall street (onverwachte koersdaling)
4
Q
de grote depressie
A
- banken en bedrijven failliet
- werkloosheid steeg
- bezuinigingspolitiek (koopkracht daalt)
- wereldprobleem ⮕ nog meer protectionisme en nationalisme
- bv. Weimarrepubliek in Duitsland
5
Q
overheidsingrijpen wordt de norm
A
- president Hoover faalt door passieve houding
- Nieuwe president Roosevelt
⮕ The New Deal = gedoseerde staatstussenkomst - naar het model van de Britse econoom Keynes (tegen het ongebreidelde kapitalisme)
- meer werkgelegenheid creëren bv. grote openbare werken ⮕ koopkracht stijgt
- crisis bedwongen en gestopt door WOII
- tegenstanders: ‘beleid= communisme”