Frans - 5.1 présenter une initiaive d'economie durable et ses (dés)avantages Flashcards
1
Q
l’acheteur, l’acheteuse
A
de koper, de koopster
2
Q
l’avantage
A
het voordeel
3
Q
le consommateur, la consommatrice
A
de consument, de verbruiker
4
Q
les déchets
A
het afval
5
Q
le désavanatge
A
het nadeel
6
Q
le gaspillage
A
de verspilling
7
Q
avantageux, avantageuse
A
voordelig
8
Q
branché
A
hip, in de mode
9
Q
confiant(e)
A
zelfverzekerd, zelfzeker
10
Q
durable
A
duurzaam
11
Q
raisonnable
A
redelijk
12
Q
comparer
A
vergelijken
13
Q
contribuer a
A
bijdragen tot
14
Q
dépenser
A
uitgeven
15
Q
valoir
A
waard zijn
16
Q
l’astuce
A
het trucje
17
Q
la friperie
A
de tweedehandskledingzaak
18
Q
novateur, novatrice
A
vernieuwend
19
Q
bénéficier
A
genieten
20
Q
dénicher
A
op de kop tikken