fysiologie van de stofwisseling Flashcards
waarvan is de energie voorraad het grootst en waarvan het minst?
het grootst van vetten. daarna van eiwitten.
de voorraad van koolhydraten is heel klein en moet daarom elke dag aangevuld worden
energieverbruik kun je meten door:
- directe calorimetrie
- indirecte calorimetrie
- respiratoire quotient (CO2 productie/CO2 verbruik)
- double-labled water methode
hoeveel van het totale energieverbuik gaat uit naar het BMR?
60-70%
welke functies zijn afhankelijk van BMR
- hardfunctie, ademhaling, bloedcirulatie
- geleiding zenuwimpulsen, hersenfunctie
- reabsorptieprocessen in de nier
- groei en weefselregeneratie
- eiwit en RNA synthese, iontransport, lichaamstemperatuur
thermogenese
= constanthouden van de lichaams temperatuur
valt onder BMR
waar is BMR afhankelijk van?
lengte gewicht geslacht leeftijd
ziekte en stress
ondervoeding
schildklierafwijkingen
waarom neemt BMR af bij ondervoeding?
door verlies aan spiermassa
dagelijks energieverbruik
gaat naar BMR
de rest naar fysieke arbeid (bewust en onbewust = NEAT) en naar adaptieve thermogenese
omgevingstemperatuur geinduceerde thermogenese
= extra warmte productie wanneer het koud is, kan door:
- shivering thermogenese: rillen, warmteproductie door spieractiviteit
- non-shivering thermogenese: warmteproductie door bruin vet
voedsel geinduceerde thermogenese = diet induced thermogenesis (DIT)
warmtevorming door de verwerking van voedingsstoffen
waaruit bestaat de adaptieve thermogenese?
uit omgevingstemperatuur geinduceerde thermogenese
uit voedsel geinduceerde thermogenese (DIT)
wat is lager de sleeping metabolic rate of BMR
sleeping metabolic rate
waartoe leidt een anabole toestand?
tot:
opslag van energie
toename lean body mass en vetmassa
waartoe leidt een katabole toestand?
afbraak van energie
afname van lean body mass en vetmassa
functie essentieel vet
cruciaal voor normaal functioneren lichaam:
- isolatie
- opvangen trauma
- energiebron
op welke plekken kan vet zitten?
subcutaan
visceraal
intermusculair
intramusculair
waar wordt naar gekeken bij risicoschatting van het vet?
naar het viscerale en subcutane vet
visceraal vet geeft gezondheidsrisicos als insulineresistentie en HVZ
wat gebeurt er tijdens ouder worden?
de vetmassa neemt toe
de vetvrije massa neemt af
spiersterkte neemt af
wat is lean body mass
= de essentiele vetzuren
dit is moeilijker te meten dan gewoon hoeveel vet er in totaal is
welke meetmethoden geven een indicatie over lean body mass?
BMI
huidplooimeting
heup-taille ratio
waarmee bepaal je lichaamsvet?
DEXA
= meten absolute vetmassa in elk lichaamssegmetn middels twee fotonen bundels
nadeel: maakt geen onderscheid tussen subcutaan en abdominaal vet en is duur
waarmee bepaal je vetvrije massa?
met bio-elektrische impedantie analyse
= gebaseerd op elektrische geleiding
hoe groter de vetvrije massa hoe groter het geleidingsvermogen
nadeel: afhankelijk van mate van hydratatie