Fysiologie Flashcards

1
Q

Welke structuren van het oog zorgen voor lichtdoorlating en lichtbreking (refractie)?

A

De cornea
De lens
Het corpus vitreum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel is de totale refractie van de oog?

A

58-65 dioptrieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke structuur van de oog bevat veel sensibele zenuwen en een lichtbreking van 40-45 dpt?

A

De cornea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk structuur bevat 35% lichtbrekende eiwitten die crystalinen zijn?

A

De lens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke structuur bevat 98% water, 2% hyaluronzuur en collageen?

A

Het corpus vitrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe gebeurt accommodatie?

A

Contractie van de m. ciliairis -> verslapping van zona ciliaris -> lens wordt boller -> vergroting van lichtbrekingsvermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is emmetropie?

A

Goed gezichtsvermogen zonder optische hulpmiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar ligt de brandpunt op een normaal oog?

A

Op de retina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar ligt de brandpunt bij een refractieafwijking?

A

Voor de retina, achter de retina of zijn er meerdere brandpunten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is benaming voor een brandpunt voor de retina?

A

Myopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de benaming voor een brandpunt achter de retina?

A

Hypermetropie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de benaming voor meerdere brandpunten?

A

Astigmatisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de functie de choroidea?

A

Voeding van de retina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de functie de corpus ciliaire?

A

Accommodate (parasympathisch via m. ciliaris)

Productie kamerwater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie de iris?

A

Regeling van de hoeveelheid licht dat binnen valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Door welke zenuw wordt de iris parasympathisch aangestuurd en wat doet dit met de pupil?

A

M. sphincter pupilae -> pupilvernauwing

17
Q

Door welke zenuw wordt de iris sympathisch aangestuurd en wat doet dit met de pupil?

A

M. dilator pupil -> pupilverwijding

18
Q

Wat is de weg van het kamerwater?

A

Corpus ciliare -> achterste oogkamer -> pupil -> voorste oogkamer -> trabekelsysteem -> kanaal van schelmm

19
Q

Hoeveel keggetjes heeft het oog? wat is de locatie en wat zijn de functies hiervan?

A

6 miljoen
Macula en fovea
Scherpzien, zien in licht en kleurzien

20
Q

Hoeveel staafjes heeft het oog? wat is de locatie en wat zijn de functies hiervan?

A

120 miljoen
Periferie van de retina
Zien in (schemer) donker

21
Q

Wat is de blinde vlek en wat mist het?

A

De papil van n.opticus. Het heeft geen kegeltjes of staafjes.

22
Q

Wat verzorgt de centrale zicht?

A

De macula

23
Q

Waar is de gezichtsscherpte het grootst?

A

In de fovea centralis

24
Q

Wat doet de retinaal pigmentepitheel onder de retina?

A

Het absorbeert licht waardoor weerkaatsing van licht in de bulbus oculi wordt tegengehouden.

25
Q

Wat is de slijmvlies bekleding van oogbol en binnenzijde oogleden?

A

De conjuctiva

26
Q

Waar wordt traanvocht aangemaakt?

A

In de glandula lacrimalis

27
Q

Waar zit de traanklier?

A

In de orbita, temporaal boven het oog.

28
Q

Wat is miosis?

A

Pupilvernauwing

29
Q

Wat is de pupilreflex en welke hersenkernen zijn hierbij betrokken?

A

Miosis van beide pupillen bij teveel licht op het netvlies. Zovel de ipsi- als contralaterale kernen in de mesencephalon zijn hierbij betrokken.

30
Q

Waar wordt licht dat op de nasale retina (temporale gezichtsveld) valt waargenomen?

A

In de contralaterale cortex

31
Q

Waar wordt licht dat op de temporale retina (nasale gezichtsveld) valt waargenomen?

A

In de ipsilatrale gezichtsveld

32
Q

Wat is de weg dat traanvocht aflegt?

A

Aanmaak in glanduli lacrymalis pars orbitalis en palpebrae -> traanvocht verspreid over cornea en conjunctiva -> afvoer via punctum lacrimale -> traanzak en traanwegen -> neusholte

33
Q

Welke beweging is mogelijk door de m. rectus lateralis?

A

Abductie

34
Q

Welke bewegingen zijn mogelijk door de m. obliques superior?

A

Depressie, abductie en intorsie

35
Q

Vanaf welk leeftijd kan een kind accomoderen?

A

3-4 maanden

36
Q

Op welk leeftijd is de visus helemaal ontwikkeld?

A

7 jaar