Fysiologie Flashcards
convectie
transport over grote afstand
diffusie
transport over kleine afstand
partiële druk
deel van gasmengsel van bepaald soort molecuul –> gelijk aan concentratie voor vloeistoffen
samenstelling van lucht
21% zuurstof
78% stikstof
1% waterdamp/CO2/andere gassen
wet van boyle
P1V1=P2V2
intrapleurale druk
de druk die heerst tussen viscerale en parietale pleura
is negatief -3 mm Hg
welke twee krachten werken er op de longen?
inwaarts= elastic recoil uitwaarts = kracht van thorax
transpleurale druk
verschil in Pip en alveolaire druk
Pip = te meten in de oesophagus
Elastic recoil
de elasticiteit van weefsel. wordt bepaald door 30% weefseleigenschappen en 70% oppervlaktespanning door surfactant
compliantie
omgekeerd evenredig van elasitc recoil C=1/E. Hoe makkelijk het weefsel uitrekt
De hoeveel opgelost zuurstof dat aan Hb kan binden is afhankelijk van….
het verzadigingspercentage van Hb, afhankelijk van: -Pco2 -pH -Temperatuur -2,3-DPG het toaal aantal bindingsplekken, afhankelijk van - Hb aantal per rode bloed cel - totale aantal rode bloed cellen
uit welke twee componenten is de elastic recoil opgebouwd?
anatomische componenten en oppervlaktespanning
surfactant
stofje op het grensvlak van lucht en water, die de oppervlakte spanning verlagen, doordat ze ervoor zorgen dat er minder water aan het oppervlak is (verlagen de waterconcentratie). waardoor er minder oppervlaktespanning kan ontstaan.
- verlaagt elastic recoil
- verhoogt compliantie
- zorgen ervoor dat de grootte van de alveoli relatief uniform blijft.
bronchoconstrictie of dilatatie innvervatie
parasympatische voor constrictie, sympatisch voor dilatatie
functie van respiratoir epitheel
- verwarming
- bevochtiging
- stofvangen
- H2O opvangen bij expiratie