FZ hoofdstuk 4 Flashcards
1
Q
wat is een lineaire hypotheek?
A
aflossing de hele tijd hetzelfde, de rente verminderd
2
Q
wat is een annuïtaire hypotheek?
A
totale bedrag loopt gelijk, rente verminderd, aflossing wordt groter
3
Q
wat zijn bruto lasten?
A
aflossing + rente
4
Q
wat zijn netto lasten
A
brutolasten- belastingvoordeel
5
Q
hoe bereken je het belastingvoordeel?
A
inkomenspercentage maal de rente